Etaamb.openjustice.be
Ministerieel Besluit van 11 oktober 2004
gepubliceerd op 22 oktober 2004

Ministerieel besluit tot toekenning van een toelage aan de leden van het college van de dienst « voorafgaande beslissingen in fiscale zaken »

bron
federale overheidsdienst financien
numac
2004003404
pub.
22/10/2004
prom.
11/10/2004
ELI
eli/besluit/2004/10/11/2004003404/staatsblad
staatsblad
https://www.ejustice.just.fgov.be/cgi/article_body(...)
Document Qrcode

11 OKTOBER 2004. - Ministerieel besluit tot toekenning van een toelage aan de leden van het college van de dienst « voorafgaande beslissingen in fiscale zaken »


De Minister van Financien, Gelet op de artikelen 37 en 107, tweede lid, van de Grondwet;

Gelet op het koninklijk besluit van 26 maart 1965 houdende de algemene regeling van de vergoedingen en toelagen van alle aard toegekend aan het personeel der ministeries, inzonderheid op artikel 7, gewijzigd bij het koninklijk besluit van 5 september 2002;

Gelet op het advies van de Inspecteur van Financiën, gegeven op 28 april 2004;

Gelet op de akkoordbevinding van de Minister van Begroting van 29 april 2004;

Gelet op de akkoordbevinding van de Minister van Ambtenarenzaken van 29 april 2004;

Gelet op het onderhandelingsprotocol van 20 juli 2004 van het Sectorcomité II-Financiën;

Gelet op het verzoek om spoedbehandeling, gemotiveerd door de omstandigheid : - dat de wet van 21 juni 2004 tot wijziging van het Wetboek van de inkomstenbelastingen 1992 en de wet van 24 december 2002 tot wijziging van de vennootschapsregeling inzake inkomstenbelastingen en tot instelling van een systeem van voorafgaande beslissingen in fiscale zaken gepubliceerd werd op 9 juli 2004 en in werking treedt tien dagen na zijn publicatie; - dat het voorontwerp van deze wet aan het advies van de Raad van State werd voorgelegd binnen een termijn van vijf werkdagen zoals bepaald in artikel 84, § 1, eerste lid, 2°, van de gecoördineerde wetten op de Raad van State met ondermeer als uitdrukkelijk motief dat de Dienst voorafgaande beslissingen zo snel mogelijk moet kunnen worden georganiseerd om de vereiste rechtszekerheid te kunnen garanderen; - dat deze motivatie refereert aan de ratio legis van de bepalingen in de voormelde wet van 24 december 2002 die een systeem van voorafgaande beslissingen in fiscale zaken beogen in te stellen; - dat met toepassing van deze wet van 24 december 2002 en het koninklijk besluit van 30 januari 2003 tot uitvoering van artikel 26 van de wet van 24 december 2002 tot wijziging van de vennootschapsregeling inzake inkomstenbelastingen en tot instelling van een systeem van voorafgaande beslissingen in fiscale zaken, alle aanvragen ingediend na 1 januari 2003 worden behandeld volgens de regels en modaliteiten waarin de artikelen 20 tot 28 van de voormelde wet van 24 december 2002 voorzien; - dat het voormelde koninklijk besluit van 30 januari 2003 tevens voorziet in de opheffing van de diensten die voorheen belast waren met het nemen van voorafgaande beslissingen; - dat niettegenstaande de gevoelige uitbreiding van het aantal fiscale bepalingen die het voorwerp kunnen uitmaken van vragen om voorafgaande beslissingen, de voormelde wet van 24 december 2002 geen specifieke organisatorische voorschriften voorzag die konden leiden tot een adequate organisatie van een nieuwe dienst « voorafgaande beslissingen in fiscale zaken »; - dat uit een eerste evaluatie van het door voormelde wet van 24 december 2002 ingestelde systeem is gebleken dat specifieke maatregelen noodzakelijk zijn om een dergelijke dienst op adequate wijze te organiseren en een behandeling van de aanvragen te verzekeren binnen een termijn van 3 maanden zoals bepaald in artikel 21, vijfde lid, van deze wet; - dat meer in het bijzonder is gebleken dat de gemiddelde duur van de behandeling van aanvragen per 30 juni 2004 was opgelopen tot 166 kalenderdagen en het aantal nog niet behandelde vragen tot 213 op een totaal van 473 ingediende vragen; - dat de uitvoerende macht de opdracht heeft wettelijke bepalingen naar behoren uit te voeren; - dat dit des te meer het geval is wanneer voorafgaande beslissingen de aanvragers rechtszekerheid moeten verschaffen omtrent voorgenomen verrichtingen die zij hebben gepland, rekening houdend met de economische opportuniteiten die zich voordoen en waarvoor zij op snelle en efficiënte wijze zekerheid willen omtrent ondermeer de fiscale randvoorwaarden waarin zij deze verrichtingen kunnen doen; - dat de wetgever daarvoor een maximale termijn van drie maanden heeft opgegeven die slechts in onderlinge overeenstemming kan worden verlengd; - dat deze bepaling aan de uitvoerende macht minstens een zorgvuldigheidsverplichting oplegt die zou kunnen leiden tot een burgerlijke aansprakelijkheid van de Staat; - dat de wetgever bij voormelde wet van 21 juni 2004 heeft geoordeeld dat een adequate organisatie van de dienst vereist dat hij als autonome administratieve overheid zou kunnen functioneren en onder de leiding van een college van leidinggevenden; - dat om uitvoering te geven aan deze wettelijke bepalingen, in artikel 4, vierde lid van het koninklijk besluit van 13 augustus 2004 houdende oprichting van de dienst « voorafgaande beslissingen in fiscale zaken » bij de Federale Overheidsdienst Financiën wordt bepaald dat de Minister van Financiën een selectieprocedure vaststelt; - dat gelijktijdig met onderhavig ontwerp van ministerieel besluit een ontwerp van ministerieel besluit aan het advies van de Raad van State werd voorgelegd dat uitvoering wenst te geven aan het voormelde koninklijk besluit van 13 augustus 2004 door te voorzien in de medewerking van het college van leidinggevenden aan de selectie van de andere personeelsleden van de dienst; - dat het voormelde koninklijk besluit van 13 augustus 2004 aan het advies van de Raad van State werd voorgelegd binnen een termijn van vijf werkdagen zoals bepaald in artikel 84, § 1, eerste lid, 2°, van de gecoördineerde wetten op de Raad van State; - dat volgens een planning met betrekking tot de uitvoering van alle noodzakelijke administratieve procedures terzake 1 januari 2005 door de Ministerraad werd weerhouden als de datum waarop uiterlijk de bestaande regeling zoals voorzien in het ministerieel besluit van 15 mei 2003 betreffende de ambtenaren die ermee worden belast zich uit te spreken over de aanvragen om voorafgaande beslissingen in fiscale zaken, zou moeten worden opgeheven en vervangen door een volledig operationele nieuwe dienst « voorafgaande beslissingen in fiscale zaken »; - dat om deze datum te halen, vereist is dat de uitvoerende maatregelen die moeten toelaten onverwijld en ten laatste begin september de noodzakelijke selectieprocedures te beginnen, vanaf nu genomen en gepubliceerd worden; - dat indien de voormelde datum van 1 januari 2005 niet zou worden gehaald, een juridisch vacuüm dreigt te ontstaan die de voormelde burgerlijke aansprakelijkheid van de staat nog meer in het gedrang zou brengen; - dat de leden van het college van leidinggevenden derhalve onverwijld moeten kunnen worden geselecteerd met het oog op hun medewerking aan de selectieprocedure van de andere leden van het personeel en dat hun toelageregeling derhalve bij hun benoeming in werking moet kunnen treden;

Gelet op het advies nr. 37.631/2/V van de Raad van State, gegeven op 27 augustus 2004, met toepassing van artikel 84, § 1, eerste lid, 2°, van de gecoördineerde wetten op de Raad van State;

Overwegende dat artikel 23, 1e lid van de wet van 24 december 2002 tot wijziging van de vennootschapsregeling inzake inkomstenbelastingen en tot instelling van een systeem van voorafgaande beslissingen in fiscale zaken, zoals gewijzigd bij de wet van 21 juni 2004, beoogt een dienst « voorafgaande beslissingen in fiscale zaken » te bekleden met een wettelijke bevoegdheid; dat deze wettelijke bevoegdheid bijgevolg een autonome beslissingbevoegdheid inhoudt zoals vertaald door de bepalingen van het koninklijk besluit houdende oprichting van deze dienst; dat deze autonomie voor het college van leidinggevenden een bijzondere verantwoordelijkheid impliceert die ondermeer inhoudt dat zij met naleving van de wettelijke voorwaarden van het systeem van voorafgaandelijke beslissingen zoals dat werd ingevoerd door de voornoemde wet van 24 december 2002, en rekening houdend met de wettelijke verplichting tot publicatie en verslag betreffende hun werkzaamheden, openbaar gemaakt door de Kamer van Volksvertegenwoordigers, hun werkzaamheden dusdanig zullen moeten organiseren dat hun voorafgaande beslissingen daadwerkelijk en binnen de wettelijk voorziene termijn bijdragen tot het versterken van de juridische zekerheid die belastingplichtigen voorafgaand aan voorgenomen verrichtingen wensen te bekomen; dat daartoe van hen verwacht wordt dat zij voltijds deze leiding op zich nemen; dat zij daarbij zullen moeten instaan voor aspecten zoals : - een performant kennisbeheer voor alle materies die tot hun bevoegdheid behoren; - de organisatie van de interactie met de andere diensten van de FOD Financiën, erop gericht te komen tot een effectieve ontlasting van die andere diensten die derhalve in staat moeten zijn nieuwe wettelijke bepalingen of hun toepassing vlugger dan voorheen te verduidelijken aan de hand van administratieve onderrichtingen; - de organisatie van een actieve communicatiepolitiek naar belastingplichtigen toe, erop gericht hen via een zichtbaar goede dienstverlening ertoe te brengen om bij hun investeringsbeslissingen, ook en inzonderheid waar het om buitenlandse investeringen gaat, het bestaan van juridische onduidelijkheden betreffende fiscale bepalingen niet langer te zien als hinderpalen voor die investeringen; - de samenwerking met de cel Fiscaliteit van de Buitenlandse Investeringen; - de motivatie van het personeel en de adequate organisatie van de dienst; - de deelname aan de selectieprocedure voor de personeelsleden van de dienst; dat de realisatie van deze aspecten noodzakelijk is opdat de dienst « voorafgaande beslissingen in fiscale zaken » gepercipieerd zou worden als een succes; dat hun benoeming tijdelijk is en zij derhalve bij het verstrijken van hun termijn kunnen worden afgerekend op hun verwezenlijkingen; dat van hen een hoog kennisniveau en ook specifieke leidinggevende en communicatieve vaardigheden worden verlangd;

Overwegende dat om al deze redenen werd beslist aan de leden van het college van de dienst « voorafgaande beslissingen in fiscale zaken » een specifieke jaarlijkse toelage toe te kennen zoals bepaald in dit besluit, Besluit :

Artikel 1.Aan de leden van het college van de dienst « voorafgaande beslissingen in fiscale zaken » bedoeld in artikel 26 van de wet van 24 december 2002 tot wijziging van de vennootschapsregeling inzake inkomstenbelastingen en tot instelling van een systeem van voorafgaande beslissingen in fiscale zaken, wordt een jaarlijkse toelage van 22.000 EUR toegekend.

Art. 2.De mobiliteitsregeling die geldt voor de wedden van het personeel der ministeries is van toepassing op de in artikel vermelde toelage. Zij wordt aan het spilindexcijfer 138,01 gekoppeld.

Art. 3.Dit besluit treedt in werking op de datum van inwerkingtreding van het koninklijk besluit van 4 oktober 2004 houdende aanduiding van de leden van het college van de dienst « voorafgaande beslissingen in fiscale zaken ».

Brussel, 11 oktober 2004.

De Minister van Financien, D. REYNDERS

^