Etaamb.openjustice.be
Ministerieel Besluit van 02 maart 1999
gepubliceerd op 23 maart 1999

Ministerieel besluit tot vaststelling van het model van de verklaring waardoor de kandidaten voor de verkiezingen voor de federale Wetgevende Kamers, het Europees Parlement of de Gewest- en Gemeenschapsraden, zich verbinden tot het naleven van de wettelijke bepalingen betreffende de beperking en de controle van de verkiezingsuitgaven, tot aangifte van hun verkiezingsuitgaven binnen dertig dagen na de datum van de verkiezingen, en bovendien tot aangifte van de herkomst van de geldmiddelen die zij gebruiken om die uitgaven te dekken en tot registratie van de identiteit van de natuurlijke personen die hen giften van 5.000 BEF en meer gedaan hebben, en tot vaststelling van het model van de verklaring waarin de verkiezingsuitgaven die de kandidaten gedaan hebben voor verkiezingspropaganda worden vastgelegd, en het model van de verklaring van herkomst van de geldmiddelen die zij gebruiken om die uitgaven te dekken

bron
ministerie van binnenlandse zaken
numac
1999000165
pub.
23/03/1999
prom.
02/03/1999
ELI
eli/besluit/1999/03/02/1999000165/staatsblad
staatsblad
https://www.ejustice.just.fgov.be/cgi/article_body(...)
Document Qrcode

2 MAART 1999. - Ministerieel besluit tot vaststelling van het model van de verklaring waardoor de kandidaten voor de verkiezingen voor de federale Wetgevende Kamers, het Europees Parlement of de Gewest- en Gemeenschapsraden, zich verbinden tot het naleven van de wettelijke bepalingen betreffende de beperking en de controle van de verkiezingsuitgaven, tot aangifte van hun verkiezingsuitgaven binnen dertig dagen na de datum van de verkiezingen, en bovendien tot aangifte van de herkomst van de geldmiddelen die zij gebruiken om die uitgaven te dekken en tot registratie van de identiteit van de natuurlijke personen die hen giften van 5.000 BEF en meer gedaan hebben, en tot vaststelling van het model van de verklaring waarin de verkiezingsuitgaven die de kandidaten gedaan hebben voor verkiezingspropaganda worden vastgelegd, en het model van de verklaring van herkomst van de geldmiddelen die zij gebruiken om die uitgaven te dekken


De Minister van Binnenlandse Zaken, Gelet op het Kieswetboek, inzonderheid op artikel 116, § 6, gewijzigd bij de wetten van 10 april 1995 en 19 november 1998;

Gelet op de wet van 23 maart 1989 betreffende de verkiezing van het Europese Parlement, inzonderheid op artikel 21, § 8, ingevoegd bij de wet van 25 juni 1998;

Gelet op de wet van 4 juli 1989 betreffende de beperking en de controle van de verkiezingsuitgaven voor de verkiezingen van de federale kamers, de financiering en de open boekhouding van de politieke partijen, zoals zij het laatst gewijzigd is bij de wet van 19 november 1998;

Gelet op de wet van 19 mei 1994 betreffende de beperking en de controle van de verkiezingsuitgaven voor de verkiezing van het Europees Parlement, zoals zij het laatst gewijzigd is bij de wet van 25 juni 1998, inzonderheid op artikel 7;

Gelet op de wet van 19 mei 1994 betreffende de beperking en de controle van de verkiezingsuitgaven voor de verkiezing van de Vlaamse Raad, de Waalse Gewestraad, de Brusselse Hoofdstedelijke Raad en de Raad van de Duitstalige Gemeenschap, zoals zij het laatst gewijzigd is bij de wet van 25 juni 1998, inzonderheid op artikel 7;

Overwegende dat krachtens het voormelde artikel 116, § 6, van het Kieswetboek, van toepassing gemaakt door de voormelde wetten van 19 mei 1994 op de verkiezingen van het Europees Parlement en de Gewest- en Gemeenschapsraden, de tekst van de verklaringen en de verklaringsformulieren die bedoeld worden in het opschrift van dit besluit bepaald worden door de Minister van Binnenlandse Zaken en bekendgemaakt worden in het Belgisch Staatsblad;

Overwegende bovendien dat de modellen van verklaring die bepaald zijn bij het ministerieel besluit van 12 april 1995 tot vaststelling van het model van de verklaringen bedoeld in artikel 116, § 6, van het Kieswetboek, alsook bij het ministerieel besluit van 12 april 1995 tot vaststelling van het model van de verklaringen bedoeld in artikel 116, § 6, van het Kieswetboek, voor zover het van toepassing is op de verkiezingen voor de Vlaamse Raad, de Waalse Gewestraad, de Brusselse Hoofdstedelijke Raad en de Raad van de Duitstalige Gemeenschap, niet langer aangepast zijn aan de huidige toestand van de voormelde wetgeving;

Gelet op de wetten op de Raad van State, gecoördineerd op 12 januari 1973, inzonderheid op artikel 3, § 1, eerste lid, vervangen bij de wet van 4 juli 1989 en gewijzigd bij de wet van 4 augustus 1996;

Gelet op de dringende noodzakelijkheid;

Overwegende dat het voormelde artikel 116, § 6, van het Kieswetboek, dat van toepassing is op de verkiezingen voor het Europees Parlement en de Gewest- en Gemeenschapsraden, zowel de kandidaat-titularissen als de kandidaat-opvolgers ertoe verplicht zich er schriftelijk, in hun akte van bewilliging van hun kandidaturen, toe te verbinden om de wettelijke bepalingen betreffende de beperking en de controle van de verkiezingsuitgaven na te leven, hun verkiezingsuitgaven aan te geven binnen dertig dagen na de datum van de verkiezingen, de herkomst van de geldmiddelen die zij gebruikt hebben om die uitgaven te dekken, aan te geven en de identiteit van de natuurlijke personen die hen giften van 5 000 BEF en meer gedaan hebben, te registreren; dat de akten van bewilliging van hun kandidaturen, wanneer het gaat om de gelijktijdige verkiezingen die gehouden zullen worden op 13 juni eerstkomende voor de federale Wetgevende Kamers, het Europees Parlement en de Gewest- en Gemeenschapsraden, ingediend zullen moeten worden bij de voorzitter van het college- of kieskringhoofdbureau, naar gelang van het geval, samen met de akten van voordracht van kandidaturen, respectievelijk op 16 en 17 april 1999 voor de verkiezing van het Europees Parlement, op 15 en 16 mei 1999 voor de verkiezing van de Gewest- en Gemeenschapsraden en op 19 en 20 mei 1999 voor de verkiezing van de federale Wetgevende Kamers; dat het model van die verklaring derhalve onverwijld bepaald moet worden, Besluit :

Artikel 1.De verklaring die bij de akte van bewilliging van kandidaatstellingen moet worden gevoegd en waarin de kandidaten voor de verkiezing van de federale Wetgevende Kamers, het Europees Parlement of de Gewest- en Gemeenschapsraden zich ertoe verbinden de wettelijke bepalingen betreffende de beperking en de controle van de verkiezingsuitgaven na te leven, hun verkiezingsuitgaven aan te geven binnen dertig dagen na de datum van de verkiezingen en bovendien de herkomst van de geldmiddelen die zij gebruiken om die uitgaven te dekken, aan te geven en de identiteit van de natuurlijke personen die hun giften van 5 000 F en meer gedaan hebben, te registreren, wordt opgemaakt op een formulier waarvan het model als bijlage 1 van dit besluit opgenomen is.

Art. 2.De verklaring tot vastlegging van de verkiezingsuitgaven die de kandidaten aangewend hebben voor verkiezingspropaganda, wordt opgemaakt op een formulier waarvan het model als bijlage 2 van dit besluit opgenomen is.

Art. 3.De verklaring van herkomst van de geldmiddelen die de kandidaten gebruiken om de in artikel 2 bedoelde uitgaven te dekken, wordt opgemaakt op een formulier waarvan het model als bijlage 3 van dit besluit opgenomen is.

Art. 4.Opgeheven worden : 1° het ministerieel besluit van 12 april 1995 tot vaststelling van het model van de verklaringen bedoeld in artikel 116, § 6, van het Kieswetboek;2° het ministerieel besluit van 12 april 1995 tot vaststelling van het model van de verklaringen bedoeld in artikel 116, § 6, van het Kieswetboek, voor zover het van toepassing is op de verkiezingen voor de Vlaamse Raad, de Waalse Gewestraad, de Brusselse Hoofdstedelijke Raad en de Raad van de Duitstalige Gemeenschap. Brussel, 2 maart 1999.

L. VAN DEN BOSSCHE

Bijlage 1 Model van de verklaring die bij de akte van bewilliging van kandidaatstellingen moet worden gevoegd en waarin de kandidaten voor de verkiezing van de federale Wetgevende Kamers, het Europees Parlement of de Gewest- en Gemeenschapsraden zich ertoe verbinden de wettelijke bepalingen betreffende de beperking en de controle van de verkiezingsuitgaven na te leven, hun verkiezingsuitgaven aan te geven en bovendien de herkomst van de geldmiddelen die zij gebruiken om die uitgaven te dekken, aan te geven en de identiteit van de natuurlijke personen die hun giften van 5 000 BEF en meer gedaan hebben, te registreren Verkiezing van . . . . . (1) voor . . . . . (2) Wij ondergetekenden, bewilligende kandidaten, verklaren hierbij dat wij ons ertoe verbinden de wettelijke bepalingen betreffende de beperking en de controle van de verkiezingsuitgaven (3) na te leven, de door ons of door derden voor onze verkiezingspropaganda met het oog op de voormelde verkiezingen gedane verkiezingsuitgaven en aangegane financiële verbintenissen binnen dertig dagen na de datum ervan aan te geven, de herkomst van de door ons gebruikte geldmiddelen om die uitgaven en financiële verbintenissen te dekken, aan te geven, en bovendien de identiteit van de natuurlijke personen die ons giften van 5 000 BEF en meer gedaan hebben, te registreren.

Wij weten : - dat in geval van overtreding van het verbod bedoeld in artikel 5, § 1, 1°, van de wet van 4 juli 1989 tot regeling van de verkiezingsuitgaven die gedaan worden voor de verkiezing van de federale Wetgevende Kamers / van de wet van 19 mei 1994 tot regeling van de verkiezingsuitgaven die gedaan worden voor de verkiezing van het Europees Parlement / van de wet van 19 mei 1994 tot regeling van de verkiezingsuitgaven die gedaan worden voor de verkiezing van de Gewest- en Gemeenschapsraden (4), de politieke partij die wij vertegenwoordigen, gedurende de daarop volgende periode die door de Commissie voor controle op de verkiezingsuitgaven vastgesteld wordt en die niet korter dan een maand en niet langer dan vier maanden mag zijn, het recht zal verliezen op de dotatie waarin is voorzien in artikel 15 van de wet van 4 juli 1989 tot regeling van de verkiezingsuitgaven die gedaan worden voor de verkiezing van de federale Wetgevende Kamers; - dat wij gestraft kunnen worden overeenkomstig artikel 181 van het Kieswetboek, indien de uitgaven of de financiële verbintenissen die inzake verkiezingspropaganda ten bate van ons zijn gedaan of aangegaan, hetzij door onszelf, hetzij door derden, niet aangegeven worden bij de voorzitter van het betrokken kieskring- of collegehoofdbureau of slechts aangegeven worden na het verstrijken van de termijn van dertig dagen na de verkiezingen, indien de herkomst van de geldmiddelen die wij gebruikt hebben om die uitgaven en verbintenissen te dekken, eveneens niet of te laat aangegeven wordt, indien die uitgaven of financiële verbintenissen de toegelaten maximumbedragen overschrijden (5), of indien wij de bepalingen voorzien in artikel 5 van de voormelde wet van 4 juli 1989 / van de voormelde wet van 19 mei 1994 / van de voormelde wet van 19 mei 1994 (6) overtreden. Gedaan te . . . . . op . . . . .

Handtekening(en) Gezien om te worden gevoegd bij het ministerieel besluit van 2 maart 1999.

De Minister van Binnenlandse Zaken, L. VAN DEN BOSSCHE _______ Nota's (1) Hier de datum van de verkiezing vermelden.(2) Hier die vergaderingen uit de hierna opgesomde vergaderingen vermelden, voor de vernieuwing waarvan de verkiezing georganiseerd wordt: de Kamer van volksvertegenwoordigers, de Senaat, het Europees Parlement, de Vlaamse Raad, de Waalse Gewestraad, de Brusselse Hoofdstedelijke Raad, de Raad van de Duitstalige Gemeenschap.(3) Hier worden, naar gelang van het geval, de bepalingen bedoeld van: - de wet van 4 juli 1989 tot regeling van de verkiezingsuitgaven die gedaan worden voor de verkiezing van de federale Wetgevende Kamers; - de wet van 19 mei 1994 tot regeling van de verkiezingsuitgaven die gedaan worden voor de verkiezing van het Europees Parlement; - de wet van 19 mei 1994 tot regeling van de verkiezingsuitgaven die gedaan worden voor de verkiezing van de Gewest- en Gemeenschapsraden. (4) Schrappen wat niet past.(5) Die bedragen worden respectievelijk bepaald in artikel 2, § 2 en § 3, in artikel 2, § 2, en in artikel 2, § 2, § 3 en § 3bis, van de in eindnoot 3 bedoelde wetten van 4 juli 1989 en 19 mei 1994.(6) Schrappen wat niet past (zie eindnoot 3 die elk van de drie wetten vermeldt). Bijlage 2 Model van de verklaring tot vastlegging van de verkiezingsuitgaven die de kandidaten gedaan hebben voor de verkiezingen van de federale Wetgevende Kamers, het Europees Parlement of de Gewest- en Gemeenschapsraden Verkiezing van . . . . . (1) voor . . . . . (2) en (3) 1. Auditieve en mondelinge boodschappen.2. Geschreven boodschappen. - Kosten voor publicatie in de pers a) van één kandidaat (totaal bedrag) b) gemeenschappelijke publicaties (3) - aandeel van de kandidaat die deze verklaring ondertekent, in de gemeenschappelijke uitgaven (3) - Kosten voor verkiezingsfolders - Kosten voor gemeenschappelijke verkiezingsfolders - aandeel van de kandidaat die deze verklaring ondertekent, in de gemeenschappelijke uitgaven (3) - Kosten voor brieven - Kosten voor briefomslagen - Kosten voor ander drukwerk 3.Verzendingskosten verkiezingsdrukwerk - Verminderde posttarieven a) geadresseerde verzendingen b) niet-geadresseerde verzendingen - Kosten voor verzending tegen normaal posttarief a) als drukwerk b) als brief - Andere distributiekosten 4.Visuele boodschappen - Huurkosten voor niet-commerciële borden of affiches van 4 m° of minder - Druk- en aanmaakkosten voor alle affiches - Kosten voor aanmaak tuinpanelen - Andere N.B. In geval van gemeenschappelijke uitgaven, het totale bedrag aangeven, evenals het aandeel in deze uitgaven dat kan worden aangerekend aan de kandidaat die dit model ondertekent (3). 5. Andere kosten - Tentencampagne - Fotografie, opmaak, creatie - Gemeenschappelijke kosten - aandeel van de kandidaat die deze verklaring ondertekent, in deze uitgaven (3) - Varia TOTAAL BEDRAG Naam en voornaam: Adres : Lijst (naam, nummer en ingenomen plaats) : Gedaan te .. . . . op . . . . .

Handtekening(en) Gezien om te worden gevoegd bij het ministerieel besluit van 2 maart 1999.

De Minister van Binnenlandse Zaken, L. VAN DEN BOSSCHE _______ Nota's (1) Hier de datum van de verkiezing vermelden.(2) Hier die vergaderingen uit de hierna opgesomde vergaderingen vermelden, voor de vernieuwing waarvan de verkiezing georganiseerd wordt: de Kamer van volksvertegenwoordigers, de Senaat, het Europees Parlement, de Vlaamse Raad, de Waalse Gewestraad, de Brusselse Hoofdstedelijke Raad, de Raad van de Duitstalige Gemeenschap.(3) Als verschillende kandidaten van eenzelfde lijst zich verenigen voor hun verkiezingspropaganda, moeten zij voorafgaandelijk en schriftelijk het aandeel van de kosten bepalen dat op hun respectieve quotum aangerekend zal worden. Het aandeel van de kosten dat bestemd is voor de gemeenschappelijke verkiezingspropaganda en dat aangerekend wordt op het bedrag dat een kandidaat mag uitgeven, moet evenredig zijn met de bijdrage van elke kandidaat aan die propaganda.

Als een kandidaat, wanneer verschillende verkiezingen plaatsvinden op dezelfde dag, opkomt voor meer dan één lijst, mogen de maximumbedragen die voorzien worden door de wetten betreffende de beperking en de controle van de verkiezingsuitgaven voor die bepaalde kandidaten niet opgeteld worden. Alleen het hoogste maximumbedrag wordt in aanmerking genomen.

Bijlage 3 Model van de verklaring van herkomst van de geldmiddelen die de kandidaten gebruikt hebben voor de verkiezingspropaganda voor de verkiezingen van de federale Wetgevende Kamers, het Europees Parlement of de Gewest- en Gemeenschapsraden Verkiezing van . . . . . (1) voor . . . . . (2) Kieskring / Kiescollege . . . . . (3) Letterwoord en volgnummer van de lijst in naam waarvan de kandidaat opkomt: De ondergetekende verklaart hierbij dat de herkomst van de geldmiddelen die door hemzelf of door derden ten bate van zijn verkiezingspropaganda met het oog op de voormelde verkiezingen werden gebruikt, de volgende is : Rubriek 1 Giften in contant geld van natuurlijke personen . . . . . (4) Rubriek 2 Giften in contant geld van de politieke partij of de lijst in naam waarvan de kandidaat (kandidate) opkomt in die hoedanigheid om die partij te vertegenwoordigen . . . . . (5) Rubriek 3 Giften in natura van de politieke partij of de lijst in naam waarvan de kandidaat (kandidate) opkomt in die hoedanigheid om die partij te vertegenwoordigen . . . . . (5) Rubriek 4 Giften in natura van natuurlijke personen . . . . . (6) Rubriek 5 Andere, met giften gelijkgestelde prestaties van rechtspersonen, natuurlijke personen of feitelijke verenigingen . . . . . (7) Rubriek 6 Geldmiddelen afkomstig van het eigen patrimonium van de kandidaat (kandidate) . . . . .

De ondergetekende verklaart dat de hierboven vermelde geldmiddelen het totale bedrag vormen van de geldmiddelen die door hemzelf of door derden ten bate van zijn verkiezingspropaganda werden gebruikt met het oog op de voormelde verkiezingen.

Gedaan te . . . . . op . . . . .

Handtekening(en) Gezien om te worden gevoegd bij het ministerieel besluit van 2 maart 1999.

De Minister van Binnenlandse Zaken, L. VAN DEN BOSSCHE _______ Nota's (1) Hier de datum van de verkiezing vermelden.(2) Hier de vergadering uit de hierna opgesomde vergaderingen vermelden, voor de verkiezing waarvan de ondergetekende van deze verklaring opgekomen is: de Kamer van volksvertegenwoordigers, de Senaat, het Europees Parlement, de Vlaamse Raad, de Waalse Gewestraad, de Brusselse Hoofdstedelijke Raad, de Raad van de Duitstalige Gemeenschap.(3) Schrappen wat niet past en invullen door de vermelding van de hoofdplaats van de kieskring voor de verkiezing van de Kamer van volksvertegenwoordigers, de (Vlaamse, Waalse of Brusselse) Gewestraad en de Raad van de Duitstalige Gemeenschap, of door vermelding van het kiescollege voor de verkiezing van de Senaat (Frans of Nederlands) of het Europees Parlement (Frans, Nederlands of Duitstalig).(4) Voor de giften van 5 000 BEF en meer die door de ondergetekende van deze verklaring gebruikt worden voor verkiezingspropaganda voor de verkiezingen, moet er een gedetailleerd overzicht bijgevoegd worden waarin voor elk van die giften de datum waarop de gift ontvangen is, vermeld wordt, evenals de naam en voornamen, de nationaliteit en het volledige adres (straat, nummer en gemeente van hoofdverblijfplaats) van de natuurlijke persoon die de gift gedaan heeft, en ten slotte het exacte bedrag uitgedrukt in Belgische frank.Het overzicht moet tevens het totale bedrag vermelden van de giften van 5 000 BEF en meer die door de kandidaat die deze verklaring ondertekent, gebruikt zijn voor verkiezingspropaganda. (5) De kandidaten kunnen giften ontvangen van de politieke partij of de lijst in naam waarvan zij opkomen.Als de kandidaat die deze verklaring ondertekent, dergelijke giften ontvangen heeft, moeten die afzonderlijk aangegeven worden. (6) Voor de giften in natura waarvan de tegenwaarde uitgedrukt in Belgische frank redelijkerwijze geraamd kan worden op ten minste 5.000 BEF per gift, moet het in eindnoot 4 bedoelde gedetailleerde overzicht bijgevoegd worden, waarbij voor elke gift het geraamde bedrag in Belgische frank vermeld wordt. (7) Het geraamde bedrag vermelden per soort van gift in natura of per met een gift gelijkgestelde prestatie, naar gelang van het geval overeenkomstig: - artikel 16bis, derde lid, eerste zin, van de wet van 4 juli 1989 tot regeling van de verkiezingsuitgaven die gedaan worden voor de verkiezing van de federale Wetgevende Kamers; - artikel 11, derde lid, eerste zin, van de wet van 19 mei 1994 tot regeling van de verkiezingsuitgaven die gedaan worden voor de verkiezing van het Europees Parlement; - artikel 11, derde lid, eerste zin, van de wet van 19 mei 1994 tot regeling van de verkiezingsuitgaven die gedaan worden voor de verkiezing van de Gewest- en Gemeenschapsraden.

Onder deze rubriek moeten tevens de met een gift gelijkgestelde prestaties aangegeven worden die gedaan zijn ten voordele van de ondergetekende van deze verklaring, door de politieke partij of de lijst in naam waarvan hij als kandidaat opkomt om die partij te vertegenwoordigen.

Voor de giften in natura en de met een gift gelijkgestelde prestaties, voor zover zij gedaan zijn door een natuurlijke persoon en voor zover hun tegenwaarde uitgedrukt in Belgische frank redelijkerwijze geraamd kan worden op ten minste 5 000 BEF per gift of per met een gift gelijkgestelde prestatie, moet het in eindnoot 4 bedoelde gedetailleerde overzicht bijgevoegd worden, waarbij voor elke gift of voor elke met een gift gelijkgestelde prestatie, het geraamde bedrag in Belgische frank vermeld wordt.

^