Etaamb.openjustice.be
Ministerieel Besluit van 11 oktober 2024
gepubliceerd op 13 december 2024

Ministerieel besluit tot wijziging van de bijlagen 1, 4, 5, 8 en 9 bij het besluit van de Waalse Regering van 13 oktober 2022 inzake de biologische productie en etikettering van biologische producten en tot opheffing van het besluit van de Waalse Regering van 11 februari 2010 inzake de productiemethode en etikettering van biologische producten

bron
waalse overheidsdienst
numac
2024011250
pub.
13/12/2024
prom.
11/10/2024
staatsblad
https://www.ejustice.just.fgov.be/cgi/article_body(...)
Document Qrcode

11 OKTOBER 2024. - Ministerieel besluit tot wijziging van de bijlagen 1, 4, 5, 8 en 9 bij het besluit van de Waalse Regering van 13 oktober 2022Relevante gevonden documenten type besluit van de waalse regering prom. 13/10/2022 pub. 07/12/2022 numac 2022206901 bron waalse overheidsdienst Besluit van de Waalse Regering inzake de biologische productie en etikettering van biologische producten en tot opheffing van het besluit van de Waalse Regering van 11 februari 2010 inzake de productiemethode en etikettering van biologische producten sluiten inzake de biologische productie en etikettering van biologische producten en tot opheffing van het besluit van de Waalse Regering van 11 februari 2010 inzake de productiemethode en etikettering van biologische producten


De Minister van Landbouw, Gelet op Verordening (EU) nr. 2018/848 van het Europees Parlement en de Raad van 30 mei 2018 inzake de biologische productie en de etikettering van biologische producten en tot intrekking van verordening (EG) nr. 834/2007 van de Raad;

Gelet op Verordening (EU) 2017/625 van het Europees Parlement en de Raad van 15 maart 2017 inzake officiële controles en andere officiële activiteiten om de naleving van de levensmiddelenwetgeving, de diervoederwetgeving en de voorschriften inzake diergezondheid en dierenwelzijn, plantgezondheid en gewasbeschermingsmiddelen te verifiëren ;

Gelet op het Waalse Landbouwwetboek, de artikelen D.6, §§ 1 en 4, D.7, D.17, D.41, D.61, D.175, en D.426, § 2, 3° ;

Gelet op het besluit van de Waalse Regering van 13 oktober 2022Relevante gevonden documenten type besluit van de waalse regering prom. 13/10/2022 pub. 07/12/2022 numac 2022206901 bron waalse overheidsdienst Besluit van de Waalse Regering inzake de biologische productie en etikettering van biologische producten en tot opheffing van het besluit van de Waalse Regering van 11 februari 2010 inzake de productiemethode en etikettering van biologische producten sluiten inzake de biologische productie en etikettering van biologische producten en tot opheffing van het besluit van de Waalse Regering van 11 februari 2010 inzake de productiemethode en etikettering van biologische producten, gewijzigd bij het ministerieel besluit van 15 juni 2023;

Gelet op het advies van het Overlegcomité voor de biologische landbouw, gegeven op 18 juli 2023, 8 december 2023 en 1 maart 2024;

Gelet op het overleg tussen de gewestelijke Regeringen en de federale overheid d.d. 23 mei 2024;

Gelet op de adviesaanvraag binnen een termijn van dertig dagen, gericht aan de Raad van State, overeenkomstig artikel 84, § 1, eerste lid, 2°, van de wetten op de Raad van State, gecoördineerd op 12 januari 1973;

Overwegende dat de adviesaanvraag is ingeschreven op 13 mei 2024 op de rol van de afdeling Wetgeving van de Raad van State onder het nummer 76.482/4;

Gelet op de beslissing van de afdeling wetgeving van 14 mei 2024 om binnen de gevraagde termijn geen advies te verlenen, met toepassing van artikel 84, § 5, van de wetten op de Raad van State, gecoördineerd op 12 januari 1973;

Gelet op Uitvoeringsverordening (EU) 2020/464 van 26 maart 2020 tot vaststelling van een aantal uitvoeringsbepalingen voor Verordening (EU) 2018/848 van het Europees Parlement en de Raad wat betreft de documenten die nodig zijn voor de erkenning met terugwerkende kracht van perioden in het kader van de omschakeling, de productie van biologische producten en de door de lidstaten te verstrekken informatie;

Gelet op gedelegeerde Verordening (EU) 2021/2306 tot aanvulling van Verordening (EU) 2018/848 met regels betreffende de officiële controles van zendingen biologische producten en omschakelingsproducten die bestemd zijn voor invoer in de Unie en betreffende het inspectiecertificaat;

Gelet op Uitvoeringsverordening (EU) 2023/1195 tot vaststelling van voorschriften voor de details en vorm van de door de lidstaten ter beschikking te stellen informatie over de resultaten van officieel onderzoek naar gevallen van verontreiniging met producten of stoffen die niet voor gebruik in de biologische productie zijn toegelaten, Besluit :

Artikel 1.In bijlage 1 bij het besluit van de Waalse Regering van 13 oktober 2022Relevante gevonden documenten type besluit van de waalse regering prom. 13/10/2022 pub. 07/12/2022 numac 2022206901 bron waalse overheidsdienst Besluit van de Waalse Regering inzake de biologische productie en etikettering van biologische producten en tot opheffing van het besluit van de Waalse Regering van 11 februari 2010 inzake de productiemethode en etikettering van biologische producten sluiten inzake de biologische productie en etikettering van biologische producten en tot opheffing van het besluit van de Waalse Regering van 11 februari 2010 inzake de productiemethode en etikettering van biologische producten, worden de volgende wijzigingen aangebracht: a) het opschrift "Productievoorschriften die van toepassing zijn op de certificering "Biologisch restaurant" wordt vervangen door "7. Productievoorschriften die van toepassing zijn op de certificering "Biologisch restaurant""; b) de punten 5, 6, 7 en 8 onder dit opschrift worden respectievelijk de punten 1, 2, 3 en 4;c) de volgende opschriften van 7 tot en met 14 worden respectievelijk de opschriften van 8 tot en met 15.

Art. 2.In bijlage 4 bij hetzelfde besluit worden de volgende wijzigingen aangebracht : a) in punt 3,2° wordt de eerste zin vervangen als volgt : "Voor activiteiten die eruit bestaan de verpakking van voorverpakte biologische producten of de verpakking van niet-voorverpakte producten, d.w.z. verpakkingen, wordt de BOM die de berekening van de punten gebruikt wordt, verminderd tot vijfenzestig procent van zijn waarde. "; b) er wordt een punt 3,7° ingevoegd, luidend als volgt: "De kosten met betrekking tot de controles op ingevoerde producten die op verzoek van de Dienst worden uitgevoerd overeenkomstig punt 1.6° van Hoofdstuk 1 van Bijlage 5 bij dit besluit, worden door het controleorgaan aan de operator aangerekend op basis van de volgende minimum- en maximumbedragen, exclusief analysekosten.

Vergoeding (per n= uur controle)


Minimaal

37,9 euro

Maximaal

56,8 euro"


c) er wordt een punt 3.8° ingevoegd, luidend als volgt: "Voor de controle van bereidingsactiviteiten die worden uitgevoerd op een verkooppunt van biologische producten rechtstreeks aan de eindconsument of -gebruiker bedoeld in bijlage 5, hoofdstuk 1, 1.2°, paragraaf 2, 4), wordt geen andere specifieke vergoeding aangerekend dan die welke verbonden is aan de verkoop van de betrokken producten, in toepassing van de bepalingen van punt 4°. "; d) punt 4° wordt vervangen als volgt : "4° Verkooppunten 4.1° Om de controlekosten te dekken, met inbegrip van de verplaatsingskosten voor dienstreizen, legt het controleorgaan het rooster van de jaarvergoedingen vast die door de exploitanten verschuldigd zijn die rechtstreeks aan de consument biologische producten verkopen in verhouding tot het hieronder vermelde puntensysteem:

Elementen waarmee rekening gehouden wordt

Aantal punten

Basis voor een verkooppunt van niet-voorverpakte biologische producten :


Jaarlijkse aankoopcijfer van de biologische producten bestemd om verkocht te worden in niet-voorverpakte vorm :


- minder dan 18 935 euro:


Omet verkoop van niet-voorverpakte niet-biologische producten die gelijken op biologische producten

2 000

Ozonder verkoop van niet-voorverpakte niet-biologische producten die gelijken op biologische producten

1 665

- van 18 935 tot 75 738 euro


Omet verkoop van niet-voorverpakte niet-biologische producten die gelijken op biologische producten

2 592

Ozonder verkoop van niet-voorverpakte niet-biologische producten die gelijken op biologische producten

2 163

- van 75 739 tot 126 230 euro


Omet verkoop van niet-voorverpakte niet-biologische producten die gelijken op biologische producten

3 313

Ozonder verkoop van niet-voorverpakte niet-biologische producten die gelijken op biologische producten

2 764

- meer dan 126 230 euro


Omet verkoop van niet-voorverpakte niet-biologische producten die gelijken op biologische producten

4 034

Ozonder verkoop van niet-voorverpakte niet-biologische producten die gelijken op biologische producten

3 364

Basis voor een verkooppunt van voorverpakte biologische producten :

1 200

Basis voor een verkooppunt van voorverpakte en niet-voorverpakte biologische producten

Aantal punten voor de verkoop van niet-voorverpakte biologische producten + 300

Per bijkomend verkooppunt of opslagplaats die onderworpen wordt aan een fysieke inspectie ter plaatse, overeenkomstig de bepalingen van bijlage 5, hoofdstuk 1er, 1.2°, paragraaf 2.

1 200


4.2° Een exploitant zich bezighoudt met de primaire productie, bereiding, distributie, opslag, invoer of uitvoer van biologische producten betaalt geen specifieke vergoeding voor de controle van een activiteit waarbij biologische producten rechtstreeks aan de consument of eindgebruiker worden verkocht als het jaarlijkse aankoopcijfer van de voor verkoop bestemde biologische producten minder dan 6.312 euro bedraagt.

Als niet aan deze voorwaarde is voldaan, wordt het bedrag van de jaarlijkse vergoeding die verschuldigd is voor de activiteit van het rechtstreeks aan de consument of eindgebruiker verkopen van niet-voorverpakte biologische producten, vastgesteld door de tabel bedoeld in punt 4.1° toe te passen en 472 punten af te trekken van het totaal aantal behaalde punten. "; e) in de eerste zin van punt 7° worden de letters "3,7°, " ingevoegd tussen "punten" en "5° ".

Art. 3.In bijlage 5 bij hetzelfde besluit worden de volgende wijzigingen aangebracht : a) punt 1,3°, b, wordt vervangen door wat volgt : "b.jaarlijks worden minstens vijftig procent van de controles door steekproef, als aanvulling op de in punt 1.2°, b, jaarlijkse controles, uitgevoerd; de controles door steekproef kunnen gedeeltelijke controles zijn die bedoeld zijn om een beperkt aantal punten te controleren; in dat geval richt het controleorgaan zich op de precieze aard van de controles in functie van de specifieke kenmerken van de exploitant en de inhoud van zijn dossier; de versterkte controles, de opvolgingscontroles en de invoercontroles bedoeld in punt 1.6° worden niet in aanmerking genomen voor het naleven van het vastgestelde percentage;" ; b) punt 1,3°, c, wordt vervangen door wat volgt : "c.elk jaar wordt overeenkomstig artikel 14, onder h), van Verordening (EU) 2017/625 worden ten minste vijftig procent van het aantal exploitanten bemonsterd, met uitzondering van de exploitanten die zijn vrijgesteld op grond van artikel 34, paragraaf 2, en artikel 35, lid 8, van Verordening (EU) 2018/848;" ; c) in hoofdstuk 1 wordt het volgende punt 1.3 bis ingevoegd "1.3bis Wanneer de activiteit van rechtstreekse verkoop van biologische producten aan de eindconsument of -gebruiker door dezelfde exploitanten meerdere verkooppunten of opslaglocaties omvat, wordt het aantal daarvan dat jaarlijks een fysieke inspectie ter plaatse moet ondergaan, als volgt bepaald:

Aard van de locatie

% van locaties onderworpen aan jaarlijkse fysieke inspectie ter plaatse

1) Distributiecentrum voor biologische producten

100 %

2) Verkooppunt van uitsluitend voorverpakte biologische producten :

> 20% jaarlijks afgewisseld tussen locaties

3) Verkooppunt van niet-uitsluitend voorverpakte biologische producten

> 50% jaarlijks afgewisseld tussen locaties

4) Verkooppunt waar uitsluitend de volgende bereidingsactiviteiten worden uitgevoerd: het bakken van voorbewerkte biologische producten, inclusief bijkomende nabewerkingen (bijv.bestuiven met bloem, toevoegen van een tablet) en het verpakken van de resulterende producten; het snijden van biologische producten en het verpakken van de resulterende producten.

> 50% jaarlijks afgewisseld tussen locaties

5) Verkooppunt waar andere activiteiten met betrekking tot de bereiding van biologische producten worden uitgevoerd

100 %


d) in Hoofdstuk 1 wordt een punt 1.3 bis ingevoegd, luidend als volgt: "Voor de toepassing van artikel 6,.1.c) en 6.2 van Gedelegeerde Verordening (EU) 2021/2306 tot aanvulling van Verordening (EU) 2018/848 met voorschriften inzake de officiële controles van zendingen van biologische producten en producten in omschakeling die bestemd zijn voor invoer in de Unie en het controlecertificaat, voeren de controleorganen op verzoek van de Dienst fysieke controles uit op de uit derde landen ingevoerde goederen. Fysieke controles bestaan uit bemonstering en analyse van de ingevoerde goederen volgens de door de dienst gespecificeerde procedures en gaan systematisch gepaard met een overeenstemmingscontrole in de zin van artikel 3, punt 42, van Verordening (EU) 2017/625. "; e) het tweede lid van punt 2,5° wordt vervangen als volgt : "Wanneer uit een analyse de aanwezigheid blijkt van een bestrijdingsmiddel waarvan het gebruik in de biologische productie niet is toegestaan op grond van artikel 24, lid 1, onder a), van Verordening (EU) 2018/848, mag het product waarop de bemonstering betrekking heeft, niet als biologisch of omschakelingsproduct in de handel worden gebracht wanneer: a.het product waarop de bemonstering betrekking heeft, is geproduceerd of verwerkt op het grondgebied van het Waals Gewest of ingevoerd uit een derde land, overeenkomstig Verordening (EU) 2018/848, en ; b. de gemeten concentratie van het bestrijdingsmiddel groter is dan of gelijk is aan anderhalf maal de aantoonbaarheidsgrens als bepaald in artikel 3, § 2, onder f), van Verordening (EG) nr.396/2005 van het Europees Parlement en de Raad van 23 februari 2005 tot vaststelling van maximumgehalten aan bestrijdingsmiddelenresiduen in of op levensmiddelen en diervoeders van plantaardige en dierlijke oorsprong en houdende wijziging van Richtlijn 91/414/EEG van de Raad. "; f) in punt 2.5°, vijfde lid, worden de woorden "dan of gelijk" geschrapt; g) in Hoofdstuk 5 wordt een punt 5.6° ingevoegd, luidend als volgt: "5.6° Informatie die via het informatiesysteem voor biologische landbouw (OFIS) naar de Dienst moet worden gestuurd.

Om te voldoen aan de verplichtingen van artikel 29, paragrafen 6 en 9, van Verordening (EU) 2018/848, registreren de controle-instellingen uiterlijk op 28 februari van elk jaar de resultaten van de onderzoeken die zij hebben uitgevoerd en de maatregelen die zij hebben genomen in geval van aanwezigheid van producten en stoffen waarvan het gebruik in de biologische productie niet is toegestaan.

De controle-instellingen vullen in het informatiesysteem voor biologische landbouw (OFIS) de module in die overeenkomt met het formulier in de bijlage bij Uitvoeringsverordening (EU) 2023/1195 tot vaststelling van voorschriften voor de details en vorm van de door de lidstaten ter beschikking te stellen informatie over de resultaten van officieel onderzoek naar gevallen van verontreiniging met producten of stoffen die niet voor gebruik in de biologische productie zijn toegelaten. "

Art. 4.In bijlage 8 bij hetzelfde besluit worden de volgende wijzigingen aangebracht : a) in hoofdstuk 3 wordt niet-naleving 3806 vervangen door de volgende regels


Voor de raadpleging van de tabel, zie beeld

Art.5. In bijlage 9 bij hetzelfde besluit worden de volgende wijzigingen aangebracht : a) in Hoofdstuk 2 wordt een punt 2.2.3° bis ingevoegd, luidend als volgt: "2.2.3bis Verwerkte diervoeders voor varkens en pluimvee die een landbouwer ontvangt, gaan vergezeld van een certificaat dat is afgegeven door de exploitant die de diervoeders produceert. Het certificaat vermeldt de oorsprong van de biologische en omschakelingsgrondstoffen die gebruikt zijn in de samenstelling van de genoemde levensmiddelen en is in overeenstemming met het model gedefinieerd door de Dienst en beschikbaar op het Waalse landbouwinternetportaal of op aanvraag. "; b) punt 2.5.7° wordt vervangen als volgt: In toepassing van artikel 16 van Uitvoeringsverordening (EU) 2020/464 van 26 maart 2020 tot vaststelling van een aantal uitvoeringsbepalingen voor Verordening (EU) 2018/848 van het Europees Parlement en de Raad wat betreft de documenten die nodig zijn voor de erkenning met terugwerkende kracht van perioden in het kader van de omschakeling, de productie van biologische producten en de door de lidstaten te verstrekken informatie, zijn de openluchtruimten aantrekkelijk voor het pluimvee en volledig toegankelijk voor alle dieren.

Voor de toepassing van punt 4 van het genoemde artikel rust de optimale benutting van de openluchtruimte op de dichtheid en diversiteit van de begroeiing die voor de inrichting gebruikt wordt.

Daartoe omvat de openluchtruimte minstens de volgende elementen: a. begroeiing van de volledige openluchtruimte, aangebracht voor de inbreng van het pluimvee, met uitzondering van een gestabiliseerde strook van maximum drie meter breed ter hoogte van de buitenluiken;b. een overgangszone, die zich bij de uitgang van de luiken bevindt, bestaande uit uitgelijnde lage plantengroei die het pluimvee van de luiken naar de rest van de openluchtruimte leidt;c. minimaal 4 beschuttingsinrichtingen per hectare verdeeld over de hele openluchtruimte.Een beschutte inrichting kan bestaan uit een schuilplaats, een boom, een struik, een bosje, een haag of een aangrenzend bos.

Voor de toepassing van punt 6 van genoemd artikel moeten de bijkomende inrichtingen, wanneer de lengte van de openluchtruimte meer dan honderdvijftig meter bedraagt, bestaan uit schuilplaatsen.

Een schuilplaats is een kunstmatige inrichting gemaakt van duurzaam, weerbestendig materiaal met een minimale oppervlakte van vier m2 en een minimale dakhoogte van vijftig cm. "; c) er wordt een Hoofdstuk 4 ingevoegd, luidend als volgt: "Hoofdstuk 4.Regels van toepassing voor de verwerking. 4.1° Voor de toepassing van het verbod, bedoeld in artikel 7, punt e), van Verordening (EU) 2018/848, verkrijgen marktdeelnemers die producten, bedoeld in voornoemd artikel, gebruiken waarvoor geen etiketteringsverplichting geldt en die bij derden zijn aangekocht, van de verkoper een certificaat waarin wordt bevestigd dat deze producten geen vervaardigde nanomaterialen bevatten ; 4.2° Voor de toepassing van het verbod, bedoeld in artikel 9, vierde lid, van verordening (EU) 2018/848, verkrijgen exploitanten die producten, bedoeld in voornoemd artikel, gebruiken die niet aan een verplichte etikettering zijn onderworpen en die van derden zijn aangekocht, van de verkoper een certificaat waarin wordt bevestigd dat die producten niet met ioniserende straling zijn behandeld. ".

Namen, 11 oktober 2024.

A.-C. DALCQ


^