Etaamb.openjustice.be
Ministerieel Besluit van 10 december 2004
gepubliceerd op 18 februari 2005

Ministerieel besluit houdende de bepaling van de middelgrote en grote veebedrijven en nadere bepalingen, over het abonnement voor de financiering van de ophaling en verwerking van krengen voor 1 juli 2004 tot 31 december 2004

bron
ministerie van de vlaamse gemeenschap
numac
2005035185
pub.
18/02/2005
prom.
10/12/2004
ELI
eli/besluit/2004/12/10/2005035185/staatsblad
staatsblad
https://www.ejustice.just.fgov.be/cgi/article_body(...)
Document Qrcode

10 DECEMBER 2004. - Ministerieel besluit houdende de bepaling van de middelgrote en grote veebedrijven en nadere bepalingen, over het abonnement voor de financiering van de ophaling en verwerking van krengen voor 1 juli 2004 tot 31 december 2004


De Vlaamse minister van Openbare Werken, Energie, Leefmilieu en Natuur, Gelet op het decreet van 2 juli 1981 betreffende de voorkoming en het beheer van afvalstoffen, inzonderheid op hoofdstuk IV, afdeling 5, gewijzigd bij het decreet van 24 april 1994 en 13 juli 2041;

Gelet op het besluit van de Vlaamse Regering van 24 mei 1995 betreffende de ophaling en de verwerking van dierlijk afval, inzonderheid op artikel 1, 12° en 13°, vervangen bij het besluit van de Vlaamse Regering van 19 juli 2002, en op artikel 5, § 1 en § 3;

Gelet op het besluit van de Vlaamse Regering van 27 juli 2004 tot bepaling van de bevoegdheden van de leden van de Vlaamse Regering, gewijzigd bij het besluit van de Vlaamse Regering van 15 oktober 2004;

Gelet op het ministerieel besluit van 22 maart 2004 houdende de bepaling van de middelgrote en grote veebedrijven en nadere bepalingen over het abonnement voor de financiering van de ophaling en verwerking van de krengen voor 1 januari tot 30 juni 2004;

Overwegende dat de Commissie Dierlijk Afval op 19 november 2003 advies uitbracht, Besluit :

Artikel 1.§ 1. De overeenkomst aangaande de financiering van de ophaling van dierlijk afval in de zin van artikel 5, § 1, eerste lid, van het besluit van de Vlaamse Regering van 24 mei 1995 betreffende de ophaling en de verwerking van dierlijk afval, krijgt voor de houder van een middelgroot of groot veebedrijf, zoals gedefinieerd in artikel 1, 13° van hetzelfde besluit, gestalte in de vorm van een abonnement.

De ondergrenzen die voor de onderstaande abonnementsprijzen per diersoort worden gehanteerd, worden beschouwd als de ondergrenzen van middelgrote bedrijven. Bedrijven waar minder dieren worden gehouden dan de ondergrens die per diersoort in onderstaande prijsbepalingen gehanteerd wordt, worden beschouwd als kleine bedrijven.

Voor veebedrijven met loopvogels wordt geen abonnementssysteem opgezet. De prijszetting gebeurt dus door de ophaler of verwerker van dierlijk afval. Veebedrijven met minder dan vijf loopvogels worden als kleine bedrijven beschouwd. § 2. De voorlopige bedragen voor 2004, zoals opgenomen in artikel 1, § 2 en 1, § 3 van het ministerieel besluit van 22 maart 2004 houdende de bepaling van de middelgrote en grote veebedrijven en nadere bepalingen over het abonnement voor de financiering van de ophaling en verwerking van krengen voor 1 januari 2004 tot 34 juni 2404, worden vastgelegd als definitieve bedragen voor 2004.

Art. 2.Overeenkomstig artikel 5, § 2bis van het besluit komt het Fonds voor Preventie en Sanering inzake Leefmilieu en Natuur tegemoet voor de kosten welke niet gedekt zijn door de tarieven van de abonnementen bedoeld in artikel 1 van dit besluit. Van 1 juli 2004 tot 31 december 2004 zal dit 50 % van de kosten van de middelgrote en grote veehouderijen bedragen.

Art. 3.Bij de overname van een veebedrijf moet de nieuwe eigenaar abonnementskosten betalen op basis van de mestbankaangifte van dat bedrijf die door de vorige eigenaar werd gedaan.

Art. 4.Producenten van dierlijk afval die niet genoemd worden in artikel 5, § 2 van het besluit van de Vlaamse Regering van 24 mei 11995 betreffende de ophaling en de verwerking van dierlijk afval, zoals tot op heden gewijzigd, en waarvoor geen abonnementstarieven worden vastgelegd, moeten zelf met een erkende ophaler of verwerker een financiële overeenkomst sluiten.

Art. 5.Als de betrokken producenten van dierlijk afval geen abonnement hebben genomen, zoals bepaald in artikel 1 en 2, worden de ophaling en de verwerking door de erkende ophaler verricht tegen een vergoeding per prestatie. Daarbij kan het maximumtarief worden toegepast dat door de Vlaamse minister, bevoegd voor het Leefmilieu, bepaald is in de erkenning van de ophaler.

Art. 6.Dit besluit treedt in werking op 1 juli 2004 en is geldig tot 31 december 2004.

Brussel, 10 december 2004.

K. PEETERS

^