Etaamb.openjustice.be
Ministerieel Besluit van 07 december 2018
gepubliceerd op 28 december 2018

Ministerieel besluit betreffende de uitvoering van de Vlaamse sociale bescherming, wat de mobiliteitshulpmiddelen betreft

bron
vlaamse overheid
numac
2018015344
pub.
28/12/2018
prom.
07/12/2018
ELI
eli/besluit/2018/12/07/2018015344/staatsblad
staatsblad
https://www.ejustice.just.fgov.be/cgi/article_body(...)
links
Raad van State (chrono)
Document Qrcode

7 DECEMBER 2018. - Ministerieel besluit betreffende de uitvoering van de Vlaamse sociale bescherming, wat de mobiliteitshulpmiddelen betreft


DE VLAAMSE MINISTER VAN WELZIJN, VOLKSGEZONDHEID EN GEZIN, Gelet op het decreet van 18 mei 2018Relevante gevonden documenten type decreet prom. 18/05/2018 pub. 17/08/2018 numac 2018013215 bron vlaamse overheid Decreet houdende de Vlaamse sociale bescherming sluiten houdende de Vlaamse sociale bescherming, artikel 105, § 2, artikel 107, 109, 122, 126, 128, 129, 130, tweede lid, en artikel 185;

Gelet op het besluit van de Vlaamse Regering van 30 november 2018Relevante gevonden documenten type besluit van de vlaamse regering prom. 30/11/2018 pub. 28/12/2018 numac 2018032546 bron vlaamse overheid Besluit van de Vlaamse Regering houdende de uitvoering van het decreet van 18 mei 2018 houdende de Vlaamse sociale bescherming sluiten houdende de uitvoering van het decreet van 18 mei 2018Relevante gevonden documenten type decreet prom. 18/05/2018 pub. 17/08/2018 numac 2018013215 bron vlaamse overheid Decreet houdende de Vlaamse sociale bescherming sluiten houdende de Vlaamse sociale bescherming, artikel 240, 253, § 3, artikel 262, § 3, artikel 278, 288, 293, 309, artikel 311, § 3, artikel 331, § 1, derde lid, artikel 336, 340, § 3, artikel 341, tweede lid, artikel 342, § 2, derde lid, artikel 353, 367, derde lid, artikel 391, § 3, artikel 397, tweede lid, artikel 650, tweede lid, artikel 651, derde lid, artikel 652, § 2, tweede lid, en artikel 653, tweede lid;

Gelet op het advies van de Inspectie van Financiën, gegeven op 8 oktober 2018;

Gelet op de adviesaanvraag binnen dertig dagen, die op 12 oktober 2018 bij de Raad van State is ingediend, met toepassing van artikel 84, § 1, eerste lid, 2°, van de wetten op de Raad van State, gecoördineerd op 12 januari 1973;

Overwegende dat het advies niet is meegedeeld binnen die termijn;

Gelet op artikel 84, § 4, tweede lid, van de wetten op de Raad van State, gecoördineerd op 12 januari 1973, Besluit : HOOFDSTUK 1. - Definities

Artikel 1.In dit besluit wordt verstaan onder: 1° agentschap: het Agentschap voor Vlaamse Sociale Bescherming, vermeld in artikel 9 van het decreet van 18 mei 2018Relevante gevonden documenten type decreet prom. 18/05/2018 pub. 17/08/2018 numac 2018013215 bron vlaamse overheid Decreet houdende de Vlaamse sociale bescherming sluiten houdende de Vlaamse sociale bescherming;2° besluit van 30 november 2018: het besluit van de Vlaamse Regering van 30 november 2018Relevante gevonden documenten type besluit van de vlaamse regering prom. 30/11/2018 pub. 28/12/2018 numac 2018032546 bron vlaamse overheid Besluit van de Vlaamse Regering houdende de uitvoering van het decreet van 18 mei 2018 houdende de Vlaamse sociale bescherming sluiten houdende de uitvoering van het decreet van 18 mei 2018Relevante gevonden documenten type decreet prom. 18/05/2018 pub. 17/08/2018 numac 2018013215 bron vlaamse overheid Decreet houdende de Vlaamse sociale bescherming sluiten houdende de Vlaamse sociale bescherming. HOOFDSTUK 2. - Algemeen

Art. 2.De prestatielijst wordt vastgesteld in bijlage 1, die bij dit besluit is gevoegd.

Art. 3.De omvang van de tegemoetkomingen voor mobiliteitshulpmiddelen is vastgelegd in bijlage 2, die bij dit besluit is gevoegd.

De omvang van de tegemoetkomingen, vermeld in artikel 308 van het besluit van 30 november 2018, wordt forfaitair bepaald op basis van het mobiliteitshulpmiddel waarvoor de gebruiker in aanmerking komt.

De omvang van de tegemoetkoming voor het opstellen van een testrapport bij de aankoop van een elektronische rolstoel, vermeld in artikel 311, § 3, van het besluit van 30 november 2018, is vastgelegd in bijlage 2, die bij dit besluit is gevoegd.

De omvang van de administratieve tegemoetkoming bij overlijden van de gebruiker tussen de goedkeuring van de aangevraagde tegemoetkoming en de aflevering van het mobiliteitshulpmiddel bij huur, vermeld in artikel 340, § 3, van het besluit van 30 november 2018, is vastgelegd in bijlage 2, die bij dit besluit is gevoegd. HOOFDSTUK 3. - Aankoop Afdeling 1. - Buiten de productlijst - bijkomende tegemoetkoming

Art. 4.Het bestek, vermeld in artikel 293 van het besluit van 30 november 2018, bevat minstens de volgende gegevens: 1° het KBO-nummer van de verstrekker van mobiliteitshulpmiddelen of, in voorkomend geval, van de onderneming in opdracht waarvan de verstrekker van mobiliteitshulpmiddelen werkt;2° de naam en de handtekening van de verstrekker van mobiliteitshulpmiddelen;3° de naam en de handtekening van de gebruiker;4° de datum en de geldigheidsduur van het bestek;5° de gegevens over het aangevraagde mobiliteitshulpmiddel, ten minste: a) de fabrikant;b) het merk;c) het type;d) de prijs, inclusief btw;e) het toepasselijke btw-tarief. Afdeling 2. - Forfaitaire tegemoetkomingen

Art. 5.Een forfaitaire tegemoetkoming als vermeld in artikel 308 van het besluit van 30 november 2018, kan niet worden aangevuld met een tegemoetkoming voor supplementen, aanpassingen of maatwerk.

Art. 6.Een forfaitaire tegemoetkoming kan niet worden toegekend voor de aankoop van een tweede rolstoel.

Een forfaitaire tegemoetkoming kan niet worden toegekend voor de aankoop van een mobiliteitshulpmiddel dat, conform artikel 241, § 2, van het besluit van 30 november 2018, gecumuleerd wordt met een ander mobiliteitshulpmiddel waarvoor al een forfaitaire tegemoetkoming is toegekend. Afdeling 3. - Uitzonderlijke situaties

Art. 7.Bij een aanvraag die ingediend wordt conform artikel 331, § 1, eerste lid, van het besluit van 30 november 2018, worden de volgende documenten gevoegd: 1° het aanvraagformulier;2° een medisch voorschrift of rolstoeladviesrapport;3° een motiveringsrapport;4° een bestek. Het agentschap kan oordelen dat een medisch voorschrift voor de betreffende aanvraag niet volstaat en dat hoe dan ook een rolstoeladviesrapport vereist is. HOOFDSTUK 4. - Toekenning van tegemoetkomingen - facturatie

Art. 8.In het kader van de facturatie van tegemoetkomingen voor mobiliteitshulpmiddelen conform boek 2, deel 2, titel 6, hoofdstuk 1, van het besluit van 30 november 2018, bevat de factuur de volgende rubrieken: 1° de gegevens van de gebruiker;2° de gegevens van de verstrekker van mobiliteitshulpmiddelen of, in voorkomend geval, van de onderneming in opdracht waarvan de verstrekker van mobiliteitshulpmiddelen werkt;3° de gegevens van de zorgkas;4° de datum van aflevering of, bij verhuur, de maand waarop het gefactureerde huurforfait betrekking heeft;5° een overzicht van de aangerekende mobiliteitshulpmiddelen;6° een overzicht van de aangerekende supplementen;7° het bedrag van de tegemoetkoming voor de mobiliteitshulpmiddelen.

Art. 9.Bundels facturen waarvan het aantal verworpen onderdelen meer dan 5 % bedraagt, worden in hun geheel geweigerd.

De instructies voor de digitale facturatie die betrekking hebben op de algemene procedure, de recordtekening en de beschrijving van de velden worden door het agentschap uitgeschreven in diverse instructies die online ter beschikking worden gesteld. HOOFDSTUK 5. - Indicatiestelling

Art. 10.Een lijst van alle verstrekkers van mobiliteitshulpmiddelen tot wie de gebruiker zich naar eigen keuze kan wenden als vermeld in artikel 353 van het besluit van 30 november 2018, wordt gepubliceerd op de website van het agentschap. HOOFDSTUK 6. - Verstrekkers van mobiliteitshulpmiddelen

Art. 11.Om te kunnen voldoen aan de voorwaarden, vermeld in artikel 367, eerste lid, 1° en 2°, van het besluit van 30 november 2018, legt de verstrekker van mobiliteitshulpmiddelen een competentiedossier voor waaruit blijkt dat aan elk van de volgende voorwaarden is voldaan: 1° de verstrekker van mobiliteitshulpmiddelen, de onderneming in opdracht waarvan de verstrekker werkt of het samenwerkingsverband waarvan de verstrekker deel uitmaakt, is minimaal drie jaar actief in het verdelen van hulpmiddelen voor communicatie, computer- en omgevingsbediening;2° de verstrekker van mobiliteitshulpmiddelen, de onderneming in opdracht waarvan de verstrekker werkt of het samenwerkingsverband waarvan de verstrekker deel uitmaakt, toont aan dat hij of zij kennis heeft van alle aangeboden huurpakketten en kan instaan voor indienststelling, helpdesk en kleine herstellingen, aan de hand van een beschrijving van minimaal twintig gerealiseerde totaaloplossingen. Om te kunnen voldoen aan de voorwaarde, vermeld in artikel 367, eerste lid, 3°, van het besluit van 30 november 2018, legt de verstrekker van mobiliteitshulpmiddelen een personeelsplan en een materiaalbeheersplan voor waaruit blijkt dat de verstrekker van mobiliteitshulpmiddelen, de onderneming in opdracht waarvan de verstrekker werkt of het samenwerkingsverband waarvan de verstrekker deel uitmaakt, de afleveringstermijnen, vermeld in artikel 282, § 1, van het voormelde besluit, kan verzekeren. HOOFDSTUK 7. - Controles

Art. 12.De mate waarin a priori of a posteriori controles worden uitgevoerd door de Zorgkassencommissie, conform artikel 253, § 3, artikel 391, § 3, en artikel 397, tweede lid, van het besluit van 30 november 2018, wordt bepaald door het agentschap. HOOFDSTUK 8. - Slotbepalingen Afdeling 1. - Overgangsbepalingen

Art. 13.§ 1. Met behoud van de toepassing van artikel 268, tweede lid, van het besluit van 30 november 2018 hoeven de mobiliteitshulpmiddelen die voor 1 januari 2019 al opgenomen zijn op de lijst van voor vergoeding aangenomen producten bij het RIZIV en die aan gebruikers worden verkocht voor 1 januari 2020 of die al worden verhuurd aan gebruikers voor 1 januari 2020, niet te voldoen aan de technische vereisten die voor het mobiliteitshulpmiddel in kwestie opgenomen zijn in de prestatielijst, maar wel aan de technische vereisten die voor het mobiliteitshulpmiddel in kwestie opgenomen zijn in artikel 28, § 8, van de bijlage bij het koninklijk besluit van 14 september 1984Relevante gevonden documenten type koninklijk besluit prom. 14/09/1984 pub. 16/12/2013 numac 2013000795 bron federale overheidsdienst sociale zekerheid Koninklijk besluit tot vaststelling van de nomenclatuur van de geneeskundige verstrekkingen inzake verplichte verzekering voor geneeskundige verzorging en uitkeringen. - Duitse vertaling van uittreksels sluiten tot vaststelling van de nomenclatuur van de geneeskundige verstrekkingen inzake verplichte verzekering voor geneeskundige verzorging en uitkeringen, zoals van toepassing op 31 december 2018.

Voor de producten waarvan de productfiches uiterlijk op 30 juni 2019 niet in overeenstemming zijn met de technische vereisten, vermeld in de prestatielijst, wordt een beslissing tot schrapping genomen. De producten blijven in voorkomend geval vergoedbaar tot en met 31 december 2019. § 2. De mobiliteitshulpmiddelen waarvan vanaf 1 januari 2019 de opname gevraagd wordt op de productlijst, conform deel 2, titel 8, hoofdstuk 2, van het besluit van 30 november 2018, moeten voldoen aan de technische vereisten die voor het mobiliteitshulpmiddel in kwestie opgenomen zijn in de prestatielijst bij dit besluit.

Art. 14.De dossiers, vermeld in artikel 650, 651 en 653 van het besluit van 30 november 2018, worden geacht volledig te zijn als voldaan is aan de vereisten die met het oog op volledigheid vervuld moeten zijn conform het besluit van de Vlaamse Regering van 24 juli 1991 betreffende de indiening en afhandeling van de aanvraag tot ondersteuning bij het Vlaams Agentschap voor Personen met een Handicap en het besluit van de Vlaamse Regering van 13 juli 2001 tot vaststelling van de criteria, voorwaarden en refertebedragen van de tussenkomsten in de individuele materiële bijstand voor de sociale integratie van personen met een handicap, zoals van toepassing op 31 december 2018.

Bij de aanvragen die, door de toepassing van artikel 650, 651 en 653 van het besluit van 30 november 2018, niet meer kunnen worden behandeld door het VAPH en waarover het VAPH geen beslissing meer kan nemen, informeert het VAPH de betrokkene over de procedure die conform het besluit van 30 november 2018 moet worden gevolgd en de documenten die in dat kader bij de zorgkas moeten worden ingediend.

Art. 15.De afwijking, vermeld in artikel 652, § 2, eerste lid, geldt tot en met 31 december 2020. Afdeling 2. - Inwerkingtredingsbepaling

Art. 16.Dit besluit treedt in werking op 1 januari 2019.

Brussel, 7 december 2018.

De Vlaamse minister van Welzijn, Volksgezondheid en Gezin, J. VANDEURZEN

Voor de raadpleging van de tabel, zie beeld

^