gepubliceerd op 19 mei 1999
Ministerieel besluit houdende wijziging van het ministerieel besluit van 23 juni 1969 houdende regeling van de burgerlijke vergunningen van bestuurder van vliegtuigen
12 FEBRUARI 1999. - Ministerieel besluit houdende wijziging van het ministerieel besluit van 23 juni 1969 houdende regeling van de burgerlijke vergunningen van bestuurder van vliegtuigen
De Minister van Vervoer, Gelet op het Verdrag inzake de internationale burgerlijke luchtvaart, ondertekend te Chicago op 7 december 1944, en goedgekeurd bij de wet van 30 april 1947, inzonderheid op bijlage 1;
Gelet op de wet van 27 juni 1937 houdende herziening van de wet van 16 november 1919 betreffende de regeling der luchtvaart, inzonderheid op artikel 5;
Gelet op het koninklijk besluit van 15 maart 1954 tot regeling der luchtvaart, inzonderheid op artikel 31, gewijzigd bij het koninklijk besluit van 20 augustus 1968, en op de artikelen 33, 34 en 35;
Gelet op het ministerieel besluit van 23 juni 1969 houdende regeling van de burgerlijke vergunningen van bestuurder van vliegtuigen, gewijzigd door de ministeriële besluiten van 4 januari 1974, 23 maart 1978, 19 januari 1979, 12 september 1985, 3 oktober 1988, 26 juni 1990 en 8 januari 1998;
Overwegende dat de Gewestregeringen zijn betrokken bij het ontwerp van dit besluit;
Gelet op het advies van de Raad van State, Besluit :
Artikel 1.In artikel 6, § 2, 4° van het ministerieel besluit van 23 juni 1969 houdende regeling van de burgerlijke vergunningen van bestuurder van vliegtuigen, worden de woorden « of bijlage V » ingevoegd tussen de woorden « bijlage Ibis » en de woorden « tot dit besluit ».
Art. 2.Artikel 7, tweede lid van hetzelfde besluit wordt aangevuld als volgt : « Deze geschiktheid wordt vastgesteld binnen de drie maanden die voorafgaan aan de datum van de hernieuwing van de vergunning ».
Art. 3.Artikel 11, tweede lid van hetzelfde besluit wordt aangevuld als volgt : « Deze geschiktheid wordt vastgesteld binnen de drie maanden die voorafgaan aan de datum van de hernieuwing van de vergunning ».
Art. 4.Artikel 14, derde lid van hetzelfde besluit wordt aangevuld als volgt : « Deze geschiktheid wordt vastgesteld binnen de drie maanden die voorafgaan aan de datum van de hernieuwing van de vergunning ».
Art. 5.Artikel 28, derde lid van hetzelfde besluit wordt aangevuld als volgt : « Deze bedrevenheid wordt vastgesteld binnen de drie maanden die voorafgaan aan de datum van de hernieuwing van de vergunning. »
Art. 6.Artikel 39 van hetzelfde besluit wordt aangevuld als volgt : « De geschiktheid wordt vastgesteld binnen de drie maanden die voorafgaan aan de datum van de hernieuwing van de vergunning ».
Art. 7.Artikel 41 van hetzelfde besluit, vervangen bij het ministerieel besluit van 12 september 1985 en gewijzigd bij het ministerieel besluit van 8 januari 1998, wordt vervangen als volgt : «
Art. 41.Voor elke periode waarin een examen over algemene kennis wordt georganiseerd met het oog op het toekennen van de vergunning van lijnbestuurder, stelt de directeur-generaal van het bestuur van de luchtvaart een examencommissie samen, waarvan hij of zijn afgevaardigde de voorzitter is en die voorts bestaat uit personen vermeld op de lijst bedoeld in artikel 40.
Elk vak van het examen over algemene kennis wordt afgelegd voor één of meerdere leden van deze examencommissie.
De herexamens voor een examenperiode bedoeld in bijlage IV, A, I, onder « vereiste minima », punt 2 worden afgelegd voor één of meerdere leden van de examencommissie die voor diezelfde examenperiode zijn aangewezen ».
Brussel, 12 februari 1999.
M. DAERDEN