9 JUNI 1997. Ministerieel besluit tot wijziging van het ministerieel besluit van 8 maart 1993 houdende maatregelen met het oog op de preventie en opsporing van de ziekte van Aujeszky

De Minister van Landbouw en de Kleine en Middelgrote Ondernemingen, Gelet op de dierengezondheidswet van 24 maart 1987 gewijzigd bij de wetten van 29 december 1990, 20 juli 1991, 6 augustus 1993, 21 december 1994 en 20 december 1995;

Gelet op het koninklijk besluit van 5 maart 1993 houdende maatregelen van Diergeneeskundige politie betreffende de ziekte van Aujeszky, gewijzigd bij het koninklijk besluit van 19 mei 1993 en 7 augustus 1995, inzonderheid op de artikelen 12 en 13;

Gelet op het koninklijk besluit van 15 februari 1995 houdende bijzondere maatregelen van epidemiologisch toezicht op en preventie van aangifteplichtige varkensziekten;

Gelet op het ministerieel besluit van 8 maart 1993 houdende maatregelen met het oog op de preventie en opsporing van de ziekte van Aujeszky gewijzigd bij het ministerieel besluit van 19 september 1996;

Gelet op de wetten op de Raad van State, gecoördineerd op 12 januari 1973, inzonderheid op artikel 3, 1 gewijzigd bij de wetten van 9 augustus 1980, 16 juni 1989, 4 juli 1989 en 4 augustus 1996;

Gelet op de dringende noodzakelijkheid, Overwegende dat het noodzakelijk is onverwijld op grote schaal bloedstalen te verzamelen bij varkens in het kader van de georganiseerde preventie en opsporing van de ziekte van Aujeszky teneinde de exportmogelijkheden van de varkenssektor te vrijwaren, Besluit

Artikel 1.Artikel 1bis van het ministerieel besluit van 8 maart 1993 houdende maatregelen met het oog op de preventie en opsporing van de ziekte van Aujeszky wordt vervangen als volgt : " Artikel 1bis. 1. Voor het preleveren van de bloedmonsters bepaald in artikel 1 kan de Dienst : 1°de bedrijfsdierenarts, bedoeld bij artikel 2 van het koninklijk besluit van 15 februari 1995 houdende bijzondere maatregelen van epidemiologisch toezicht op en preventie van aangifteplichtige varkensziekten, aanduiden voor bloedstaalname op het bedrijf; 2°een aangenomen dierenarts aanduiden voor bloedstaalname in het slachthuis. 2. De volgens 1 aangeduide dierenartsen worden als volgt naar hun prestaties vergoed : 1°Ingeval van bloedname op het bedrijf door de bedrijfsdierenarts dient het bezoek deel uit te maken van de bedrijfsbezoeken bedoeld bij artikel 3 van het koninklijk besluit van 15 februari 1995 houdende bijzondere maatregelen van epidemiologisch toezicht op en preventie van aangifteplichtige varkensziekten, en wordt vergoed overeenkomstig 4 van artikel 3 van hetzelfde besluit. 2°Voor het door de Dienst opgelegde preleveren van elk van de bloedmonsters in het bedrijf of in het slachthuis wordt aan de aangeduide dierenarts een forfaitaire vergoeding toegekend ten laste van het Fonds voor de gezondheid en de produktie van de dieren ten bedrage van 100 frank per gepreleveerd bloedstaal op voorwaarde dat de selectie van de bemonsterde dieren, de bloedname en de identificatie werden uitgevoerd volgens de onderrichtingen van de inspecteur-dierenarts en voor zover de gevraagde documenten correct en volledig werden ingevuld. De vergoedingen worden rechtstreeks aan de aangeduide dierenarts uitbetaald tegen overlegging van een behoorlijk gerechtvaardigde kostenstaat die door de inspecteur-dierenarts juist werd verklaard. Een model van kwartaalstaat is in bijlage 1 bij dit besluit gevoegd. "

Art. 2.Artikel 2bis van hetzelfde besluit wordt opgeheven.

Art. 3.In bijlage 1 van het zelfde besluit wordt het woord "bedrijfsdierenarts" vervangen door de woorden "aangeduide dierenarts".

Art. 4.Dit besluit heeft uitwerking met ingang van 1 januari 1997.

Brussel, 9 juni 1997.

De Minister van Landbouw en de Kleine en Middelgrote Ondernemingen, K. PINXTEN