Etaamb.openjustice.be
Ministerieel Besluit van 13 augustus 2003
gepubliceerd op 18 augustus 2003

Ministerieel besluit tot uitvoering van het koninklijk besluit van 12 augustus 2003 tot uitvoering van Hoofdstuk VI van Titel II van de programmawet van 5 augustus 2003

bron
federale overheidsdienst financien
numac
2003003446
pub.
18/08/2003
prom.
13/08/2003
ELI
eli/besluit/2003/08/13/2003003446/staatsblad
staatsblad
https://www.ejustice.just.fgov.be/cgi/article_body(...)
Document Qrcode

13 AUGUSTUS 2003. - Ministerieel besluit tot uitvoering van het koninklijk besluit van 12 augustus 2003 tot uitvoering van Hoofdstuk VI van Titel II van de programmawet van 5 augustus 2003


De Minister van Financiën, Gelet op de programmawet van 5 augustus 2003;

Gelet op het koninklijk besluit van 12 augustus 2003 tot uitvoering van Hoofdstuk VI van Titel II van de programmawet van 5 augustus 2003, inzonderheid op artikel 4;

Gelet op het advies van de Douaneraad van de Belgisch-Luxemburgse Economische Unie;

Gelet op de wetten op de Raad van State, gecoördineerd op 12 januari 1973, inzonderheid op artikel 3, § 1;

Gelet op de dringende noodzakelijkheid, overwegende het feit dat dit besluit de toepassingsmodaliteiten regelt van het koninklijk besluit van 12 augustus 2003 tot uitvoering van Hoofdstuk VI van Titel II van de programmawet van 5 augustus 2003, inzonderheid wat de verhoogde accijnsheffing op de reeds in verbruikgestelde voorraden minerale olie betreft; dat deze uitvoeringsmaatregelen noodzakelijkerwijze op dezelfde dag als het betrokken koninklijk besluit in werking moeten treden; dat in die omstandigheden dit besluit zonder uitstel moet worden genomen, Besluit :

Artikel 1.§ 1. Voor elke plaats waar zij minerale oliën voorhanden hebben die belastbaar zijn krachtens artikel 1, § 1, van het koninklijk besluit van 12 augustus 2003 tot uitvoering van Hoofdstuk VI van Titel II van de programmawet van 5 augustus 2003, moeten de fabrikanten, de grossiers, de half-grossiers en de depothouders, uiterlijk de dag die volgt op elke dag waarop de verhoging van het tarief van de bijzondere accijns werd opgenomen in een in het Belgisch Staatsblad gepubliceerd Officieel bericht bij toepassing van artikel 10 van dezelfde programmawet, een gedateerde en ondertekende voorraadaangifte in tweevoud opmaken waarop per soort de hoeveelheden minerale olie zijn vermeld bedoeld bij artikel 1, § 1, van voornoemd besluit, die hier te lande in verbruik werden gesteld : 1° die zij voorhanden hadden te 0 uur op de dag van de tariefverhoging;2° die hen werden toegezonden vóór de dag van de tariefverhoging maar pas tussen de datum van verhoging van het tarief en de datum van indiening van de overeenkomstige voorraadaangifte zijn toegekomen. § 2. Geen voorraadaangifte hoeft te worden gedaan wanneer voor elke soort belastbare minerale olie, het totaal van de in § 1, 1° en 2° bedoelde hoeveelheden minerale olie, per soort olie, 1 000 liter niet overtreft. § 3. De in de voorraadaangifte te vermelden hoeveelheden moeten in principe worden opgegeven bij de temperatuur van 15 °C. Indien aan deze eis niet kan worden voldaan mogen de hoeveelheden worden opgegeven bij omgevingstemperatuur met vermelding ervan.

Art. 2.§ 1. Een exemplaar van de voorraadaangifte moet uiterlijk de donderdag van de week die volgt op de week van de tariefverhoging in het bezit zijn van de ontvanger der accijnzen of der douane en accijnzen van het gebied van de inrichting; het tweede exemplaar van deze aangifte moet ter beschikking zijn van de accijnsambtenaren op de plaats waar de belastbare minerale olie voorhanden is.

De aangevers schrijven op het tweede exemplaar, in voorkomend geval, de hier te lande in verbruik gestelde hoeveelheden minerale olie bij die hen werden toegezonden vóór de dag van de tariefverhoging doch die pas na het indienen van hun voorraadaangifte zijn toegekomen. § 2. De vrijstelling van 1 000 liter voorzien in artikel 3 van het voornoemde koninklijk besluit wordt verleend voor elke plaats waar belastbare minerale olie voorhanden is.

Art. 3.Wie overeenkomstig artikel 1 een voorraadaangifte heeft ingediend moet : 1° bij die aangifte een opgave voegen van de personen of de firma's - met uitzondering van de kleinhandelaars - aan wie zij sinds één maand vóór de dag waarop de verhoging van de bijzondere accijns werd ingesteld, meer dan 10 000 liter belastbare motorbrandstof hebben geleverd, die hier te lande in verbruik werden gesteld.Die opgave vermeldt de naam en het adres van bedoelde personen of firma's en de hen geleverde hoeveelheden. In voorkomend geval wordt een nihilopgave opgemaakt; 2° desgevraagd alle documenten, bescheiden en andere stukken overleggen waaruit de juistheid van die aangifte en van vorenbedoelde opgave kan blijken.

Art. 4.De accijnsambtenaren begeven zich, steekproefsgewijze, naar de in artikel 1 bedoelde personen voor de opneming van de voorraden belastbare minerale oliën.

Art. 5.De bij toepassing van dit besluit verschuldigde sommen moeten worden voldaan op het kantoor der douane en/of accijnzen waar de voorraadaangiften werden ingediend, uiterlijk de laatste donderdag van de maand die volgt op de maand van de tariefver-hoging.

Art. 6.Dit besluit heeft uitwerking met ingang van 1 augustus 2003.

Brussel, 13 augustus 2003.

D. REYNDERS

^