gepubliceerd op 12 januari 2001
Ministerieel besluit houdende delegatie van sommige bevoegdheden inzake algemene werking en organisatie van de diensten aan de Vlaamse Bouwmeester
6 DECEMBER 2000. - Ministerieel besluit houdende delegatie van sommige bevoegdheden inzake algemene werking en organisatie van de diensten aan de Vlaamse Bouwmeester
De Vlaamse minister van Binnenlandse Aangelegenheden, Ambtenarenzaken en Sport, Gelet op het besluit van de Vlaamse regering van 24 november 1993 houdende organisatie van het Ministerie van de Vlaamse Gemeenschap en de regeling van de rechtspositie van het personeel;
Gelet op het besluit van de Vlaamse regering van 13 juli 1999 tot bepaling van de bevoegdheden van de leden van de Vlaamse regering, gewijzigd bij besluit van de Vlaamse regering van 15 oktober 1999;
Gelet op het besluit van de Vlaamse regering van 1 december 1998 tot aanstelling van de Vlaamse Bouwmeester;
Overwegende dat het, met het oog op een efficiënte beleidsuitvoering, aangewezen is om sommige bevoegdheden te delegeren aan de Vlaams Bouwmeester, Besluit : Afdeling 1. - Delegaties van algemene aard
Artikel 1.De Vlaams Bouwmeester wordt gemachtigd om binnen zijn bevoegdheidssfeer, de uitgaven te laten vereffenen, na de uitvoering van de opdracht vastgesteld en goedgekeurd te hebben, met betrekking tot de basisallocatie 12.23 en basisallocatie 74.80 van programma 26.10. Hij is gemachtigd om de vastleggings- en betalingsdocumenten te ondertekenen inzake verbintenissen die door hem werden aangegaan overeenkomstig de in artikelen 4 en 5 verleende delegaties en machtigingen.
Art. 2.De Vlaams Bouwmeester is gemachtigd om personeelsleden van zijn team aan te duiden die hem zullen vertegenwoordigen bij congressen, colloquia, studiedagen en conferenties of die een interview mogen toestaan of een voordracht of toespraak mogen houden met betrekking tot de materies die binnen zijn taakomschrijving vallen.
Art. 3.De Vlaams Bouwmeester is gemachtigd om : 1° de dagelijkse briefwisseling die verband houdt met zijn opdracht te ondertekenen, onverminderd de bijzondere regeling die geldt voor de antwoorden op brieven van het Rekenhof met betrekking tot de door het Hof geformuleerde opmerkingen;2° gewone en aangetekende zendingen, bestemd voor zijn dienst, in ontvangst te nemen, met uitzondering van de dagvaardingen, betekend aan de Vlaamse Gemeenschap en/of het Vlaams Gewest;3° uittreksels en afschriften van documenten die verband houden met zijn taken eensluidend te verklaren en af te leveren;4° staten van verschuldigde sommen betreffende presentiegelden en reis- en verblijfskosten van hemzelf, van de personeelsleden van zijn team als van derden, goed te keuren. Afdeling 2. - Bepalingen betreffende het gunnen en de uitvoering van
overheidsopdrachten en het doen van andere uitgaven
Art. 4.De Vlaams Bouwmeester is gemachtigd om, in het kader van de uitvoering van zijn taken, bestekken voor werken, leveringen of diensten of de bescheiden die ze vervangen, goed te keuren, de wijze te kiezen waarop de opdrachten worden gegund, opdrachten voor aannemingen van werken, leveringen of diensten te gunnen en in te staan voor de uitvoering ervan. Deze machtiging geldt slechts binnen de perken van de geopende kredieten en van de in de hiernavolgende tabel opgenomen bedragen : Voor de raadpleging van de tabel, zie beeld Voor prijsvragen voor ontwerpen geldt de machtiging tot een bedrag van 2,5 miljoen frank.
Art. 5.De Vlaams Bouwmeester kan de hem toegekende machtigingen en delegaties verder delegeren aan personeelsleden van zijn team, tot op het meest functionele niveau. Elke subdelegatie wordt meegedeeld aan het Rekenhof en aan de Minister.
Art. 6.De bij dit besluit verleende delegaties en machtigingen worden eveneens verleend aan de adjunct van de Vlaams Bouwmeester, die met de waarneming van het ambt van de Vlaams Bouwmeester is belast of hem vervangt bij diens tijdelijke afwezigheid of verhindering. In dit geval plaats de betrokken ambtenaar boven de vermelding van zijn graad en zijn handtekening de formule : " voor de Vlaams Bouwmeester, afwezig".
Art. 7.Dit besluit treedt in werking op 1 november 2000.
Brussel, 6 december 2000.
De Vlaamse minister van Binnenlandse Aangelegenheden, Ambtenarenzaken en Sport, J. SAUWENS