gepubliceerd op 06 oktober 2001
Ministerieel besluit houdende toepassing van artikel 4 van de ordonnantie van 2 mei 1991 betreffende het gebruik van pesticiden
13 SEPTEMBER 2001. - Ministerieel besluit houdende toepassing van artikel 4 van de ordonnantie van 2 mei 1991 betreffende het gebruik van pesticiden
De Minister van Leefmilieu van het Brussels Hoofdstedelijk Gewest, Gelet op de ordonnantie van 2 mei 1991 betreffende het gebruik van pesticiden, inzonderheid op artikel 4;
Gelet op de ordonnantie van 27 april 1995 betreffende het behoud en de bescherming van de natuur, inzonderheid op de artikelen 3 en 6;
Gelet op het eensluidend advies van de Raad voor het Leefmilieu voor het Brussels Hoofdstedelijk Gewest van 11 juli 2001;
Gelet op het advies van de Brusselse Hoge Raad voor Natuurbehoud van 10 augustus 2001;
Gelet op artikel 4.2. van het besluit van de Brusselse Hoofdstedelijke Regering van 26 oktober 2000 betreffende de instandhouding van de natuurlijke habitats en van de wilde fauna en flora;
Overwegende de verontrustende opmars van een spintkeverplaag (type trypodendron) vanuit het zuiden van het land naar het Brussels Hoofdstedelijk Gewest en dat het sterk te vrezen is dat het Zoniënwoud, dat voornamelijk uit beukenbomen bestaat, binnen zeer korte termijn geteisterd zal worden;
Overwegende dat de spintkevers ernstige schade kunnen toebrengen die tot een massale boomsterfte kan leiden;
Overwegende dat in afwachting van een eventuele biologische bestrijdingsmethode, momenteel enkel het plaatselijk sproeien van pesticiden op schors dat op de grond ligt doeltreffend is gebleken;
Gelet op de dringende noodzaak om maatregelen te nemen om de invasie van spintkevers in het woud te bestrijden, Besluit :
Artikel 1.De heer Serge KEMPENEERS, ambtenaar van het Brussels Instituut voor Milieubeheer, en zijn plaatsvervanger, de heer Joël MERLIN, worden ertoe gemachtigd om twee synthese-pyrethrinoïden (cypermethrine en deltametrine) te laten gebruiken, uitsluitend om, zodra de alarmdrempel overschreden is, de spintkevers te bestrijden die aanwezig zijn in schors dat op de grond ligt, voor zover : a) de dosering in geen enkel geval met meer dan 25 % de minimaal effectief geachte dosering overschrijdt die wordt vermeld in de meest recente uitgave van erkende gewasbeschermingsmiddelen en hun gebruik;b) hij een dagschrift bijhoudt waarin alle binnenkomende en buitengaande gebruikte producten worden ingeschreven met vermelding van de reden, de plaats, de te behandelen oppervlakte en de dosering;c) de strengste veiligheidsmaatregelen bij het gebruik van bovengenoemde synthese-pyrethrinoïden nageleefd worden.
Art. 2.- Het gebruik van de producten voor het bestrijden van spintkevers in het woud, blijft verboden op minder dan zes meter van waterlopen, vijvers, moerassen of elk ander wateroppervlak of natuurreservaat. - In het kwetsbaar gebied zoals vastgesteld bij ministerieel besluit van 25 mei 1999 tot afbakening in het Brussels Hoofdstedelijk Gewest van de « kwetsbare gebieden » in de zin van artikel 3 van het besluit van de Brusselse Hoofdstedelijke Regering van 19 november 1998 betreffende de bescherming van het water tegen verontreiniging door nitraten uit agrarische bronnen, worden de bestrijdingsmiddelen tegen spintkevers onder toezicht van een ambtenaar van de BIWM gebruikt, of door een personeelslid van de BIWM zelf aangewend.
Art. 3.§ 1. Deze afwijking wordt toegestaan totdat er een biologische bestrijdingsmethode tegen spintkevers toegepast kan worden. § 2. Aan de Raad voor het Leefmilieu wordt jaarlijks een verslag over de bestrijding van spintkevers bezorgd, dat een inschatting omvat van de doeltreffendheid van de behandeling en van de wetenschappelijke vorderingen inzake biologische bestrijdingsmiddelen Opgemaakt te Brussel, op 13 september 2001.
D. GOSUIN