Etaamb.openjustice.be
Ministerieel Besluit van 06 maart 1998
gepubliceerd op 25 maart 1998

Ministerieel besluit tot wijziging van het ministerieel besluit van 6 december 1993 houdende erkenning van laboratoria voor het opsporen bij dieren van stoffen met hormonale of met antihormonale werking

bron
ministerie van middenstand en landbouw en ministerie van sociale zaken, volksgezondheid en leefmilieu
numac
1998022181
pub.
25/03/1998
prom.
06/03/1998
ELI
eli/besluit/1998/03/06/1998022181/staatsblad
staatsblad
https://www.ejustice.just.fgov.be/cgi/article_body(...)
links
Raad van State (chrono)
Document Qrcode

6 MAART 1998. Ministerieel besluit tot wijziging van het ministerieel besluit van 6 december 1993 houdende erkenning van laboratoria voor het opsporen bij dieren van stoffen met hormonale of met antihormonale werking


De Minister van Landbouw en de Kleine en Middelgrote Ondernemingen, De Minister van Volksgezondheid, Gelet op de wet van 15 juli 1985 betreffende het gebruik bij dieren van stoffen met hormonale, anti-hormonale, bèta-adrenergische werking of produktiestimulerende werking, inzonderheid op artikel 7, gewijzigd bij de wetten van 11 juli 1994 en 17 maart 1997;

Gelet op het koninklijk besluit van 19 januari 1990 tot vaststelling van de voorwaarden inzake de erkenning van laboratoria voor de ontleding van monsters, genomen in toepassing van de wet van 15 juli 1985 betreffende het gebruik bij dieren van stoffen met hormonale of antihormonale werking, inzonderheid op artikel 4;

Gelet op het ministerieel besluit van 6 december 1993 houdende erkenning van laboratoria voor het opsporen bij dieren van stoffen met hormonale of met antihormonale werking, gewijzigd bij het ministerieel besluit van 6 december 1994;

Gelet op het advies van het Wetenschappelijk Instituut Volksgezondheid-Louis Pasteur;

Op de voordracht van het Instituut voor veterinaire keuring, Besluiten :

Artikel 1.In de bijlage I van het ministerieel besluit van 6 december 1993 houdende erkenning van laboratoria voor het opsporen bij dieren van stoffen met hormonale of met antihormonale werking worden de punten 1 en 4 vervangen door de volgende bepalingen : « 1. D1 Het Laboratorium chemische analyse, Faculteit van de Diergeneeskunde, Vakgroep diergeneeskundig toezicht op eetwaren, Salisburylaan 133 te 9820 Merelbeke, onder de leiding van de heer H. De Brabander; 4. M1 Het « laboratoire d'analyse des denrées alimentaires d'origine animale;Université de Liège, Faculté de Médecine vétérinaire, Bâtiment B43 Bis Sart Tilman, 4000 Liège », onder de leiding van de heer G. Maghuin-Rogister. »

Art. 2.In bijlage II, punt 1, van hetzelfde besluit worden de volgende wijzigingen aangebracht : 1° de analysemethoden GC-MS voor het opsporen van stilbenen, stilbeenderivaten, zouten en esters ervan en van stoffen met oestrogene, androgene of gestagene werking worden toegevoegd voor de laboratoria D1, D2, M1, R1 en V1;2° de analysemethoden HPLC-PCD en GC-MS voor het opsporen van stoffen met bèta-adrenergische werking worden toegevoegd voor het laboratorium D2.

Art. 3.Punt 3 van de bijlage 2 van hetzelfde besluit wordt aangevuld als volgt : Voor de raadpleging van de tabel, zie beeld

Art. 4.Dit besluit treedt in werking de dag waarop het in het Belgisch Staatsblad wordt bekendgemaakt.

Brussel, 6 maart 1998.

De Minister van Landbouw en de Kleine en Middelgrote Ondernemingen, K. PINXTEN De Minister van Volksgezondheid, M. COLLA

^