FEDERALE OVERHEIDSDIENST SOCIALE ZEKERHEID

Rijksinstituut voor ziekte- en invaliditeitsverzekering. - Interpretatieregels betreffende de lijst van verstrekkingen van vergoedbare implantaten en invasieve medische hulpmiddelen Op voorstel van de Commissie tegemoetkoming implantaten en medische hulpmiddelen van 24 september 2020, en in uitvoering van artikel 22, 4° bis, van de wet betreffende de verplichte verzekering voor geneeskundige verzorging en uitkeringen, gecoördineerd op 14 juli 1994, heeft het Comité van de verzekering voor geneeskundige verzorging op 19 oktober 2020 de hiernagaande interpretatieregels toegevoegd: Interpretatieregels betreffende de lijst van verstrekkingen van vergoedbare implantaten en invasieve medische hulpmiddelen: INTERPRETATIEREGEL 40 VRAAG Welk materiaal is inbegrepen in de verstrekkingen 180891-180902 en 180913-180924 en met welke andere verstrekkingen kunnen ze gecumuleerd worden? ANTWOORD De verstrekkingen 180891-180902 en 180913-180924 dekken enkel het geheel van implantaten dat gebruikt wordt om de kruisbanden te fixeren.Implantaten gebruikt voor de gelijktijdige fixatie van een ander ligament of behandeling van de meniscus vallen niet onder dit forfait en mogen individueel aangerekend worden.

Als beide kruisbanden gelijktijdig behandeld worden, mag men ook beide verstrekkingen aanrekenen.

Het gaat hier enkel om de fixatie- en verankeringsimplantaten voor weke weefsels bij verstrekkingen 180891-180902 en 180913-180924 (L.9).

Gebruiksmateriaal valt hier niet onder.

INTERPRETATIEREGEL 41 VRAAG Kunnen kunststofligamenten aangerekend worden met de verstrekkingen 180891-180902 en 180913-180924? ANTWOORD Neen.

De interpretatieregels 40 en 41 hebben uitwerking met ingang van 1 augustus 2020.

Brussel, 19 oktober 2020.

De Leidend Ambtenaar, M. DAUBIE Directeur-generaal a.i.

De Ondervoorzitter, M. Moens