gepubliceerd op 23 juli 2020
Ministerieel besluit houdende maatregelen met betrekking tot vergunningen van bestuurder van ballons naar aanleiding van de crisis als gevolg van de verspreiding van het coronavirus
10 JULI 2020. - Ministerieel besluit houdende maatregelen met betrekking tot vergunningen van bestuurder van ballons naar aanleiding van de crisis als gevolg van de verspreiding van het coronavirus
De Minister van Mobiliteit, Gelet op de wet van 27 juni 1937 houdende herziening van de wet van 16 november 1919, betreffende de regeling der Luchtvaart, artikel 5, § 1, gewijzigd bij de wet van 2 januari 2001;
Gelet op het koninklijk besluit van 15 maart 1954 tot regeling der luchtvaart, artikelen 31, 33 tot 35;
Gelet op het ministerieel besluit van 27 oktober 1982 houdende regeling van de burgerlijke vergunningen van bestuurder van vrije ballon;
Gelet op het advies van de Inspecteur van Financiën, gegeven op 28 april 2020;
Gelet op de akkoordbevinding van de Minister van Begroting gegeven op 19 juni 2020;
Gelet op de betrokkenheid van de gewestregeringen;
Gelet op advies 67.409/4 van de Raad van State, gegeven op 10 juni 2020 met toepassing van artikel 84, § 1, eerste lid, 2°, van de wetten op de Raad van State, gecoördineerd op 12 januari 1973;
Overwegende dat in toepassing van het ministerieel besluit van 23 maart 2020Relevante gevonden documenten type ministerieel besluit prom. 23/03/2020 pub. 23/03/2020 numac 2020030347 bron federale overheidsdienst binnenlandse zaken Ministerieel besluit houdende dringende maatregelen om de verspreiding van het coronavirus COVID-19 te beperken sluiten houdende dringende maatregelen om de verspreiding van het coronavirus te beperken, gewijzigd door de ministeriële besluiten van 24 maart 2020, 3 april 2020, 17 april 2020, 30 april 2020 en 8 mei 2020, verplaatsingen beperkt zijn, regels van social distancing van toepassing zijn en recreatieve activiteiten verboden zijn, wat de exploitatiemogelijkheden van vrije ballons beperkt;
Overwegende dat het bijgevolg onmogelijk is om een praktische opleiding te volgen of een vaardigheidstest af te leggen voor het verkrijgen van een burgerlijke vergunning van bestuurder van een vrije ballon;
Overwegende dat er geen zekerheid bestaat omtrent de duur van de pandemie van het coronavirus in het algemeen en van haar gevolgen voor de vluchtuitvoeringen met vrije ballons;
Overwegende dat het van wezenlijk belang is om piloten die in de onmogelijkheid verkeren om te vliegen, niet te schaden;
Overwegende het noodzakelijk is om tijdelijke maatregelen te nemen die bestaan in de aanpassing van bepaalde termijnen voorzien in het ministerieel besluit van 27 oktober 1982 houdende regeling van de burgerlijke vergunningen van bestuurder van vrije ballon;
Overwegende dat rekening houdend met de bovenvermelde elementen en de noodzaak om een snelle herstart van operaties met ballons mogelijk te maken, de tijdelijke maatregelen genomen door dit besluit in het algemeen belang zo snel mogelijk moeten worden aangenomen en met terugwerkende kracht vanaf 18 maart 2020 moeten gelden.
Besluit :
Artikel 1.In het ministerieel besluit van 27 oktober 1982 houdende regeling van de burgerlijke vergunningen van bestuurder van vrije ballon wordt een artikel 3/1 ingevoegd, luidende : "
Artikel 3/1.In afwijking van artikel 3, 2°, wordt de termijn van één maand verlengd tot drie maanden voor elke aanvraag voor een oefenvergunning ingediend in de periode van 18 maart 2020 tot en met 30 juni 2020.".
Art. 2.In hetzelfde besluit wordt een artikel 4/1 ingevoegd, luidende : "
Art. 4/1.In afwijking van artikel 4, eerste lid, blijft de oefenvergunning die in de periode van 18 maart 2020 tot en met 31 juli 2020 verstrijkt, geldig tot en met 30 september 2020.".
Art. 3.In hetzelfde besluit wordt een artikel 7/1 ingevoegd, luidende : "
Art. 7/1.In afwijking van artikel 7, eerste lid, blijft de vergunning van bestuurder van vrije ballon die in de periode van 18 maart 2020 tot en met 31 juli 2020 verstrijkt, geldig tot en met 30 september 2020.".
Art. 4.In hetzelfde besluit wordt een artikel 13/1 ingevoegd, luidende : "
Art. 13/1.In afwijking van artikel 13, eerste lid wordt de termijn van twaalf maanden verlengd tot vierentwintig maanden voor elke aanvraag tot hernieuwing ingediend in de periode van 18 maart 2020 tot en met en 31 juli 2020.".
Art. 5.In hetzelfde besluit wordt een artikel 15/1 ingevoegd, luidende : "
Art. 15/1.In afwijking van artikel 15, eerste lid blijft de bevoegdverklaring als instructeur die in de periode van 18 maart 2020 tot en met 31 juli 2020 verstrijkt, geldig tot en met 30 september 2020."
Art. 6.Dit besluit heeft uitwerking met ingang van 18 maart 2020.
Brussel, 10 juli 2020.
De Minister van Mobiliteit, belast met skeyes en de Nationale Maatschappij der Belgische Spoorwegen, Fr. BELLOT