Etaamb.openjustice.be
Ministerieel Besluit van 03 september 2009
gepubliceerd op 08 september 2009

Ministerieel besluit tot uitvoering van artikel 48, § 2, van het koninklijk besluit van 1 april 2007 tot vaststelling van de voorwaarden voor de toekenning van de verhoogde verzekeringstegemoetkoming, bedoeld in artikel 37, §§ 1 en 19, van de wet betreffende de verplichte verzekering voor geneeskundige verzorging en uitkeringen, gecoördineerd op 14 juli 1994, en tot invoering van het OMNIO-statuut

bron
federale overheidsdienst sociale zekerheid
numac
2009022425
pub.
08/09/2009
prom.
03/09/2009
ELI
eli/besluit/2009/09/03/2009022425/staatsblad
staatsblad
https://www.ejustice.just.fgov.be/cgi/article_body(...)
links
Raad van State (chrono)
Document Qrcode

3 SEPTEMBER 2009. - Ministerieel besluit tot uitvoering van artikel 48, § 2, van het koninklijk besluit van 1 april 2007 tot vaststelling van de voorwaarden voor de toekenning van de verhoogde verzekeringstegemoetkoming, bedoeld in artikel 37, §§ 1 en 19, van de wet betreffende de verplichte verzekering voor geneeskundige verzorging en uitkeringen, gecoördineerd op 14 juli 1994, en tot invoering van het OMNIO-statuut


De Minister van Sociale zaken en Volksgezondheid Gelet op de wet betreffende de verplichte verzekering voor geneeskundige verzorging en uitkeringen, gecoördineerd op 14 juli 1994, artikel 37, § 1, derde lid, ingevoegd bij de wet van 27 december 2006;

Gelet op het koninklijk besluit van 1 april 2007 tot vaststelling van de voorwaarden voor de toekenning van de verhoogde verzekeringstegemoetkoming, bedoeld in artikel 37, §§ 1 en 19, van de wet betreffende de verplichte verzekering voor geneeskundige verzorging en uitkeringen, gecoördineerd op 14 juli 1994, en tot invoering van het OMNIO-statuut, artikel 48, § 2, eerste zin;

Gelet op de wetten op de Raad van State, gecoördineerd op 12 januari 1973, artikel 3, § 1;

Gelet op de dringende noodzakelijkheid;

Overwegende dat het koninklijk besluit van 1 april 2007 tot vaststelling van de voorwaarden voor de toekenning van de verhoogde verzekeringstegemoetkoming, bedoeld in artikel 37, §§ 1 en 19, van de wet betreffende de verplichte verzekering voor geneeskundige verzorging en uitkeringen, gecoördineerd op 14 juli 1994, en tot invoering van het OMNIO-statuut voorziet dat behartigenswaardige situaties worden bepaald waarin ten onrechte verleende verstrekkingen niet worden teruggevorderd; dat de verjaring van de eerste verstrekkingen die werden toegekend in het kader van het OMNIO-statuut gauw zal worden bereikt; dat het dus van belang is om voor de verjaring van de verstrekkingen de gevallen te bepalen waarin de instellingen moeten overgaan tot terugvordering en de gevallen waarin ze de verstrekkingen niet moeten terugvorderen, Besluit :

Artikel 1.Kunnen worden beschouwd zich te bevinden in een behartigenswaardige situatie bedoeld in artikel 48, § 2, eerste zin, van het koninklijk besluit van 1 april 2007 tot vaststelling van de voorwaarden voor de toekenning van de verhoogde verzekeringstegemoetkoming, bedoeld in artikel 37, §§ 1 en 19, van de wet betreffende de verplichte verzekering voor geneeskundige verzorging en uitkeringen, gecoördineerd op 14 juli 1994, en tot invoering van het OMNIO-statuut, de gezinnen waarvan de inkomsten van het jaar dat voorafgaat aan het jaar van de ondertekening van de verklaring op erewoord het voor dat gezin toepasselijke grensbedrag met maximum 5 % overschrijdt, voor zover deze overschrijding het gevolg is van beoordelingsfouten die worden verklaard door de indicatoren voorzien in artikel 3.

Art. 2.De aanvragen tot erkenning van een behartigenswaardige situatie worden door de verzekeringsinstelling ingediend bij de Dienst voor geneeskundige verzorging van het Rijksinstituut voor ziekte- en invaliditeitsverzekering in de vorm van een dossier bestaande uit : de verklaring op erewoord bedoeld in artikel 44 van het voornoemde koninklijk besluit van 1 april 2007; de inlichtingen betreffende de inkomsten waaruit blijkt dat het gezin geen recht had op het OMNIO-statuut; in voorkomend geval, de nieuwe verklaring op erewoord ingediend door het gezin of door sommige leden van het gezin; in voorkomend geval, de nieuwe gezinssamenstelling van de verzekerden die aanwezig waren in het oorspronkelijke gezin, een samenvatting van de essentiële elementen van het dossier.

Het dossier is volledig als het de documenten bevat bedoeld in het eerste, tweede en vijfde streepje hierboven.

Art. 3.De Leidend ambtenaar van de in artikel 2 bedoelde Dienst of, in zijn afwezigheid, de door hem aangewezen ambtenaar, erkent de behartigenswaardige situatie rekening houdend met de aard van de inkomsten die werden aangegeven maar slecht geraamd of die niet werden aangegeven, hun periodiciteit, het eventuele verschil tussen de fiscale reglementering en artikel 24 van het voornoemde koninklijk besluit van 1 april 2007 en de huidige situatie van de verzekerden.

Art. 4.De in artikel 2 bedoelde Dienst deelt de beslissing van de Leidend ambtenaar mee aan de verzekeringsinstelling ten laatste op het einde van de derde maand die volgt op deze waarin de aanvraag werd ingediend. Bij gebrek aan mededeling van een beslissing binnen deze termijn, wordt de behartigenswaardige situatie als erkend beschouwd.

Art. 5.Dit besluit heeft uitwerking met ingang van 1 juni 2009.

Brussel, 3 september 2009.

Mevr. L. ONKELINX

^