Etaamb.openjustice.be
Ministerieel Besluit van 03 februari 1999
gepubliceerd op 06 februari 1999

Ministerieel besluit tot wijziging van het ministerieel besluit van 18 december 1998 houdende tijdelijke aanvullende maatregelen tot het behoud van de visbestanden in zee

bron
ministerie van middenstand en landbouw
numac
1999016032
pub.
06/02/1999
prom.
03/02/1999
ELI
eli/besluit/1999/02/03/1999016032/staatsblad
staatsblad
https://www.ejustice.just.fgov.be/cgi/article_body(...)
links
Raad van State (chrono)
Document Qrcode

3 FEBRUARI 1999. - Ministerieel besluit tot wijziging van het ministerieel besluit van 18 december 1998 houdende tijdelijke aanvullende maatregelen tot het behoud van de visbestanden in zee


De Minister van Landbouw en de Kleine en Middelgrote Ondernemingen, Gelet op de wet van 12 april 1957 waarbij de Koning ertoe gemachtigd wordt maatregelen voor te schrijven ter bescherming van de biologische hulpbronnen van de zee, gewijzigd bij de wetten van 23 februari 1971 en 18 juli 1973;

Gelet op de wet van 28 maart 1975 betreffende de handel in landbouw-, tuinbouw- en zeevisserijprodukten, gewijzigd bij de wetten van 11 april 1983 en 29 december 1990;

Gelet op het koninklijk besluit van 21 juni 1994 tot het instellen van een visvergunning en houdende tijdelijke maatregelen voor de uitvoering van de communautaire regeling voor de instandhouding en het beheer van de visbestanden, gewijzigd bij de koninklijke besluiten van 15 december 1994, 4 mei 1995, 4 augustus 1996, 2 december 1996 en 13 september 1998, inzonderheid artikel 18;

Gelet op het ministerieel besluit van 18 december 1998 houdende tijdelijke aanvullende maatregelen tot het behoud van de visbestanden in zee;

Gelet op de wetten op de Raad van State, gecoördineerd op 12 januari 1973, inzonderheid op artikel 3, § 1, gewijzigd bij de wetten van 9 augustus 1980, 16 juni 1989, 4 juli 1989, 6 april 1995 en 4 augustus 1996;

Gelet op de dringende noodzakelijkheid, gemotiveerd door het feit dat voor het jaar 1999 vangstbeperkingen moeten vastgesteld worden teneinde de aanvoer te spreiden, is het bijgevolg nodig zonder verwijl behoudsmaatregelen te treffen teneinde de door de EG toegestane vangsten niet te overschrijden;

Overwegende dat een betere spreiding van de aanvoer van schol kan bewerkstelligd worden door het instellen van maximale vangsten per dag of per uur aanwezigheid in bepaalde i.c.e.s.-gebieden, Besluit :

Artikel 1.In het artikel 10 van het ministerieel besluit van 18 december 1998 houdende tijdelijke aanvullende maatregelen tot het behoud van de visbestanden in zee, worden de volgende wijzigingen aangebracht : 1° § 1 wordt aangevuld met het volgende lid : « In afwijking van § 1, lid 1, is het vanaf 1 februari 1999 tot en met 31 maart 1999 verboden, dat de scholvangst van een vissersvaartuig met een motorvermogen van 221 kW of minder een hoeveelheid van 28 kg per vol uur aanwezigheid in de i.c.e.s.-gebieden VIId,e overschrijdt. »; 2° § 2 wordt aangevuld met het volgende lid : « In afwijking van § 2, lid 1, is het vanaf 1 februari 1999 tot en met 31 maart 1999 verboden, dat de scholvangst van een vissersvaartuig met een motorvermogen van meer dan 221 kW een hoeveelheid van 55 kg per vol uur aanwezigheid in de i.c.e.s.-gebieden VIId,e overschrijdt. »

Art. 2.In artikel 11 van hetzelfde besluit worden de volgende wijzigingen aangebracht : 1° in de §§ 1 en 2 worden de woorden « 31 maart 1999 » vervangen door de woorden « 31 januari 1999 ».; 2° de §§ 3 en 4 luidend als volgt, worden ingevoegd : « § 3.In de periode van 1 februari 1999 tot en met 31 maart 1999 is het in de i.c.e.s.-gebieden II, IV (Noordzee en Schelde-estuarium) verboden dat de totale scholvangst per zeereis, gerealiseerd door een vissersvaartuig met een motorvermogen van 221 kW of minder een hoeveelheid overschrijdt die gelijk is aan 400 kg vermenigvuldigd met het aantal vaartdagen gerealiseerd tijdens die zeereis in de betreffende i.c.e.s.-gebieden. § 4. In de periode van 1 februari 1999 tot en met 31 maart 1999 is het in de i.c.e.s.-gebieden II, IV (Noordzee en Schelde-estuarium) verboden dat de totale scholvangst per zeereis, gerealiseerd door een vissersvaartuig met een motorvermogen van meer dan 221 kW, een hoeveelheid overschrijdt die gelijk is aan 800 kg vermenigvuldigd met het aantal vaartdagen gerealiseerd tijdens die zeereis in de betreffende i.c.e.s.-gebieden. »

Art. 3.Artikel 16 van hetzelfde besluit wordt aangevuld met het volgende lid : « In afwijking met artikel 14, lid 2, is het in de periode van 1 januari 1999 tot en met 31 december 1999 verboden, dat de totale haringvangsten per zeereis door een vissersvaartuig een hoeveelheid overschrijdt die gelijk is aan 50 kg vermenigvuldigd met het aantal vaartdagen gerealiseerd tijdens die zeereis. »

Art. 4.Dit besluit treedt in werking met ingang van 1 februari 1999, met uitzondering van artikel 3, dat in werking treedt met ingang van 1 januari 1999. Dit besluit treedt buiten werking op 31 december 1999, om 24 uur.

Brussel, 3 februari 1999.

K. PINXTEN

^