Etaamb.openjustice.be
Ministerieel Besluit van 02 september 1998
gepubliceerd op 11 september 1998

Ministerieel besluit tot wijziging van het ministerieel besluit van 28 december 1993 betreffende het accijnsstelsel van minerale olie

bron
ministerie van financien
numac
1998003461
pub.
11/09/1998
prom.
02/09/1998
ELI
eli/besluit/1998/09/02/1998003461/staatsblad
staatsblad
https://www.ejustice.just.fgov.be/cgi/article_body(...)
links
Raad van State (chrono)
Document Qrcode

2 SEPTEMBER 1998. - Ministerieel besluit tot wijziging van het ministerieel besluit van 28 december 1993 betreffende het accijnsstelsel van minerale olie


De Minister van Financiën, Gelet op de algemene wet inzake douane en accijnzen, gecoördineerd op 18 juli 1977 (1);

Gelet op Richtlijn 95/60/EG van de Raad van 27 november 1995 betreffende het merken van gasolie en kerosine voor fiscale doeleinden (2), inzonderheid artikel 3;

Gelet op de wet van 22 oktober 1997 betreffende de structuur en de accijnstarieven inzake minerale olie (3), gewijzigd bij het koninklijk besluit van 8 juni 1998, inzonderheid artikel 19 (4);

Gelet op het ministerieel besluit van 28 december 1993 betreffende het accijnsstelsel van minerale olie (5), inzonderheid artikel 30, gewijzigd bij het ministerieel besluit van 12 september 1996 (6);

Gelet op het advies van de Douaneraad van de Belgisch-Luxemburgse Economische Unie;

Gelet op de wetten op de Raad van State, gecoördineerd op 12 januari 1973, (7) inzonderheid artikel 3, § 1, gewijzigd bij de wetten van 9 augustus 1980 (8), 16 juni 1989 (9), 4 juli 1989 (10) en 4 augustus 1996 (11);

Gelet op de dringende noodzakelijkheid gemotiveerd door het feit dat dit besluit tot doel heeft snel maatregelen te treffen om misbruik van bepaalde minerale oliën te bestrijden; dat in die omstandigheden, dit besluit zonder uitstel moet worden genomen, Besluit :

Artikel 1.Artikel 30 van het ministerieel besluit van 28 december 1993 betreffende het accijnsstelsel van minerale olie, gewijzigd bij het ministerieel besluit van 12 september 1996, wordt vervangen door de volgende bepaling : «

Art. 30.§ 1. De vloeibare motorbrandstoffen hier te lande voorhanden, verkocht of gebruikt voor de aandrijving van explosie- of verbrandingsmotoren van motorvoertuigen die op de openbare weg rijden, andere dan die bedoeld in artikel 8 van de wet van 22 oktober 1997 betreffende de structuur en de accijnstarieven inzake minerale olie, of gebruikt voor de doeleinden bedoeld in artikel 16, § 2, e) van dezelfde wet, mogen geen furfurol of denatureringsmiddelen als bedoeld bij artikel 19 bevatten. De vloeibare motorbrandstoffen bestemd voor het aandrijven van bedoelde verbrandingsmotoren mogen evenmin enig rood kleursel bevatten. § 2. De verkoop door de pompstations van gemerkte en gekleurde gasolie bestemd : - voor industriële en commerciële toepassingen in de zin van artikel 8 van dezelfde wet; - om te worden gebruikt als huisbrandolie in de zin van artikel 7, § 2, van dezelfde wet; - voor een gebruik vrijgesteld krachtens artikel 16 van dezelfde wet, is onderworpen aan de volgende voorwaarden : 1° de pomp die gemerkte en gekleurde gasolie levert, moet duidelijk gescheiden worden opgesteld van de groepen van andere pompen;2° in de onmiddellijke omgeving van die pomp moet goed zichtbaar een bord worden opgesteld naar het model en met de tekst van de bijlage bij dit besluit.De tekst moet worden opgesteld in de taal of de talen van het gewest.

Het bord moet zijn vervaardigd uit metaal of uit een onbuigzame en duurzame kunststof. De achtergrond moet wit zijn. De gebruikte letters moeten volledig zwart en onuitwisbaar zijn, met een hoogte van 20 mm voor de grote letters, 10 mm voor de middelgrote letters en 8 mm voor de kleine letters; 3° de mogelijkheden tot betaling voor de kwijting van de bedragen betreffende de hoeveelheden gasolie die door deze pomp worden geleverd, moeten dusdanig worden opgesteld dat het noodzakelijk is dat men zich tot bij de uitbater of de aangestelde pomphouder van deze pomp moet begeven;4° de werking van deze pomp mag in geen geval toelaten dat men zich kan bevoorraden bij afwezigheid van de uitbater of van de aangestelde van het pompstation. § 3. In onderhavig besluit wordt onder pompstation verstaan elke installatie waar brandstoftanks van motorvoertuigen met motorbrandstoffen uit vaste opslagtanks worden gevuld. § 4. De voorwaarden van inrichting en van de werking bepaald in § 2 zijn eveneens van toepassing op de pompen voor de bevoorrading van gemerkte kerosine. »

Art. 2.De noodzakelijke aanpassingen voor het naleven van de in artikel 1, §§ 2 en 4 vastgestelde voorwaarden moeten worden uitgevoerd binnen de zes maanden nadat dit besluit in het Belgisch Staatsblad wordt bekendgemaakt.

Art. 3.Dit besluit treedt in werking de dag waarop het in het Belgisch Staatsblad wordt bekendgemaakt.

Brussel, 2 september 1998.

J.-J. VISEUR

Bijlage Verkoop verboden voor de voeding van geïnstalleerde motoren op voertuigen bestemd voor gebruik op de openbare weg (Art. 30 van het ministerieel besluit van 28 december 1993 betreffende het accijnsstelsel van minerale olie) op straf van een boete van 25 000 tot 125 000 frank (Art. 24 van de wet van 22 oktober 1997 betreffende de structuur en de accijnstarieven inzake minerale olie) Gezien om te worden gevoegd bij het ministerieel besluit van 2 september 1998.

J.-J. VISEUR _______ Nota's (1) Belgisch Staatsblad van 21 september 1997;(2) Publikatieblad van de Europese Gemeenschappen nr.L291 van 6 december 1995; (3) Belgisch Staatsblad van 20 november 1997;(4) Belgisch Staatsblad van 27 juni 1998;(5) Belgisch Staatsblad van 7 januari 1994;(6) Belgisch Staatsblad van 20 september 1996;(7) Belgisch Staatsblad van 21 maart 1973;(8) Belgisch Staatsblad van 15 augustus 1980;(9) Belgisch Staatsblad van 17 juni 1989;(10) Belgisch Staatsblad van 25 juli 1989; (11) Belgisch Staatsblad van 20 augustus 1996.

^