11 APRIL 2003. - Ministerieel besluit tot toekenning van een subsidie voor de permanente vorming van de gesubsidieerde werknemers van de non-profitsectoren

De Leden van het Verenigd College bevoegd voor het beleid inzake Bijstand aan personen, Gelet op de ordannantie van 22 december 2000 houdende de uitgavenbegroting van de Gemeenschappelijke Gemeenschapscommissie voor het begrotingsjaar 2001, Gelet op het besluit van 6 december 2001 van het Verenigd College houdende vaststelling van de subsidiëringsvoorschriften van centra en diensten voor Bijstand aan personen, inzonderheid op artikel 4;

Gelet op het akkoord met de non-profisector voor 2000-2005, gesloten op 23 juni 2000 met de sociale partners en goedgekeurd door de Brusselse Hoofdstedelijke Regering, Het Verenigd College van de Gemeenschappelijke Gemeenschapscommissie, het College van de Franse Gemeenschapscommissie en het College van de Vlaamse Gemeenschapscommissie;

Gelet op het advies van de Inspecteur van Financiën, gegeven op 3 april 2003;

Gelet op het advies van het Bureau van de Commissie voor Welzijnszorg van de Adviesraad voor Gezondheids- en Welzijnszorg, gegeven op 1 april 2003.

Gelet op de akkoordbevindingen van de Leden van het College, gevoegd voor de Begroting;

Gelet op de wetten op de Raad van State, gecoördineerd op 12 januari 1973, inzonderheid op artikel 3, § 1, gewijzigd bij de wet van 4 augustus 1996;

Gelet op de dringende noodzakelijkheid;

Overwegende dat de verschillende genomen maatregelen met het oog op een verbetering van de arbeidsomstandigheden van de werknemers van de non-profisector, alsmede van de kwaliteit van de dientverlening aan de bevolking, uitwerking hebben met ingang van 1 januari 2001, dat derhalve de betrokken diensten daarvan onverwijld in kennis dienen te worden gesteld, Besluiten :

Artikel 1.Elk erkend of gesubsidieerd centrum of dienst krijgt toestemming om 1 % van de gesubsidieerde loonmassa te besteden aan permanente vorming, op voorwaarde dat er een vormingsplan paritair werd goedgekeurd.

De drie sectoren - of een deel van een sector - bedoeld in artikel 1 van het besluit van het Verenigd College van 6 december 2001 tot vaststelling van de subsidiëringsvoorschriften van centra en diensten voor Bijstand aan personen, mogen in voorkomend geval de middelen gezamenlijk bestemmen, mits dit geen beheerskosten met zich meebrengt.

Art. 2.Dit besluit heeft uitwerking met ingang van 1 januari 2001.

Art. 3.De Leidend Ambtenaar van de Diensten van het Verenigd College wordt belast met de uitvoering van dit besluit.

Brussel, 11 april 2003.

Het lid van het Verenigd College, bevoegd voor het beleid inzake Bijstand aan personen, G. VANHENGEL