gepubliceerd op 19 november 1999
Ministerieel besluit tot wijziging van het ministerieel besluit van 5 oktober 1998 houdende vaststelling van de financiële bijdrage van de ouders in de verblijfkosten van de kinderen, opgenomen in kinderdagverblijven en in diensten voor opvanggezinnen, houdende vaststelling van de subsidies voor de werkingskosten voor kinderdagverblijven
11 JUNI 1999. - Ministerieel besluit tot wijziging van het ministerieel besluit van 5 oktober 1998 houdende vaststelling van de financiële bijdrage van de ouders in de verblijfkosten van de kinderen, opgenomen in kinderdagverblijven en in diensten voor opvanggezinnen, houdende vaststelling van de subsidies voor de werkingskosten voor kinderdagverblijven
De Vlaams minister van Cultuur, Gezin en Welzijn, Gelet op het decreet van 29 mei 1984 houdende de oprichting van de instelling Kind en Gezin, gewijzigd bij decreten van 3 mei 1989, 23 februari 1994, 24 juni 1997 en 7 juli 1998;
Gelet op het besluit van de Vlaamse regering van 24 juni 1997 houdende voorwaarden inzake erkenning en subsidiëring van kinderdagverblijven en diensten voor opvanggezinnen, gewijzigd bij besluit van de Vlaamse regering van 18 december 1998;
Gelet op het besluit van de Vlaamse regering van 19 december 1997 tot bepaling van de bevoegdheden van de leden van de Vlaamse regering, gewijzigd bij de besluiten van de Vlaamse regering, gewijzigd bij de besluiten van de Vlaamse regering van 28 september 1998, 19 december 1998, 23 en 30 maart 1999;
Gelet op het ministerieel besluit van 5 oktober 1998 houdende vaststelling van de schalen die als basis dienen voor de berekening van de financiële bijdrage van de ouders in de verblijfkosten van de kinderen, opgenomen in kinderdagverblijven en in diensten voor opvanggezinnen, houdende vaststelling van de subsidies voor de werkingskosten voor kinderdagverblijven, gewijzigd bij ministerieel besluit van 12 januari 1999;
Gelet op de wetten van de Raad van State, gecoördineerd op 12 januari 1973, inzonderheid op artikel 3, § 1, gewijzigd bij de wetten van 4 juli 1989 en 4 augustus 1996;
Gelet op de dringende noodzakelijkheid;
Overwegende dat de indexering van de maximumbijdrage zeer nabij is, en gelet op het onevenwicht van de bijkomende indexsprong die nadelig is voor de ouders;
Overwegende dat het noodzakelijk is als bewarende en voorlopige maatregel geen verhogingen van de maximale ouderbijdrage door te voeren, ten einde de eventuele resultaten van de financieringscommissie niet te hypothekeren;
Besluit :
Artikel 1.Aan het ministerieel besluit van 5 oktober 1998 houdende vaststelling van de schalen die als basis dienen voor de berekening van de financiële bijdrage van de ouders in de verblijfkosten van de kinderen, opgenomen in kinderdagverblijven en in diensten voor opvanggezinnen, houdende vaststelling van de subsidies voor de werkingskosten voor kinderdagverblijven wordt in artikel 1 een § 3 ingevoegd die luidt als volgt : «
Art. 1.§ 3. De bepaling zoals voorzien in § 2 is niet van toepassing gedurende het kalenderjaar 1999. »
Art. 2.Dit besluit treedt in werking op 1 januari 1999.
Brussel, 11 juni 1999.
L. MARTENS