9 JUNI 1998. - Ministerieel besluit houdende uitvoering van het koninklijk besluit van 27 maart 1998 houdende een gemeenschappelijke ordening der markten in de sector groenten en fruit in toepassing van Verordening (EG) nr. 2200/96 van de Raad van 28 oktober 1996 voor wat betreft de bevoegde diensten

De Minister van Landbouw en de Kleine en Middelgrote Ondernemingen, Gelet op de wet van 28 maart 1975 betreffende de handel in landbouw-, tuinbouw- en zeevisserijproducten, gewijzigd bij de wet van 29 december 1990, inzonderheid op de artikelen 3, § 1, 1°, 4 en 12;

Gelet op het koninklijk besluit van 27 maart 1998 houdende een gemeenschappelijke ordening der markten in de sector groenten en fruit in toepassing van Verordening (EG) nr. 2200/96 van de Raad van 28 oktober 1996.

Gelet op het koninklijk besluit van 3 februari 1995 houdende de coördinatie van de wet van 10 november 1967 houdende de oprichting van het Belgisch Interventie- en Restitutiebureau;

Gelet op het overleg met de Gewestregeringen;

Gelet op de wetten op de Raad van State, gecoördineerd op 12 januari 1973, inzonderheid op artikel 3, § 1, gewijzigd bij de wetten van 9 augustus 1980, 16 juni 1989, 4 juli 1989, 6 april 1995 en 4 augustus 1996;

Gelet op de dringende noodzakelijkheid;

Overwegende dat de noodzaak om onverwijld maatregelen te nemen inzake de bevoegde diensten voortvloeit uit de verplichting zich te schikken naar de Verordening (EG) nr. 2200/96 van de Raad van 28 oktober 1996 houdende een gemeenschappelijke ordening der markten in de sector groenten en fruit en de daaruit voortvloeiende toepassingsverordeningen, Besluit :

Artikel 1.De in artikel 15 in het koninklijk besluit van 27 maart 1998 houdende een gemeenschappelijke ordening der markten in de sector groenten en fruit in toepassing van Verordening (EG) nr. 2200/96 van de Raad van 28 oktober 1996 bedoelde bevoegde diensten zijn hierna vermeld : 1. Het Bestuur voor het Landbouwbeleid, Dienst Plantaardige Producten is belast met : - het in ontvangst nemen en onderzoek van de aanvragen tot erkenning of voorlopige erkenning; - het in ontvangst nemen van de ontwerpen van operationele programma's, actieprogramma's en erkenningsprogramma's en de coördinatie van het onderzoek tot goedkeuring ervan; - de mededelingen aan en contacten met de Commissie van de Europese Gemeenschappen. 2. Het Bestuur voor de Kwaliteit van de Grondstoffen en de Plantaardige Sector en het Bestuur voor Onderzoek en Ontwikkeling en het Belgisch Interventie- en Restitutiebureau zijn belast, elk voor wat hun bevoegdheden betreft met : - het verrichten van de controles en - het nemen van de nodige maatregelen tot voorkoming, bestrijding en vaststelling van inbreuken en fraude op alle maatregelen en communautaire voorschriften terzake. Deze diensten zijn inzonderheid bevoegd om de nodige instructies hieromtrent op te leggen ten behoeve van de telersverenigingen of groeperingen van telersverenigingen. 3. Het Bestuur voor de Kwaliteit van de Grondstoffen en de Plantaardige Sector is eveneens belast met : - de notering van producenten- en invoerprijzen en - de verzameling van de productiegegevens bij de telersverenigingen en bij de niet bij een erkende telersvereniging aangesloten telers. De dienst is inzonderheid bevoegd om alle nodige instructies hieromtrent op te leggen. 4. Het Belgisch Interventie- en Restitutiebureau is belast met de toekenning van de communautaire steun.

Art. 2.Voor de toepassing van artikel 8, § 1, van in artikel 1 bedoeld koninklijk besluit lichten de betrokken overheden elkaar in omtrent de maatregelen voor controle en ter voorkoming, bestrijding en vaststelling van inbreuken en fraudes bij de uitvoering van de acties van de operationele programma's, actie-programma's of erkenningsprogramma's die tot hun bevoegdheid behoren.

Art. 3.Dit besluit heeft uitwerking met ingang van 1 januari 1997.

Brussel, 9 juni 1998.

K. PINXTEN