gepubliceerd op 17 januari 2005
Ministerieel besluit houdende indexering van de weddenschaal van de afgevaardigden- werklieden bij het toezicht in de groeven en graverijen
13 DECEMBER 2004. - Ministerieel besluit houdende indexering van de weddenschaal van de afgevaardigden- werklieden bij het toezicht in de groeven en graverijen
De Minister van Werk, Gelet op de wet van 12 april 1960 tot instelling van het ambt van afgevaardigde-werkman bij het toezicht in de groeven en graverijen, gewijzigd bij de wet van 20 juni 1975;
Gelet op de wet van 1 maart 1977 houdende inrichting van een stelsel waarbij sommige uitgaven in de overheidssector aan het indexcijfer van de consumptieprijzen van het Rijk worden gekoppeld, gewijzigd bij het koninklijk besluit nr. 178 van 30 december 1982, het koninklijk besluit van 24 december 1993, de programmawet van 2 januari 2001 en de programmawet voor het begrotingsjaar 2001 van 19 juli 2001;
Gelet op het koninklijk besluit van 11 april 1962 tot uitvoering van artikel 6 van de wet van 12 april 1960 tot instelling van het ambt van afgevaardigde-werkman bij het toezicht in de groeven en graverijen, gewijzigd bij het koninklijk besluit van 8 augustus 1964;
Overwegende dat, als gevolg van de verhoging van het daartoe berekende en benoemde indexcijfer, de lonen van de mijnwerkers met 2 % verhoogd worden met ingang van 1 november 2004;
Overwegende dat er bijgevolg aanleiding toe bestaat de weddenschaal van de afgevaardigden-werklieden bij het toezicht in de groeven en graverijen te herzien;
Gelet op het advies van de Inspectie van Financiën, Besluit :
Artikel 1.De weddenschaal van de afgevaardigden-werklieden bij het toezicht in de groeven en graverijen wordt met ingang van 1 november 2004 als volgt vastgesteld : Minimum : 27.192,04 EUR Maximum : 30.026,54 EUR 4 tweejaarlijkse verhogingen van : 708,625 EUR.
Art. 2.Een gewaarmerkte kopie van dit besluit zal aan het Rekenhof worden bezorgd.
Brussel, 13 december 2004.
Mevr. F. VAN DEN BOSSCHE