gepubliceerd op 16 februari 2002
Ministerieel besluit betreffende de slachtpremie in de rundvleessector
3 DECEMBER 2001. - Ministerieel besluit betreffende de slachtpremie in de rundvleessector
De Minister toegevoegd aan de Minister van Buitenlandse Zaken, belast met Landbouw, Gelet op de wet van 23 december 1970 houdende goedkeuring van het besluit van 21 april 1970 van de Raad van Ministers van de Europese Gemeenschappen betreffende de vervanging van de financiëlebijdragen van de lidstaten door eigen middelen van de Gemeenschappen;
Gelet op de wet van 28 maart 1975 betreffende de handel in landbouw-, tuinbouw- en zeevisserijproducten, gewijzigd bij de wet van 11 april 1983, de wet van 29 december 1990 en de wet van 5 februari 1999;
Gelet op de verordening (EEG) nr. 3508/92 van de Raad van 27 november 1992 tot instelling van een geïntegreerd beheers- en controlesysteem voor bepaalde communautaire steunregelingen, laatst gewijzigd bij verordening (EG) nr. 1593/2000 van 17 juli 2000;
Gelet op de verordening (EEG) nr. 3887/92 van de Commissie van 23 december 1992 houdende uitvoeringsbepalingen inzake het geïntegreerd beheers- en controlesysteem voor bepaalde communautaire steunregelingen, laatst gewijzigd bij verordening (EG) nr. 2721/2000 van 13 december 2000;
Gelet op de verordening (EG) nr. 1254/1999 van de Raad van 17 mei 1999 houdende een gemeenschappelijke ordening der markten in de sector rundvlees;
Gelet op de verordening (EG) nr. 2342/1999 van de Commissie van 28 oktober 1999 tot vaststelling van uitvoeringsbepalingen van verordening (EG) nr. 1254/1999 van de Raad houdende een gemeenschappelijke ordening der markten in de sector rundvlees met betrekking tot de premieregelingen, laatst gewijzigd bij verordening (EG) nr. 192/2001 van 30 januari 2001;
Gelet op het koninklijk besluit van 9 maart 1953 betreffende de handel in vlees en vleeswaren en de behandeling van in België geslachte runderen, gewijzigd bij koninklijk besluit van 5 december 1997;
Gelet op het koninklijk besluit van 19 december 1990 betreffende de identificatie van runderen, gewijzigd bij koninklijk besluit van 8 augustus 1997 betreffende de identificatie, de registratie en de toepassingsmodaliteiten voor de epidemiologische bewaking van de runderen;
Gelet op het koninklijk besluit van 30 december 1992 betreffende de erkenning en de inrichtingsvoorwaarden van de slachthuizen en andere inrichtingen, gewijzigd bij het koninklijk besluit van 9 oktober 1998;
Gelet op het koninklijk besluit van 4 juli 1996 betreffende de algemene en bijzondere exploitatievoorwaarden van slachthuizen en andere inrichtingen, gewijzigd bij het koninklijk besluit van 6 november 1999;
Gelet op het koninklijk besluit van 8 augustus 1997 betreffende de identificatie, de registratie en de toepassingsmodaliteiten voor de epidemiologische bewaking van de runderen, laatst gewijzigd bij koninklijk besluit van 18 mei 2000;
Gelet op het koninklijk besluit van 30 november 2001 betreffende de slachtpremie in rundvleessector;
Gelet op het overleg met de Gewestregeringen;
Gelet op de wetten op de Raad van State, gecoördineerd op 12 januari 1973, inzonderheid op artikel 3, § 1, vervangen door de wet van 4 juli 1989, en gewijzigd bij de wet van 4 augustus 1996;
Gelet op de dringende noodzakelijkheid om zonder uitstel de maatregelen te treffen inzake de slachtpremie voor runderen, om zich te schikken naar de bepalingen van de in 1999 getroffen verordeningen, zoals vermeld in de aanhef, Besluit : HOOFDSTUK I. - Definities
Artikel 1.Voor de toepassing van dit besluit wordt verstaan onder : 1. Koninklijk besluit : het koninklijk besluit van 30 november 2001 betreffende de slachtpremie in de rundvleessector.2. Het Bestuur : het Bestuur voor het Landbouwproductiebeheer (DG 3) van het Ministerie van Middenstand en Landbouw.3. De Diergeneeskundige inspectie : de Inspectie-generaal Veterinaire Diensten van het Bestuur voor de Dierengezondheid en de Kwaliteit van de Dierlijke Producten (DG5) van het Ministerie van Middenstand en Landbouw.4. Veebeslag : het geheel van runderen zoals gedefinieerd in artikel 1, 7°, van het koninklijk besluit van 8 augustus 1997 betreffende de identificatie, de registratie en de toepassingsmodaliteiten voor de epidemiologische bewaking van de runderen.5. Verantwoordelijke : de persoon zoals gedefinieerd in artikel 1, 5°, van het koninklijk besluit van 8 augustus 1997 betreffende de identificatie, de registratie en de toepassingsmodaliteiten voor de epidemiologische bewaking van de runderen.6. Paspoort : het document bedoeld in artikel 16 van het koninklijk besluit van 8 augustus 1997 betreffende de identificatie, de registratie en de toepassingsmodaliteiten voor de epidemiologische bewaking van de runderen.7. Karkas van het kalf : het koud karkas van het geslachte kalf, na het villen en het uitbloeden, zonder de ingewanden, de lever, de geslachtsorganen, de uier en het uiervet, de kop en de uiteinden van de ledematen, afgesneden bij het carpaal respectievelijk tarsaal gewricht, met de staart, de nieren en het niervet.8. Het karkasgewicht van het kalf : het koud gewicht van het karkas, gepresenteerd zoals beschreven in punt 7, uitgedrukt in 1/10 kg;in geval van warme weging van het karkasgewicht, wordt een reductie van 2 % toegepast. HOOFDSTUK II. - Slachtpremie voor kalveren
Art. 2.In toepassing van artikel 2, § 2, van het koninklijk besluit zijn de voorwaarden en modaliteiten voor de toekenning van de slachtpremie voor kalveren de volgende : 1. Voor de producent : - de producent moet een premieaanvraag indienen bij middel van een officieel formulier, verkrijgbaar bij de provinciale bureaus van het Bestuur; - de premieaanvraag moet per aangetekend schrijven worden ingediend, of tegen ontvangstbewijs worden afgegeven, op het provinciale bureau van DG 3; - de premieaanvraag kan ook worden ingediend door een gevolmachtigde van de producent; - per producent wordt slechts één aanvraag aanvaard per slachtdatum, per slachthuis en per veebeslag; - de premieaanvraag moet worden ingediend binnen de 6 maanden volgend op de slachtdatum, en ten laatste eind februari van het volgende jaar; - voor de kalveren, die geslacht worden tijdens het eerste trimester van het jaar 2000, wordt de uiterste indieningsdatum vastgesteld op 30 september 2000; - de aanvraag moet vergezeld gaan van een kopie van de paspoorten van de aangegeven kalveren en van een document met de slachtgegevens afgeleverd door het slachthuis; - de producenten van wie kalveren in een andere Lidstaat van de E.U. worden geslacht, moeten aan hun premieaanvraag de slachtgegevens toevoegen afkomstig van het betrokken slachthuis. 2. Voor de kalveren : - de karkassen van de geslachte kalveren dienen te beantwoorden aan de karkaspresentatie bedoeld in artikel 1, punt 7, van dit besluit; - de in België geslachte kalveren moeten een karkasgewicht hebben van minder dan 156,5 kg; - het karkasgewicht van de kalveren, geslacht in een andere E.U. Lidstaat, in slachthuizen die een andere karkaspresentatie toepassen dan deze voorzien in dit besluit dient te worden vastgesteld en meegedeeld overeenkomstig de bepalingen van artikel 36 van de verordening (EG) nr. 2342/1999; - voor kalveren die levend worden uitgevoerd naar derde landen, mag het levend gewicht niet meer dan 290 kg bedragen; - de in artikel 37 van de verordening (EG) nr 2342/1999 bedoelde toekenningsvoorwaarden worden geverifieerd op basis van de in Sanitel geregistreerde gegevens. 3. Voor de slachthuizen : - de slachthuizen moeten de in artikel 3, § 1, van het koninklijk besluit bedoelde deelnameverklaring indienen bij middel van een officieel formulier dat verkrijgbaar is bij het Bestuur; - de deelnameverklaring moet, volledig ingevuld en ondertekend, bij aangetekend schrijven worden ingediend bij het Bestuur of er tegen ontvangstbewijs worden afgegeven; - door de deelnameverklaring verbindt de verantwoordelijke van het slachthuis er zich toe om : - op de achterzijde van de paspoorten van de geslachte kalveren minimaal de volgende gegevens aan te brengen : identificatie van het slachthuis, desgevallend het EG-erkenningsnummer, slachtdatum van het kalf, stempel en handtekening van de keurder van het Instituut voor Veterinaire Keuring; - alle paspoorten dienen systematisch overgemaakt te worden aan de agent die door de Diergeneeskundige inspectie werd aangeduid voor de periodieke inzameling van de paspoorten in de slachthuizen; - op de dag van slachting van de betrokken kalveren aan de producent of aan zijn gevolmachtigde, per premieaanvraag een ondertekend document af te leveren, met vermelding van de hiernavolgende gegevens betreffende de geslachte kalveren : identificatie van het slachthuis, in voorkomend geval het EG-erkenningsnummer, slachtdatum van de betrokken kalveren, producentnummer, veebeslag, volgnummer in de premieaanvraag, officieel identificatienummer van het kalf, intern slachtnummer en karkasgewicht van de kalveren; - de onder voorgaand streepje vermelde gegevens dienen eveneens op informaticadrager ter beschikking van het Bestuur te worden gesteld bij de indiening van de premieaanvraag en dit overeenkomstig de instructies van het Bestuur; - aan de verantwoordelijke van de slachtkalveren die voor de slacht vanuit een andere EU-Lidstaat binnengebracht zijn en geslacht worden in zijn slachthuis, een slachtcertificaat ter beschikking te stellen met minimaal de volgende gegevens : identificatie van het slachthuis, desgevallend het EG-erkenningsnummer, de slachtdatum, het slachtnummer, het officieel identificatienummer van het kalf, de beschrijving van de toegepaste karkaspresentatie en het karkasgewicht; - een kopie van deze slachtcertificaten gedurende vijf jaar chronologisch geordend te bewaren in het slachthuis.
Art. 3.In geval van overschrijding van het plafond bedoeld bij artikel 11 van de verordening (EG) nr. 1254/1999 van de Raad van 17 mei 1999, wordt het aantal kalveren dat voor de premie in aanmerking komt dienovereenkomstig proportioneel verminderd. HOOFDSTUK III. - Slachtpremie voor runderen
Art. 4.In toepassing van artikel 2, § 2 van het koninklijk besluit zijn de voorwaarden en modaliteiten voor de toekenning van de slachtpremie voor runderen de volgende : 1. Voor de producent : - de producent moet een deelnameverklaring indienen aan de hand van een officieel formulier dat beschikbaar is bij de provinciale bureaus van het Bestuur.Hij moet hierop de door hem op het ogenblik van indienen beheerde productie-eenheden met bijhorende veebeslagen vermelden. Voor dieren die behoren tot een veebeslag waarvoor geen deelnameverklaring is ingediend, of waarvan de producent niet als actief is geregistreerd door het Bestuur op het moment van slachting kan geen slachtpremie toegekend worden; - de deelnameverklaring moet ingediend worden voorafgaand aan de slachting van runderen waarvoor de producent de slachtpremie wil bekomen; voor het jaar 2000 geeft een indiening van de deelnameverklaring vóór 1 februari 2000 recht op de premie met terugwerkende kracht tot 1 januari 2000; - ingeval van een bedrijfsovername of een andere reden van wijziging van activiteit van een producent, moet de overlater zijn deelname op de datum van de overname opzeggen en moet de overnemer een nieuwe deelnameverklaring indienen. De toekenning van de slachtpremie aan één bepaalde producent wordt in deze gevallen bepaald op basis van de overnamedatum, de vertrekdatum van het rund en de indieningsdatum van de deelnameverklaring; - aan de producent die een geldige deelnameverklaring heeft ingediend en voor de runderen geslacht in België wordt de slachtpremie automatisch toegekend op basis van de gegevens geregistreerd in de databank Sanitel; - voor runderen die naar derde landen worden uitgevoerd of in een andere lidstaat worden geslacht, moet de producent bijkomend een premieaanvraag indienen, aan de hand van een specifiek formulier vergezeld van de slachtbewijzen en de kopieën van de vertrekluiken van de paspoorten. Het formulier is verkrijgbaar bij de provinciale bureaus van het Bestuur; - de premieaanvraag moet binnen de 6 maanden na de slachtdatum uiterlijk tegen eind februari van het jaar volgend op het jaar van slachting, per aangetekend schrijven worden ingediend bij het provinciale bureau van het Bestuur, of er tegen ontvangstbewijs worden afgegeven. Wat betreft de slachtingen van het eerste trimester van 2000 worden de premieaanvragen aanvaard tot en met 30 september 2000; - de slachtbewijzen afgeleverd door de verantwoordelijke van het slachthuis, vermelden minstens de naam en het adres van het slachthuis, desgevallend het EG- erkenningsnummer, de slachtdatum, het slachtnummer en het officieel identificatienummer van het rund; - in geval van uitvoer van levende runderen naar derde landen moet de premieaanvraag vergezeld zijn van een exportbewijs, afgeleverd door de douanediensten van het Ministerie van Financiën, met vermelding van de exportdatum; - de premieaanvraag, in te dienen door de producent, mag worden vervangen door een gelijkaardige aanvraag, in te dienen door de persoon die de runderen verhandelt in het intracommunautaire handelsverkeer vooraleer ze in een slachthuis van een andere lidstaat worden geslacht en dit onder dezelfde voorwaarden als hiervoor beschreven. 2. Voor de runderen : - de in artikel 37 van de verordening (EG) nr 2342/1999 bedoelde toekenningsvoorwaarden worden geverifieerd op basis van de in Sanitel geregistreerde gegevens.3. Voor de slachthuizen : - de slachthuizen moeten de in artikel 3, § 1, van het koninklijk besluit bedoelde deelnameverklaring indienen bij middel van een officieel formulier dat verkrijgbaar is bij het Bestuur; - de deelnameverklaring moet volledig ingevuld en ondertekend bij aangetekend schrijven worden ingediend bij het Bestuur of er tegen ontvangstbewijs worden afgegeven; - middels de deelnameverklaring verbindt de verantwoordelijke van het slachthuis er zich toe om : - op de achterzijde van de paspoorten van de geslachte runderen minimaal de volgende gegevens aan te brengen : identificatie van het slachthuis, desgevallend het EG-erkenningsnummer, slachtdatum van het rund, de stempel en handtekening van de keurder van het Instituut voor Veterinaire Keuring; - alle paspoorten dienen systematisch overgemaakt te worden aan de agent die door de Diergeneeskundige inspectie werd aangeduid voor de periodieke inzameling van de paspoorten in de slachthuizen; - een register bij te houden conform het ministerieel besluit van 11 maart 1953 hetwelk de uitvoeringsbepalingen bevat van het koninklijk besluit van 9 maart 1953 betreffende de handel in vlees en vleeswaren en de behandeling van in België geslachte runderen; - de nodige maatregelen te nemen teneinde het hiervoor vermelde register te vervolledigen met het volledige officiële identificatienummer van het geslachte rund; - aan de verantwoordelijke van de runderen die voor de slacht vanuit een andere EU-Lidstaat ingevoerd zijn en geslacht zijn in zijn slachthuis, een slachtcertificaat ter beschikking te stellen met minimaal de volgende gegevens : identificatie van het slachthuis, desgevallend het EG-erkenningsnummer, de slachtdatum, het slachtnummer, het officieel identificatienummer van het rund; - een kopie van deze slachtcertificaten gedurende vijf jaar chronologisch geordend te bewaren in het slachthuis.
Art. 5.In geval van overschrijding van het plafond bedoeld bij artikel 11 van de verordening (EG) nr. 1254/1999 van de Raad van 17 mei 1999, wordt het aantal runderen dat voor de premie in aanmerking komt dienovereenkomstig proportioneel verminderd. HOOFDSTUK IV. - Algemene bepalingen
Art. 6.Om te kunnen genieten van de in hoofdstuk II en III bedoelde premies moeten alle betrokken runderen en kalveren geïdentificeerd en geregistreerd zijn conform de bepalingen van het koninklijk besluit van 8 augustus 1997 betreffende de identificatie, de registratie en de toepassingsmodaliteiten voor de epidemiologische bewaking van de runderen.
Art. 7.Het Bestuur is belast met de uitbetaling van de premie alsmede met de terugvordering van de ten onrechte betaalde premies.
Art. 8.In het geval dat ten onrechte betaalde bedragen, te wijten aan het niet nakomen van de verbintenissen en/of aan een onjuiste verklaring door de producent, dienen te worden teruggevorderd, worden de verschuldigde bedragen vermeerderd met een intrest aan de wettelijke rentevoet.
Art. 9.De controle op het nakomen van de voorschriften en de verbintenissen van de slachtpremie gebeurt door agenten van het Ministerie van Middenstand en Landbouw.
Art. 10.Op straffe van uitsluiting moet het bezwaar tegen de beslissingen van de bevoegde Diensten van het Bestuur tot uitvoering van dit besluit per aangetekend schrijven op straffe van nietigheid, ingediend worden bij de Directeur-generaal van het Bestuur binnen de maand die volgt op de mededeling van de beslissing.
Art. 11.Dit besluit heeft uitwerking met ingang van 1 januari 2000.
Brussel, 3 december 2001.
Mevr. A.-M. NEYTS-UYTTEBROECK