gepubliceerd op 08 oktober 2009
Ministerieel besluit houdende bepaling van de werkingkosten van de centra en de diensten voor Bijstand aan Personen
GEMEENSCHAPPELIJKE GEMEENSCHAPSCOMMISSIE VAN BRUSSEL-HOOFDSTAD
2 MAART 2009. - Ministerieel besluit houdende bepaling van de werkingkosten van de centra en de diensten voor Bijstand aan Personen
De Leden van het Verenigd College bevoegd voor het beleid inzake Bijstand aan personen, Gelet op het besluit van 9 december 2004 van het Verenigd College betreffende de erkenning en de subsidiëringswijze van de centra en diensten voor volwassenen in moeilijkheden, inzonderheid op het artikel 88;
Gelet op het besluit van 9 december 2004 van het Verenigd College betreffende de erkenning en de subsidiëringswijze van de centra voor algemeen welzijnswerk inzonderheid op het artikel 57;
Gelet op het besluit van 25 oktober 2007 van het Verenigd College betreffende de erkenning en de subsidiëringswijze van de centra en diensten voor personen met een handicap, inzonderheid op het artikel 109;
Gelet op het Akkoord met de non-profitsector voor 2000-2005, gesloten op 23 juni 2000 met de sociale partners en goedgekeurd door de Brusselse Hoofdstedelijke Regering, het Verenigd College van de Gemeenschappelijke Gemeenschapscommissie, het College van de Franse Gemeenschapscommissie en het College van de Vlaamse Gemeenschapscommissie;
Gelet op de wetten op de Raad van State, gecoördineerd op 12 januari 1973, inzonderheid op artikel 3, § 1, gewijzigd bij de wet van 4 augustus 1996;
Gelet op de dringende noodzakelijkheid;
Overwegende dat de verschillende genomen maatregelen met het oog op een verbetering van de arbeidsomstandigheden van de werknemers van de non-profitsector, alsmede van de kwaliteit van de dienstverlening aan de bevolking, uitwerking hebben met ingang van 1 januari 2009, dat derhalve de betrokken diensten daarvan onverwijld in kennis dienen te worden gesteld, Besluit :
Artikel 1.§ 1. De werkingkosten van de centra en diensten voor Bijstand aan Personen worden bepaald als volgt : 1° voor de medisch-pedagogische instituten wordt een maximaal bedrag per erkende plaats, toegekend als volgt : Home : 5.715,95 EUR Home nursing : 7.641,68 EUR Dagcentrum : 2.751,01 EUR Dagcentrum nursing : 3.056,69 EUR Naast deze werkingskosten ontvangen deze centra en diensten nog extra werkingskosten, te weten een 100 % financiering van de huisvestingskosten (huur of afschrijvingen) en een 100 % financiering van de mobiliteitskosten voor de dagcentra. 2° voor de ADL-diensten wordt een maximaal bedrag van 2.938,00 EUR per erkende plaats toegekend; 3° voor de onthaaltehuizen wordt een maximaal bedrag van 1.468,99 EUR, per erkende plaats, toegekend. Dit bedrag heeft echter geen betrekking op de hotelkosten. 4° voor de centra voor justitieel welzijnswerk wordt een maximaal bedrag van 6.858,95 EUR toegekend, per voltijds equivalent, voor de drie eerste maatschappelijk assistenten en 4.928,61 EUR voor de andere maatschappelijk assistenten; 5° a) voor de centra voor maatschappelijk werk die niet van een mutualiteit afhangen wordt een maximaal bedrag van 6.858,95 EUR toegekend, per voltijds equivalent, voor de drie eerste maatschappelijk assistenten en 4.928,61 EUR voor de andere maatschappelijk assistenten; b) voor de centra voor maatschappelijk werk die van een mutualiteit afhangen : een maximaal bedrag van 3.860,65 EUR wordt, per voltijds equivalent, voor de drie eerste maatschappelijk assistenten toegekend en 1.930,33 EUR voor de andere maatschappelijk assistenten. 6° voor het straathoekwerk : een maximaal bedrag van 6.858,95 EUR wordt toegekend, per voltijds equivalent, voor de drie eerste maatschappelijk werkenden en 4.928,61 EUR voor de andere maatschappelijk werkenden; 7° voor de diensten begeleid wonen in de thuislozenzorg : een maximaal bedrag van 6.858,95 EUR wordt toegekend, per voltijds equivalent, voor de drie eerste maatschappelijk werkenden en 4.928,61 EUR voor de andere maatschappelijk werkenden; 8° voor de diensten begeleid wonen in de gehandicaptenzorg : een maximaal bedrag van 6.858,95 EUR wordt toegekend, per voltijds equivalent, voor de drie eerste opvoeders en 4.928,61 EUR voor de andere opvoeders. § 2. De centra en diensten voor Bijstand aan Personen hebben recht op een subsidie van 1 % op het totaal gesubsidieerd bruto-loon en de RSZ-werkgever voor de permanente opleiding van het gesubsidieerd personeel. § 3. De centra en diensten voor Bijstand aan Personen hebben recht op een subsidie van 4 % op het totaal gesubsidieerd bruto-loon en de RSZ-werkgever voor het dekken van de beheerskosten voor het gesubsidieerd personeel, met name de wetsverzekering, de arbeidsgeneeskunde, het sociaal secretariaat, de woon-werkverplaatsingen en de aanwervingskosten. § 4. Deze bedragen worden toegekend na voorlegging van de bewijsstukken die erop betrekking hebben.
Art. 2.Het ministerieel besluit van 25 september 2007 houdende bepaling van de werkingkosten van de centra en de diensten voor Bijstand aan Personen wordt opgeheven.
Art. 3.De werkingskosten worden jaarlijks geïndexeerd op basis van de gezondheidsindex die geldig is in januari van dat jaar.
Art. 4.Dit besluit heeft uitwerking met ingang van 1 januari 2009.
Art. 5.De Leidend ambtenaar van de Diensten van het Verenigd College wordt belast met de uitvoering van dit besluit.
Brussel, 2 maart 2009.
De Leden van het Verenigd College, bevoegd voor het beleid inzake Bijstand aan Personen, P. SMET