gepubliceerd op 15 januari 2008
Ministerieel besluit tot toekenning van een afwijking van de ordonnantie van 29 augustus 1991 betreffende de bescherming van de wilde fauna en betreffende de jacht
1 DECEMBER 2007. - Ministerieel besluit tot toekenning van een afwijking van de ordonnantie van 29 augustus 1991 betreffende de bescherming van de wilde fauna en betreffende de jacht
De Brusselse Hoofdstedelijke Regering, Gelet op de ordonnantie van 29 augustus 1991 betreffende de bescherming van de wilde fauna en betreffende de jacht, inzonderheid op artikel 3;
Gelet op het besluit van de Brusselse Hoofdstedelijke Regering van 18 juli 2000 tot regeling van haar werkwijze en tot regeling van de ondertekening van de akten van de Regering, inzonderheid op artikel 5;
Overwegende het verzoek d.d. 4 januari 2007 waarbij Mevr. Margo D'aes, vorser aan de Universiteit van Antwerpen, de toelating vraagt Siberische grondeekhoorns te vangen in het Zoniënwoud met het oog op onderzoek en onderwijs;
Gelet op het advies van de Raad voor het Leefmilieu voor het Brussels Hoofdstedelijk Gewest van 12 september 2007;
Gelet op het advies van de Brusselse Hoge Raad voor Natuurbehoud van 11 oktober 2007, Besluit :
Artikel 1.De gevraagde toelating wordt verleend aan Mevr. Margo D'aes, en haar begeleidende wetenschappelijke medewerkers tot 31 december 2011.
Deze toelating is persoonlijk.
Ze kan te allen tijde worden ingetrokken indien de voorwaarden vastgelegd in dit besluit niet worden nageleefd of wanneer Leefmilieu Brussel - BIM beslist andere beheersmaatregelen toe te passen.
Art. 2.Volgende voorwaarden worden gesteld bij het vangen van de dieren : 1. De dieren worden na de proeven opnieuw losgelaten op de vangplaats;2. De exacte plaatsen en de periodes van de experimenten evenals de gebruikte technieken worden aan Leefmilieu Brussel - BIM medegedeeld. Vóór elke tussenkomst zal hieromtrent instemming van Leefmilieu Brussel - BIM moeten worden verkregen; 3. Aan de habitats mag geen enkele schade worden toegebracht; Het storen van inheemse wilde soorten wordt tot een strikt minimum beperkt.
Art. 3.Alle per ongeluk gedode of dood gevonden dieren moeten aan het Koninklijk Belgisch Instituut voor Natuurwetenschappen worden overgedragen.
Art. 4.De eensluidende kopie van dit besluit moet op elk verzoek van agenten van de openbare macht worden voorgelegd.
Art. 5.De boswachters van Leefmilieu Brussel - BIM worden ertoe gemachtigd te controleren of dit besluit naar behoren wordt nagekomen.
Art. 6.Tegen eind 2009 wordt er een activiteitenverslag met de tussentijdse resultaten van het onderzoek aan Leefmilieu Brussel - BIM en de Brusselse Hoge Raad voor Natuurbehoud overgemaakt. Tegen eind 2011 wordt hetzelfde gedaan voor wat de eindresultaten betreft.
Brussel, 1 december 2007.
Voor de Brusselse Hoofdstedelijke Regering : De minister van de Brusselse Hoofdstedelijke Regering bevoegd voor Leefmilieu en Natuurbehoud, Mevr. E. HUYTEBROECK