7 MEI 2007. - Ministerieel besluit tot vaststelling van de toelage aan de rekenplichtige van het Nationaal Instituut voor Criminalistiek en Criminologie

De Minister van Justitie, Gelet op de wet van 15 december 1997 waarbij het Nationaal Instituut voor Criminalistiek en Criminologie opgericht wordt als staatsdienst met afzonderlijk beheer, inzonderheid op artikel 2;

Gelet op het koninklijk besluit van 7 januari 1998 houdende organisatie van het administratief en financieel beheer van het Nationaal Instituut voor Criminalistiek en Criminologie als staatsdienst met afzonderlijk beheer, inzonderheid op artikel 19bis, ingevoegd bij het koninklijk besluit van 27 april 2007 tot wijziging van het koninklijk besluit van 7 januari 1998 houdende organisatie van het administratief en financieel beheer van het Nationaal Instituut voor Criminalistiek en Criminologie als staatsdienst met afzonderlijk beheer;

Gelet op het advies van de Inspecteur van Financiën, gegeven op 4 augustus 2006;

Gelet op de akkoordbevinding van Onze Minister van Ambtenarenzaken, van 13 februari 2007;

Gelet op de akkoordbevinding van Onze Minister van Begroting, van 30 maart 2007;

Gelet op het protocol nr. 322 van 24 april 2007 van het Sectorcomité III-Justitie;

Gelet op de wetten op de Raad van State, gecoördineerd op 12 januari 1973, inzonderheid op artikel 3, § 1, vervangen door de wet van 4 juli 1989 en gewijzigd bij de wet van 4 augustus 2004;

Gelet op de dringende noodzakelijkheid;

Besluit :

Artikel 1.De rekenplichtige van het Nationaal Instituut voor Criminalistiek en Criminologie ontvangt een jaarlijkse forfaitaire toelage van 2.903, 63 EUR. De toelage wordt maandelijks en na vervallen termijn betaald, ten bedrage van één twaalfde van het bedrag bedoeld in het eerste lid. Zij wordt tegelijk en in dezelfde mate als de wedde van de maand, waarop zij betrekking heeft, vereffend.

De toelage wordt gekoppeld aan de mobiliteitsregeling toepasselijk op de wedden van het personeel der ministeries. Zij wordt gekoppeld aan het spilindexcijfer 103,14.

Art. 2.Dit besluit heeft uitwerking met ingang van 1 januari 2006.

Brussel, 7 mei 2007.

Mevr. L. ONKELINX