Etaamb.openjustice.be
Ministerieel Besluit van 10 december 2004
gepubliceerd op 25 januari 2005

Ministerieel besluit waarbij het Laboratorium voor Wilde Fauna en Jacht van het Centrum voor Natuur-, Bos- en Houtonderzoek ertoe gemachtigd wordt dieren van de soort Ree tijdelijk te vangen in sommige jachtgebieden voor wetenschappelijk onderzoek

bron
ministerie van het waalse gewest
numac
2005200064
pub.
25/01/2005
prom.
10/12/2004
ELI
eli/besluit/2004/12/10/2005200064/staatsblad
staatsblad
https://www.ejustice.just.fgov.be/cgi/article_body(...)
Document Qrcode

10 DECEMBER 2004. - Ministerieel besluit waarbij het Laboratorium voor Wilde Fauna en Jacht van het Centrum voor Natuur-, Bos- en Houtonderzoek ertoe gemachtigd wordt dieren van de soort Ree tijdelijk te vangen in sommige jachtgebieden voor wetenschappelijk onderzoek


De Minister van Landbouw, Landelijke Aangelegenheden, Leefmilieu en Toerisme, Gelet op de jachtwet van 28 februari 1882, inzonderheid op de artikelen 7 en 30bis, ingevoegd bij het decreet van 14 juli 1994;

Gelet op het verzoek van 8 oktober 2004 ingediend door het Centrum voor Natuur-, Bos- en Houtonderzoek;

Gelet op het advies van het Vaste Comité van de "Conseil supérieur wallon de la Chasse" (Waalse Hoge Jachtraad), uitgebracht op 1 december 2004, overeenkomstig artikel 6 van het huishoudelijk reglement van deze raad, zoals door hem beslist tijdens zijn zitting van 10 oktober 2001;

Gelet op het belang om onderzoeksprogramma's te besteden aan de ree die de meest verspreide soort grof wild is in het Waals Gewest en in België, Besluit :

Artikel 1.De leden van het Laboratorium voor Wilde Fauna en Jacht van het Centrum voor Natuur-, Bos- en Houtonderzoek, alsook de medewerkers waarop een beroep zal worden gedaan, worden ertoe gemachtigd, in het kader van programma's voor wetenschappelijk onderzoek die ze opvolgen, om dieren van de soort Ree tijdelijk te kunnen vangen om die te merken.

Die vergunning geldt op elk ogenblik vanaf 1 december 2004 tot 30 juni 2005.

Elke poging om een ree te vangen op een vastgesteld gebied behoeft de geschreven toestemming van volgende personen : 1° de houder van het jachtrecht voor dat gebied;2° de territoriaal bevoegde directeur van de Afdeling Natuur en Bossen indien het gebied onder het bosbeheer valt of, in het tegenovergestelde geval, de eigenaar van de grond. Die pogingen moeten worden uitgevoerd onder het toezicht van de territoriaal bevoegde directeur van de Afdeling Natuur en Bossen of zijn afgevaardigde, in aanwezigheid van minstens één van de leden van het Laboratorium voor Wilde Fauna en Jacht.

De dieren mogen alleen worden gevangen d.m.v. vallen, netten of verdovingsgeweren al dan niet voorzien van een richtkijker met lichtversterker. In overeenstemming met de houtvester van het betrokken gebied mag elk efficiënt vangstmiddel worden gebruikt.

Om sterfterisico's als gevolg van een vangstpoging te vermijden, moet die worden uitgevoerd in overleg met een dierenarts erkend door de directeur-generaal van het Directoraat-generaal Natuurlijke Hulpbronnen en Leefmilieu.

Art. 2.De Afdeling Natuur en Bossen is belast met de uitvoering van dit besluit.

Art. 3.Dit besluit treedt in werking op 1 december 2004.

Namen, 10 december 2004.

B. LUTGEN

^