gepubliceerd op 05 mei 2004
Ministerieel besluit tot wijziging van het ministerieel besluit van 28 december 2001 tot uitvoering van sommige bepalingen van het koninklijk besluit van 30 maart 2001 tot regeling van de rechtspositie van het personeel van de politiediensten
2 APRIL 2004. - Ministerieel besluit tot wijziging van het ministerieel besluit van 28 december 2001 tot uitvoering van sommige bepalingen van het koninklijk besluit van 30 maart 2001 tot regeling van de rechtspositie van het personeel van de politiediensten
De Minister van Binnenlandse Zaken, Gelet op het koninklijk besluit van 30 maart 2001 tot regeling van de rechtspositie van het personeel van de politiediensten, inzonderheid op de artikelen VII.II.17, VII.II.18, VII.II.19 en VII.IV.18;
Gelet op het ministerieel besluit van 28 december 2001 tot uitvoering van sommige bepalingen van het koninklijk besluit van 30 maart 2001 tot regeling van de rechtspositie van het personeel van de politiediensten, inzonderheid op de artikelen VII.6, VII.14, VII.15, VII.16, VII.17, VII.19 en VII.20;
Gelet op het protocol nr. 95 van 11 februari 2003 van het onderhandelingscomité voor de politiediensten;
Gelet op het advies van de Inspecteur van Financiën, gegeven op 31 maart 2003;
Overwegende dat de Adviesraad van Burgemeesters niet regelmatig binnen de voorgeschreven termijn gegeven is en dat geen verzoek om verlenging van de termijn gedaan is; dat er bijgevolg aan is voorbijgegaan;
Gelet op de akkoordbevinding van Onze Minister van Ambtenarenzaken van 6 juni 2003;
Gelet op de akkoordbevinding van Onze Minister van Begroting van 30 september 2003;
Gelet op het advies 36.237/2 van de Raad van State, gegeven op 5 januari 2004, Besluit :
Artikel 1.Artikel VII.6 UBPol wordt vervangen als volgt : « § 1. De beroepsproef bedoeld in artikel VII.II.17 RPPol bestaat uit een proef die de algemene beroepskennis toetst, waarbij de te kennen leerstof voorafgaand aan de kandidaten wordt meegedeeld, alsmede de kennis van de taal waarin ze wordt afgelegd. § 2. De beroepsproef bedoeld in de artikelen VII.II.18 en VII.II.19 RPPol bestaat uit een proef, aangepast in functie van het beoogde kader, die de algemene beroepskennis toetst, waarbij de te kennen leerstof voorafgaand aan de kandidaten wordt meegedeeld. § 3. De directeur van de directie van de rekrutering en van de selectie van de federale politie stelt de kandidaten schriftelijk in kennis van hun resultaten voor de beroepsproef bedoeld in § 1 en § 2, alvorens, in voorkomend geval, de proef bedoeld in artikel IV.I.15, eerste lid, 2°, RPPol, kan worden afgelegd. »
Art. 2.Artikel VII.14 UBPol wordt vervangen als volgt : « De selectieproeven voor de kandidaten voor de bevordering door overgang naar het niveau C bestaan uit een proef die de algemene beroepskennis toetst, waarbij de te kennen leerstof voorafgaand aan de kandidaten wordt meegedeeld. »
Art. 3.Artikel VII.15 UBPol wordt vervangen als volgt : « De laureaten van de selectieproeven, wiens resultaten zich boven het gemiddelde van de referentiepopulatie bevinden of minder dan één standaardafwijking onder dat gemiddelde, worden gerangschikt in volgorde van de behaalde resultaten.
De kandidaten worden gerangschikt overeenkomstig artikel II.I.7 RPPol indien hun resultaten gelijkwaardig zijn.
Batig gerangschikt zijn de kandidaten wier rangschikkingsnummer het in artikel VII.IV.8 RPPol bedoelde aantal niet overschrijdt. »
Art. 4.In artikel VII.16 UBPol, worden de woorden « een schriftelijke beroepsproef en een selectiegesprek met de selectiecommissie » vervangen door de woorden « een beroepsproef en een selectiegesprek met de in artikel VII.IV.18, 3°, RPPol bedoelde selectiecommissie, hierna aangehaald als de selectiecommissie. »
Art. 5.Artikel VII.17 UBPol wordt vervangen als volgt : « De in artikel VII.16 bedoelde beroepsproef bestaat uit een proef, aangepast in functie van het beoogde niveau, die de algemene beroepskennis toetst, waarbij de te kennen leerstof voorafgaand aan de kandidaten wordt meegedeeld. »
Art. 6.Artikel VII.19 UBPol wordt vervangen als volgt : « § 1. De directeur van de directie van de rekrutering en van de selectie van de federale politie stelt de kandidaten schriftelijk in kennis van hun resultaten voor de beroepsproef bedoeld in artikel VII.17 alvorens, in voorkomend geval, de persoonlijkheidsproef en het selectiegesprek kunnen worden afgelegd. § 2. De beroepsproef bedoeld in artikel VII.17, mondt uit in het opstellen van een rangschikking op grond waarvan de kandidaten wiens resultaten zich boven het gemiddelde van de referentiepopulatie bevinden of minder dan één standaardafwijking onder dat gemiddelde, in voorkomend geval, voor de volgende selectieproeven worden opgeroepen, en dit tot het in artikel VII.IV.8 RPPol bedoelde aantal is bereikt.
De kandidaten worden gerangschikt overeenkomstig artikel II.I.7 RPPol indien hun resultaten gelijkwaardig zijn. »
Art. 7.In artikel VII.20 UBPol, worden de woorden « De in de artikelen VII.14 en VII.16 » vervangen door de woorden « De in artikel VII.16 ».
Art. 8.Dit besluit treedt in werking de dag waarop het in het Belgisch Staatsblad wordt bekendgemaakt.
Brussel, 2 april 2004.
P. DEWAEL