gepubliceerd op 02 september 2000
Mededeling van het Belgisch Instituut voor postdiensten en telecommunicatie krachtens artikel 6, § 2, van het koninklijk besluit van 4 oktober 1999 houdende de werking van en de procedure voor de Kamer voor Interconnectie, huurlijnen, bijzonde De leidinggevende ambtenaar van het Belgisch Instituut voor postdiensten en telecommunicatie (hiern(...)
MINISTERIE VAN VERKEER EN INFRASTRUCTUUR
Mededeling van het Belgisch Instituut voor postdiensten en telecommunicatie krachtens artikel 6, § 2, van het koninklijk besluit van 4 oktober 1999 houdende de werking van en de procedure voor de Kamer voor Interconnectie, huurlijnen, bijzondere toegang en gedeeld gebruik De leidinggevende ambtenaar van het Belgisch Instituut voor postdiensten en telecommunicatie (hierna "B.I.P.T." genoemd) heeft op 16 december 1999 een verzoek ontvangen van de Kamer voor Interconnectie, huurlijnen, bijzondere toegang en gedeeld gebruik (hierna "de Kamer" genoemd).
Dat verzoek werd door de NV Mobistar ingediend krachtens artikel 79ter van de wet van 21 maart 1991 betreffende de hervorming van sommige economische overheidsbedrijven in het kader van een geschil inzake huurlijnen met de NV Belgacom.
De Kamer is voor die zaak via een beslissing van de leidinggevende ambtenaar van het B.I.P.T van 20 december 1999 samengesteld.
Een eerste belissing betreffende de ontvankelijkheid van het verzoek van de NV Mobistar is op 8 maart 2000 genomen. In die beslissing is tot ontvankelijkheid van het verzoek geconcludeerd.
De Kamer heeft op 20 juni 2000 een administratieve eindbeslissing genomen inzake dat geschil tussen de NV Mobistar en de NV Belgacom.
Uit die beslissing vloeit met name voort dat als het akkoord dat tussen de NV Belgacom en de NV Mobistar werd afgesloten over de leveringsvoorwaarden van huurlijnen aan de NV Mobistar inhoudt dat de NV Belgacom het recht heeft om een minimumaantal zonale huurlijnen en een minimumaantal interzonale huurlijnen te factureren en dat elke minimumhoeveelheid die in elke categorie vastgelegd is, individueel moet worden bereikt, de Kamer van mening is dat dit systeem als gevolg heeft dat het spel van de concurrentie op de markt voor huurlijnen onvermijdelijk vervalst wordt.
De Kamer gelast bovendien - de NV Belgacom om aan het Instituut, binnen een termijn van een maand vanaf de datum van ontvangst van de beslissing van 20 juni, de concrete, berekende en precieze rechtvaardiging mee te delen van de naleving van het principe van de kostenoriëntering in het geval van de tarieven die in het contract van 17 april 1998 aan de NV Mobistar zijn aangeboden; - de NV Belgacom om aan de NV Mobistar en aan het Instituut, binnen diezelfde termijn, de structuur mee te delen van de tarieven die zijn vastgesteld in het contract van 17 april 1998, namelijk de gebruikte tariefelementen; - de beide partijen, krachtens artikel 12 van het koninklijk besluit betreffende het opzetten en de exploitatie van GSM-mobilofonienetten (Belgisch Staatsblad van 8 april 1995, blz. 9043) zoals gewijzigd door het koninklijk besluit van 24 oktober 1997 (Belgisch Staatsblad, 5 december 1997, blz. 32487)om aan het Instituut elk akkoord mee te delen dat ze zullen afsluiten en dat tot doel heeft aan de NV Mobistar transmissieverbindingen ter beschikking te stellen die gebruikt worden voor het opzetten en de exploitatie van een GSM-mobilofonienet ingevolge de vergunning die aan die laatste werd verleend op 27 november 1995.
De website van het B.I.P.T. http://www.ibpt.be(rubriek "Boekerij") kan worden geraadpleegd voor meer informatie over de inhoud en de motivering van de beslissingen van de Kamer in het kader van dat geschil.