Etaamb.openjustice.be
Mededeling
gepubliceerd op 25 mei 2020

Mededeling van de Belgische Mededingingsautoriteit betreffende de informele zienswijzen van de voorzitter van de Belgische Mededingingsautoriteit Goedgekeurd door het Directiecomité van de Belgische Mededingingsautoriteit op 6 mei 2020 op basis 1. Krachtens artikel IV.19, § 1, 5° van het Wetboek van economisch recht ("WER"), z(...)

bron
belgische mededingingsautoriteit
numac
2020020872
pub.
25/05/2020
prom.
--
staatsblad
https://www.ejustice.just.fgov.be/cgi/article_body(...)
Document Qrcode

BELGISCHE MEDEDINGINGSAUTORITEIT


Mededeling van de Belgische Mededingingsautoriteit betreffende de informele zienswijzen van de voorzitter van de Belgische Mededingingsautoriteit Goedgekeurd door het Directiecomité van de Belgische Mededingingsautoriteit op 6 mei 2020 op basis van art. IV.25, 2° WER 1. Krachtens artikel IV.19, § 1, 5° van het Wetboek van economisch recht ("WER"), zoals ingevoegd bij wet van 2 mei 2019Relevante gevonden documenten type wet prom. 02/05/2019 pub. 24/05/2019 numac 2019012261 bron federale overheidsdienst economie, k.m.o., middenstand en energie Wet houdende wijzigingen van boek I "Definities", van boek XV "Rechtshandhaving" en vervanging van boek IV "Bescherming van de mededinging" van het Wetboek van economisch recht type wet prom. 02/05/2019 pub. 17/05/2019 numac 2019030424 bron federale overheidsdienst financien Wet tot omzetting van de Richtlijn 2017/1852 van de Raad van 10 oktober 2017 betreffende mechanismen ter beslechting van belastinggeschillen in de Europese Unie (1) sluiten (B.S. 24.05.2019, p. 50073), is de voorzitter van de Belgische Mededingingsautoriteit (BMA) onder meer belast met het afleveren van informele zienswijzen aangaande de toepassing van de mededingingsregels betreffende restrictieve mededingingspraktijken op een voorgenomen praktijk. 2. De voorzitter van de BMA wil, zoals voorheen, ondernemingen en ondernemingsverenigingen proactief helpen bij het bevorderen van een goede marktwerking door, wanneer nodig en mogelijk, de interpretatie van de mededingingsregels in een vroeg stadium te verduidelijken door het geven van informele zienswijzen.3. Deze mededeling geeft aanwijzingen over de criteria voor een informele zienswijze en over de te volgen procedure.4. Zij betreft alleen de toepassing van de regels over mededingingsbeperkende overeenkomsten en praktijken, en handelt niet over concentraties.Voor concentratietoezicht verwijzen wij naar de aanbeveling inzake pre-notificatie gesprekken in de schema's voor procedures inzake concentratiecontroles op de website van de BMA.1 I. Criteria voor een informele zienswijze 5. Een verzoek om toelichting wordt alleen in overweging genomen wanneer het een reëel overwogen overeenkomst of praktijk betreft die nog niet is gesloten of waaraan alleszins nog geen uitvoering is gegeven.De gestelde vraag mag met andere woorden niet louter hypothetisch zijn. Indien er twijfel rijst over de vraag of er al uitvoering is gegeven aan een overeenkomst of praktijk, zal de voorzitter geen informele zienswijze geven. 6. Eenzelfde, gelijkaardige of verwante vraag mag niet het voorwerp zijn van een zaak bij de Europese Commissie, het Auditoraat of het Mededingingscollege, of van een procedure voor een Belgisch rechtscollege of een rechtscollege van de Europese Unie (art.IV.19 § 1, 5° WER). 7. Het dient een nieuwe rechtsvraag te zijn waarop dus nog geen antwoord is gegeven door de BMA of in de Belgische of EU regelgeving, rechtspraak of beslissingspraktijk.8. De voorzitter van de BMA moet de vraag kunnen beantwoorden op grond van de met de vraagstelling verstrekte informatie.9. De vraag moet een voldoende groot economisch of maatschappelijk belang hebben.10. Om redenen van prioriteiten en beschikbare middelen, moet de voorzitter van de BMA zich tot zijn spijt het recht voorbehouden een verzoek dat voldoet aan alle bovenvermelde criteria, niet te behandelen. II. De behandeling en status van een (verzoek om) informele zienswijze 11. De voorzitter behandelt vragen om een interpretatie van de mededingingsregels betreffende de restrictieve mededingingspraktijken op een voorgenomen praktijk die aan bovenvermelde criteria voldoet. Zij worden ongeacht bij wie zij binnenkomen (auditoraat, contactpunt, enz.) voorgelegd aan de voorzitter. 12. De voorzitter behandelt deze vragen als volgt: a.Ter bevestiging van het feit dat een verzoek voldoet aan de eerste twee criteria voor een informele zienswijze, maakt de voorzitter elk verzoek om een informele zienswijze zo spoedig mogelijk over aan de auditeur-generaal. De auditeur-generaal geeft binnen de vijf werkdagen te kennen of dit al dan niet het geval is. b. De voorzitter kan de interpretatie van de mededingingsregels toelichten in een brief die geldt als een informele zienswijze.c. De door de voorzitter gegeven interpretatie steunt op de in de brief omschreven hypotheses.De informele zienswijze belet de auditeur-generaal niet om in een later stadium een onderzoek te openen indien de in de brief omschreven hypotheses niet gegrond blijken te zijn. d. Informele zienswijzen worden in principe gepubliceerd op de website van de BMA in de taal waarin zij zijn afgegeven.De voorzitter kan evenwel, bij voorbeeld met het oog op het beschermen van de commerciële belangen van de betrokken ondernemingen, beslissen een informele zienswijze pas later, slechts gedeeltelijk of niet bekend te maken. e. Wanneer een bepaalde gedraging die het voorwerp is geweest van een informele zienswijze, in een later stadium alsnog zou leiden tot het neerleggen van een voorstel van beslissing, dan zal de voorzitter oordelen dat hij niet zelf in het Mededingingscollege zal zetelen. III. En wat indien een overeenkomst of praktijk al uitvoering heeft gekregen? 13. Klachten en vragen over overeenkomsten en praktijken waaraan al uitvoering is gegeven, moeten worden voorgelegd aan de auditeur-generaal.De auditeur-generaal beslist volgens de regels die de wet bepaalt betreffende restrictieve mededingingspraktijken hoe deze klachten of vragen behandeld zullen worden.

IV. Inwerkingtreding 14. Deze mededeling treedt in werking op de dag van publicatie in het Belgisch Staatsblad en is van toepassing op verzoeken die worden ingediend na de datum van publicatie in het Belgisch Staatsblad. __________ 1 https://www.bma-abc.be/nl/concentraties

^