Etaamb.openjustice.be
Meertalige weergave van Mededeling van --
← Terug naar "Mededeling van de Belgische Mededingingsautoriteit betreffende de informele zienswijzen van de voorzitter van de Belgische Mededingingsautoriteit Goedgekeurd door het Directiecomité van de Belgische Mededingingsautoriteit op 6 mei 2020 op basis 1. Krachtens artikel IV.19, § 1, 5° van het Wetboek van economisch recht ("WER"), z(...)"
Mededeling van de Belgische Mededingingsautoriteit betreffende de informele zienswijzen van de voorzitter van de Belgische Mededingingsautoriteit Goedgekeurd door het Directiecomité van de Belgische Mededingingsautoriteit op 6 mei 2020 op basis 1. Krachtens artikel IV.19, § 1, 5° van het Wetboek van economisch recht ("WER"), z(...) Communication de l'Autorité belge de la Concurrence concernant les points de vue informels du président de l'Autorité belge de la Concurrence Approuvée par le Comité de direction de l'Autorité belge de la Concurrence le 6 mai 2020 sur base de l 1. En vertu de l'article IV.19, § 1, 5° du Code de droit économique (« CDE »), inséré par la (...)
BELGISCHE MEDEDINGINGSAUTORITEIT AUTORITE BELGE DE LA CONCURRENCE
Mededeling van de Belgische Mededingingsautoriteit betreffende de Communication de l'Autorité belge de la Concurrence concernant les
informele zienswijzen van de voorzitter van de Belgische points de vue informels du président de l'Autorité belge de la
Mededingingsautoriteit Concurrence
Goedgekeurd door het Directiecomité van de Belgische Approuvée par le Comité de direction de l'Autorité belge de la
Mededingingsautoriteit op 6 mei 2020 op basis van art. IV.25, 2° WER Concurrence le 6 mai 2020 sur base de l'article IV.25, 2° CDE
1. Krachtens artikel IV.19, § 1, 5° van het Wetboek van economisch 1. En vertu de l'article IV.19, § 1, 5° du Code de droit économique («
recht ("WER"), zoals ingevoegd bij wet van 2 mei 2019 (B.S. 24.05.2019, p. 50073), is de voorzitter van de Belgische Mededingingsautoriteit (BMA) onder meer belast met het afleveren van informele zienswijzen aangaande de toepassing van de mededingingsregels betreffende restrictieve mededingingspraktijken op een voorgenomen praktijk. 2. De voorzitter van de BMA wil, zoals voorheen, ondernemingen en ondernemingsverenigingen proactief helpen bij het bevorderen van een goede marktwerking door, wanneer nodig en mogelijk, de interpretatie van de mededingingsregels in een vroeg stadium te verduidelijken door het geven van informele zienswijzen. 3. Deze mededeling geeft aanwijzingen over de criteria voor een informele zienswijze en over de te volgen procedure. 4. Zij betreft alleen de toepassing van de regels over mededingingsbeperkende overeenkomsten en praktijken, en handelt niet over concentraties. Voor concentratietoezicht verwijzen wij naar de aanbeveling inzake pre-notificatie gesprekken in de schema's voor procedures inzake concentratiecontroles op de website van de BMA.1 I. Criteria voor een informele zienswijze 5. Een verzoek om toelichting wordt alleen in overweging genomen wanneer het een reëel overwogen overeenkomst of praktijk betreft die nog niet is gesloten of waaraan alleszins nog geen uitvoering is gegeven. De gestelde vraag mag met andere woorden niet louter hypothetisch zijn. Indien er twijfel rijst over de vraag of er al uitvoering is gegeven aan een overeenkomst of praktijk, zal de voorzitter geen informele zienswijze geven. 6. Eenzelfde, gelijkaardige of verwante vraag mag niet het voorwerp zijn van een zaak bij de Europese Commissie, het Auditoraat of het Mededingingscollege, of van een procedure voor een Belgisch rechtscollege of een rechtscollege van de Europese Unie (art. IV.19 § 1, 5° WER). 7. Het dient een nieuwe rechtsvraag te zijn waarop dus nog geen antwoord is gegeven door de BMA of in de Belgische of EU regelgeving, rechtspraak of beslissingspraktijk. 8. De voorzitter van de BMA moet de vraag kunnen beantwoorden op grond van de met de vraagstelling verstrekte informatie. 9. De vraag moet een voldoende groot economisch of maatschappelijk belang hebben. 10. Om redenen van prioriteiten en beschikbare middelen, moet de voorzitter van de BMA zich tot zijn spijt het recht voorbehouden een verzoek dat voldoet aan alle bovenvermelde criteria, niet te behandelen. II. De behandeling en status van een (verzoek om) informele zienswijze 11. De voorzitter behandelt vragen om een interpretatie van de mededingingsregels betreffende de restrictieve mededingingspraktijken op een voorgenomen praktijk die aan bovenvermelde criteria voldoet. Zij worden ongeacht bij wie zij binnenkomen (auditoraat, contactpunt, enz.) voorgelegd aan de voorzitter. 12. De voorzitter behandelt deze vragen als volgt: a. Ter bevestiging van het feit dat een verzoek voldoet aan de eerste twee criteria voor een informele zienswijze, maakt de voorzitter elk verzoek om een informele zienswijze zo spoedig mogelijk over aan de auditeur-generaal. De auditeur-generaal geeft binnen de vijf werkdagen te kennen of dit al dan niet het geval is. b. De voorzitter kan de interpretatie van de mededingingsregels toelichten in een brief die geldt als een informele zienswijze. c. De door de voorzitter gegeven interpretatie steunt op de in de brief omschreven hypotheses. De informele zienswijze belet de auditeur-generaal niet om in een later stadium een onderzoek te openen indien de in de brief omschreven hypotheses niet gegrond blijken te zijn. d. Informele zienswijzen worden in principe gepubliceerd op de website van de BMA in de taal waarin zij zijn afgegeven. De voorzitter kan evenwel, bij voorbeeld met het oog op het beschermen van de commerciële belangen van de betrokken ondernemingen, beslissen een informele zienswijze pas later, slechts gedeeltelijk of niet bekend te maken. e. Wanneer een bepaalde gedraging die het voorwerp is geweest van een informele zienswijze, in een later stadium alsnog zou leiden tot het neerleggen van een voorstel van beslissing, dan zal de voorzitter oordelen dat hij niet zelf in het Mededingingscollege zal zetelen. III. En wat indien een overeenkomst of praktijk al uitvoering heeft gekregen? 13. Klachten en vragen over overeenkomsten en praktijken waaraan al uitvoering is gegeven, moeten worden voorgelegd aan de auditeur-generaal. De auditeur-generaal beslist volgens de regels die de wet bepaalt betreffende restrictieve mededingingspraktijken hoe deze klachten of vragen behandeld zullen worden. IV. Inwerkingtreding 14. Deze mededeling treedt in werking op de dag van publicatie in het Belgisch Staatsblad en is van toepassing op verzoeken die worden ingediend na de datum van publicatie in het Belgisch Staatsblad. __________ CDE »), inséré par la loi du 2 mai 2019 (M.B. 24.05.2019, p. 50073), le président de l'Autorité belge de la Concurrence (ABC) est responsable pour délivrer des points de vue informels concernant l'application des règles de concurrence relatives aux pratiques restrictives de concurrence à une pratique envisagée. 2. Le président de l'ABC veut, comme par le passé, aider de manière proactive les entreprises ou associations d'entreprises à promouvoir un bon fonctionnement du marché en clarifiant, quand cela est nécessaire et possible, l'interprétation des règles de concurrence à un stade précoce en donnant des points de vue informels. 3. Cette communication fournit des indications sur les critères pour un point de vue informel et sur la procédure à suivre. 4. Elle ne concerne que l'application des règles sur les accords et les pratiques restrictifs et ne traite pas des concentrations. Pour le contrôle des concentrations, nous renvoyons à la recommandation en matière de pré-notification exprimée dans les schémas pour les procédures relatives au contrôle des concentrations sur le site internet de l'ABC.1 I. Critères pour un point de vue informel 5. Une demande de clarification est prise en considération seulement lorsque la pratique ou l'accord réellement envisagé n'ont pas encore été conclus, ou à tout le moins pas encore été mis en oeuvre. En d'autres termes, la question posée ne peut pas être simplement hypothétique. Si un doute subsiste sur la question de savoir si une pratique ou un accord ont déjà été mis en oeuvre, le président ne donnera pas de point de vue informel. 6. Une question identique, similaire ou apparentée ne peut pas faire l'objet d'une affaire devant la Commission européenne, l'Auditorat ou le Collège de la concurrence, ou d'une procédure devant une juridiction belge ou de l'Union européenne (art. IV.19, § 1, 5° CDE). 7. Il doit s'agir d'une nouvelle question de droit à propos de laquelle aucune réponse n'a encore été donnée par l'ABC ou dans les règlements, la jurisprudence ou la pratique décisionnelle belges ou européens. 8. Le président de l'ABC doit être en mesure de répondre à la question sur base des informations fournies avec la question. 9. La question doit avoir un intérêt économique ou sociétal suffisamment important. 10. Pour des raisons de priorités et de ressources disponibles, le président de l'ABC doit se réserver le droit, avec regret, de ne pas traiter une demande qui répondrait à tous les critères ci-dessus. II. Le traitement et le statut d'une demande de point de vue informel 11. Le président traite des questions sur l'interprétation des règles de concurrence relatives aux pratiques restrictives de concurrence à une pratique envisagée qui répond aux critères susmentionnés. Elles sont soumises au président par celui qui les reçoit (auditorat, point de contact, etc.). 12. Le président aborde ces questions comme suit: a. Afin de vérifier si la demande satisfait aux deux premiers critères pour un point de vue informel, le président transmet toute demande de point de vue informel dès que possible à l'auditeur général. L'auditeur général fait savoir, dans les cinq jours ouvrables, si c'est le cas ou non. b. Le président peut expliquer l'interprétation des règles de concurrence dans une lettre qui est considérée comme un point de vue informel. c. L'interprétation donnée par le président est basée sur les hypothèses décrites dans la lettre. Le point de vue informel n'empêche pas l'auditeur général d'ouvrir une enquête ultérieurement si les hypothèses décrites ne s'avèrent pas fondées. d. Les points de vue informels sont en principe publiés sur le site internet de l'ABC dans la langue dans laquelle ils ont été rendus. Le président peut, par exemple en vue de protéger les intérêts commerciaux des entreprises concernées, décider de rendre public un point de vue informel que plus tard, seulement partiellement ou pas du tout. e. Si une certaine pratique ayant fait l'objet d'un point de vue informel conduit à un stade ultérieur au dépôt d'une proposition de décision, le président décidera de ne pas siéger au Collège de la concurrence. III. Que faire si un accord ou une pratique ont déjà été mis en oeuvre ? 13. Les plaintes et les questions concernant les pratiques et les accords qui ont déjà été mis en oeuvre doivent être soumises à l'auditeur général. L'auditeur général décide selon les règles prévues par la loi concernant les pratiques restrictives de concurrence comment ces plaintes ou demandes seront traitées. IV. Entrée en vigueur 14. Cette communication entre en vigueur le jour de sa publication au Moniteur belge et est applicable aux demandes introduites après la date de publication au Moniteur belge. __________
1 https://www.bma-abc.be/nl/concentraties 1 https://www.abc-bma.be/fr/concentrations
^