6 MEI 1999. - Ministerieel besluit waarbij beslist wordt dat bepaalde gronden op het grondgebied van de gemeente Edingen, voor ambacht, K.M.O.'s en dienstverlening bestemd moeten worden

De Minister-President van de Waalse Regering, belast met Economie, Buitenlandse Handel, K.M.O.'s, Toerisme en Patrimonium, Gelet op de bijzondere wet van 8 augustus 1980 tot hervorming der instellingen, gewijzigd bij de bijzondere wet van 8 augustus 1988, inzonderheid op artikel 6, § 1, derde lid;

Gelet op de wet van 26 juli 1962 betreffende de rechtspleging bij hoogdringende omstandigheden inzake onteigeningen ten algemenen nutte;

Gelet op de wet van 30 december 1970 betreffende de economische expansie, inzonderheid op de artikelen 30 en 31;

Gelet op het decreet van 6 mei 1988 betreffende de onteigeningen wegens openbaar nut, voortgezet of toegelaten door de Waalse Gewestexecutieve;

Gelet op het decreet van 15 maart 1990 tot invoeging, in de wet van 30 december 1970 betreffende de economische expansie, van een artikel 30bis, een artikel 31bis en een artikel 32bis;

Gelet op de beraadslaging van 10 november 1998 van de raad van bestuur van de "IDETA" waarbij de toelating wordt gevraagd om over te gaan tot de onteigening van gronden gelegen op het grondgebied van de gemeente Edingen, om ze voor ambacht, K.M.O.'s en dienstverlening te bestemmen;

Gelet op het bijgaande bestemmings- en onteigeningsplan waarop die gronden voorkomen;

Gelet op het bij bovenvermelde beraadslaging gevoegde dossier waarbij is vastgesteld dat de bij artikel 30 van de wet van 30 december 1970 voorgeschreven formaliteiten vervuld zijn;

Gelet op de bezwaren, ingebracht tijdens het openbaar onderzoek en overwegende dat ze in aanmerking moeten komen voor zover ze betrekking hebben op het doel van dit onderzoek;

Gelet op het gunstig advies van de tijdens de behandeling van het dossier geraadpleegde besturen;

Overwegende dat de gedeeltelijke wijziging van het gewestplan, definitief aangenomen bij besluit van de Waalse Regering van 18 juni 1998, waarbij de betrokken gronden als gemengde bedrijfsruimten en groene ruimten werden opgenomen, onverwijld uitgevoerd moet worden;

Overwegende dat om de aankoop van de in het betrokken gebied gelegen gronden wordt gevraagd overeenkomstig artikel 30 van de wet van 30 december 1970 betreffende de economische expansie;

Overwegende dat de intercommunale zo spoedig mogelijk moet kunnen ingaan op het verzoek van de investeerders die over bovenvermelde gronden wensen te beschikken, Besluit :

Artikel 1.De op het bijgaande plan opgenomen gronden, gelegen op het grondgebied van de gemeente Edingen, moeten voor ambacht, K.M.O.'s en dienstverlening bestemd worden.

Art. 2.Het algemeen nut vordert de onteigening in volle eigendom van de betrokken gronden overeenkomstig het bijgaande plan. De inbezitneming hiervan moet onmiddellijk gebeuren.

Art. 3.De intercommunale IDETA te Doornik wordt ertoe gemachtigd tot de onteigening van deze gronden over te gaan overeenkomstig de wet van 26 juli 1962 betreffende de rechtspleging bij hoogdringende omstandigheden inzake onteigeningen ten algemenen nutte.

Art. 4.De erkenning van dit gebied is aan de volgende volwaarden onderworpen : 1. De voorschriften betreffende de bedrijfs- of uitrustingsoppervlakten die bij het op 19 januari 1994 aangenomen gemeentelijk stedenbouwkundig reglement van Edingen opgelegd zijn, zullen in acht genomen moeten worden;2. Een landbouwweg zal behouden moeten blijven ter ontsluiting van het overige landbouwgebied, waarbij voor de aansluiting tussen de Rodestraat en de Oudegalgweg wordt gezorgd;3. Er moet in een vrij gebied vanaf de grens met de autosnelweg worden voorzien dat 30 meter diep is. Namen, 6 mei 1999.

R. COLLIGNON

TABEL VAN DE GRONDINNEMINGEN Voor de raadpleging van de tabel, zie beeld Le plan peut être consulté auprès de l'administration communale de et à Enghien./Het plan ligt ter inzage bij het gemeentenbestuur van Edingen.