gepubliceerd op 06 juni 2003
Ministerieel besluit tot wijziging van het ministerieel besluit van 18 november 2002 betreffende het merken van vlees van sommige varkens
5 JUNI 2003. - Ministerieel besluit tot wijziging van het ministerieel besluit van 18 november 2002 betreffende het merken van vlees van sommige varkens
De Minister van Consumentenzaken, Volksgezondheid en Leefmilieu, Gelet op de wet van 5 september 1952 betreffende de vleeskeuring en de vleeshandel;
Gelet op het koninklijk besluit van 9 maart 1953 betreffende de handel in slachtvlees en houdende reglementering van de keuring der hier te lande geslachte dieren, inzonderheid artikel 25;
Gelet op het ministerieel besluit van 18 november 2002 betreffende het merken van vlees van sommige varkens;
Gelet op de richtlijn 94/36/EG van het Europees Parlement en van de Raad van 30 juni 1994 inzake kleurstoffen die in levensmiddelen mogen worden gebruikt, inzonderheid artikel 2, 8;
Gelet op de wetten op de Raad van State, gecoördineerd op 12 januari 1973, inzonderheid op artikel 3, § 1, vervangen bij de wet van 4 juli 1989 en gewijzigd bij de wet van 4 augustus 1996;
Gelet op de dringende noodzakelijkheid;
Overwegende dat is gebleken dat het merken van geslachte varkens uit de geïnfecteerde zone met de kleurstof E133 briljantblauw FCF tot ongewenste neveneffecten aanleiding heeft gegeven en dat daarom zonder uitstel aan de individuele slachthuizen onder bepaalde voorwaarden inzake het garanderen van de bestemming van het bekomen vlees, alternatieve werkwijzen kunnen worden toegestaan om het gestelde doel te bereiken, Besluit :
Artikel 1.Artikel 3 van het ministerieel besluit van 18 november 2002 betreffende het merken van vlees van sommige varkens wordt aangevuld met een § 3, luidend als volgt : « § 3. De slachthuizen, andere dan deze bedoeld in § 1, kunnen ontheven worden van de verplichting van artikel 1, eerste lid, op voorwaarde dat de exploitant een overeenkomst afsluit met het Federaal Agentschap voor de Veiligheid van de Voedselketen waarin hij garandeert dat het vlees een bestemming krijgt die zodanig is omschreven dat geen mogelijkheid blijft bestaan om het een niet geoorloofde exportbestemming te geven. De exploitant zal de nodige systemen in werking stellen om aan te tonen dat hij de overeenkomst naleeft.
De precieze inhoud van deze overeenkomst wordt vastgesteld door het Federaal Agentschap voor de Veiligheid van de Voedselketen. »
Art. 2.Dit besluit treedt in werking de dag waarop het in het Belgisch Staatsblad wordt bekend gemaakt.
Brussel, 5 juni 2003.
J. TAVERNIER