gepubliceerd op 18 februari 1998
Ministerieel besluit tot vaststelling van de rentevoet van de in 1998 uit te keren intresten voor de bij de Deposito- en Consignatiekas in bewaring gegeven consignaties, vrijwillige deposito's en borgtochten
3 FEBRUARI 1998. Ministerieel besluit tot vaststelling van de rentevoet van de in 1998 uit te keren intresten voor de bij de Deposito- en Consignatiekas in bewaring gegeven consignaties, vrijwillige deposito's en borgtochten
De Minister van Financiën, Gelet op artikel 10 van de wet van 19 december 1997 houdende de Rijksmiddelenbegroting voor het begrotingsjaar 1998, Besluit :
Artikel 1.De rentevoet van de bij de Deposito- en Consignatiekas in bewaring gegeven consignaties, de vrijwillige deposito's en de borgtochten van alle categorieën wordt op 2,5 percent vastgesteld.
De sommen ontvangen bij toepassing van artikel 1 van het koninklijk besluit van 14 december 1935 betreffende de organisatie en de controle van de boekhouding van notarissen, gewijzigd bij het koninklijk besluit van 8 november 1968, bekomen een rentevoet vastgesteld op : 3,25 percent voor de schijf van 0 tot en met 4 999 999 BF; 3,50 percent voor de schijf van 5 000 000 tot en met 9 999 999 BF, en 3,75 percent voor de schijf vanaf 10 000 000 BF. De sommen die geconsigneerd zijn of geconsigneerd blijven omwille van de minderjarigheid, de onbekwaamverklaring of de krankzinnigheid van de rechthebbenden, of wegens het bestaan van een vruchtgebruik en de borgtochten die door de hypotheekbewaarders in specie worden verstrekt tot zekerheid van hun verbintenissen tegenover derden (wet van 21 Ventôse, jaar VII, gewijzigd bij de wet van 24 december 1906) bekomen een rentevoet vastgesteld op 3,55 percent.
Art. 2.De sommen die geconsigneerd worden of het blijven in toepassing van artikel 479 van het Wetboek van koophandel, boek III, titel 1, genieten een rentevoet van 4,70 percent.
Art. 3.Dit besluit heeft uitwerking op 1 januari 1998, met uitzondering van artikel 2, dat in werking treedt op 1 februari 1998.
Brussel, 3 februari 1998.
Ph. MAYSTADT