Etaamb.openjustice.be
Ministerieel Besluit van 11 december 2015
gepubliceerd op 25 maart 2016

Ministerieel besluit tot wijziging van het ministerieel besluit van 4 februari 1991 tot instelling van een vormingspremie ten gunste van de bedienden van de hypotheekbewaarders

bron
federale overheidsdienst financien
numac
2015003415
pub.
25/03/2016
prom.
11/12/2015
ELI
eli/besluit/2015/12/11/2015003415/staatsblad
staatsblad
https://www.ejustice.just.fgov.be/cgi/article_body(...)
links
Raad van State (chrono)
Document Qrcode

11 DECEMBER 2015. - Ministerieel besluit tot wijziging van het ministerieel besluit van 4 februari 1991 tot instelling van een vormingspremie ten gunste van de bedienden van de hypotheekbewaarders


De Minister van Financiën, Gelet op de Grondwet, artikelen 37 en 107, tweede lid;

Gelet op de wet van 10 juni 1922 betreffende de lonen van de hypotheekbewaarders;

Gelet op het koninklijk besluit van 26 maart 1965 houdende de algemene regeling van de vergoedingen, toelagen en premies van alle aard toegekend aan het personeel van de federale overheidsdiensten, artikel 7, gewijzigd bij de koninklijke besluiten van 5 september 2002 en 22 november 2006;

Gelet op het ministerieel besluit van 4 februari 1991 tot instelling van een vormingspremie ten gunste van de bedienden van de hypotheekbewaarders;

Gelet op het advies van de Inspecteur van Financiën, gegeven op 11 maart 2015;

Gelet op de akkoordbevinding van de Minister van Begroting, d.d. 29 juni 2015;

Gelet op het advies van de Syndicale raad van advies van de bedienden der hypotheekbewaarders, gegeven op 10 september 2015;

Gelet op het advies 58.341/2 van de Raad van State, gegeven op 16 november 2015, met toepassing van artikel 84, § 1, eerste lid, 2°, van de wetten op de Raad van State, gecoördineerd op 12 januari 1973;

Overwegende dat dit besluit ook van toepassing is op de definitief aangenomen bedienden die in uitvoering van artikel 2, § 1, van het koninklijk besluit van 20 januari 2014Relevante gevonden documenten type koninklijk besluit prom. 20/01/2014 pub. 19/02/2014 numac 2014003004 bron federale overheidsdienst financien Koninklijk besluit tot vaststelling van de datum van het in werking treden en tot uitvoering van de wet van 11 december 2006 betreffende het statuut van de bedienden der hypotheekbewaarders sluiten tot vaststelling van de datum van het in werking treden en tot uitvoering van de wet van 11 december 2006 betreffende het statuut van de bedienden der hypotheekbewaarders werden benoemd tot rijksambtenaar, dit overeenkomstig artikel 109 van hetzelfde besluit;

Overwegende dat de bedienden van de hypotheekbewaarders behorend tot het niveau D nooit de mogelijkheid hebben gehad om zich in te schrijven voor een gecertificeerde opleiding, Besluit :

Artikel 1.Artikel 3 van het ministerieel besluit van 4 februari 1991 tot instelling van een vormingspremie ten gunste van sommige personeelsleden van de bedienden van de hypotheekbewaarders, vervangen bij het ministerieel besluit van 19 februari 2010, wordt aangevuld met twee leden, luidende: "In afwijking van de datum van 1 januari 2011 bedoeld in het eerste lid, behouden de bedienden het recht op de vormingspremie na 31 december 2010 en dit tot de dag die voorafgaat aan: 1° de eerste dag van de derde maand volgend op de publicatie van dit lid in het Belgisch Staatsblad, indien ze op 3 februari 2013 niet meer ingeschreven waren voor een gecertificeerde opleiding;2° de eerste dag van de zesde maand volgend op de datum van de test verbonden aan de eerste georganiseerde gecertificeerde opleiding, van de een of meerdere gecertificeerde opleidingen waarvoor ze ingeschreven waren op 3 februari 2013, zonder dat die datum kan voorafgaan aan de eerste dag van de derde maand volgend op de publicatie van dit lid in het Belgisch Staatsblad, indien ze: a) hetzij niet geslaagd zijn voor deze opleiding;b) hetzij niet werden uitgenodigd voor de afsluitende test omwille van een ongewettigde afwezigheid tijdens de opleiding;c) hetzij ongewettigd afwezig waren op de afsluitende test;d) hetzij na een gewettigde afwezigheid tijdens de opleiding of de afsluitende test zich niet inschrijven voor een andere opleiding als de oorspronkelijke opleiding niet meer wordt georganiseerd. De in het tweede lid bedoelde personeelsleden verliezen het recht op de vormingspremie met ingang van de datum, waarop de periode aanvangt waarvoor hun de premie voor competentieontwikkeling wordt toegekend, indien deze datum voorafgaat aan de data vermeld in het tweede lid.".

Art. 2.In artikel 5bis, § 3, van hetzelfde besluit, ingevoegd bij het ministerieel besluit van 6 april 1995 en gewijzigd bij het ministerieel besluit van 19 februari 2010, wordt de bepaling onder a) vervangen als volgt: "a) de bediende die de vermelding "onvoldoende" kreeg bij zijn evaluatie;".

Art. 3.Dit besluit treedt in werking uitwerking de eerste dag van de maand volgend op de bekendmaking ervan in het Belgisch Staatsblad, met uitzondering van artikel 1 dat uitwerking heeft met ingang van 1 januari 2011.

Brussel, 11 december 2015.

Johan VAN OVERTVELDT

^