Etaamb.openjustice.be
Koninklijk Besluit
gepubliceerd op 09 oktober 2024

Koninklijk besluit waarbij algemeen verbindend wordt verklaard de collectieve arbeidsovereenkomst van 15 december 2023, gesloten in het Paritair Comité voor het tuinbouwbedrijf, betreffende het werkgelegenheidsplan voor oudere werknemers

bron
federale overheidsdienst werkgelegenheid, arbeid en sociaal overleg
numac
2024203696
pub.
09/10/2024
prom.
--
staatsblad
https://www.ejustice.just.fgov.be/cgi/article_body(...)
Document Qrcode

1 SEPTEMBER 2024. - Koninklijk besluit waarbij algemeen verbindend wordt verklaard de collectieve arbeids overeenkomst van 15 december 2023Relevante gevonden documenten type overeenkomst prom. 15/12/2023 pub. 12/01/2024 numac 2023048759 bron brussels hoofdstedelijk parlement Beslissing tot wijziging van het reglement tot vaststelling van de regeling van de pensioenen die aan de gewezen leden van het Brussels Hoofdstedeljk Parlement worden toegekend sluiten, gesloten in het Paritair Comité voor het tuinbouwbedrijf, betreffende het werkgelegenheidsplan voor oudere werknemers (1)


FILIP, Koning der Belgen, Aan allen die nu zijn en hierna wezen zullen, Onze Groet.

Gelet op de wet van 5 december 1968Relevante gevonden documenten type wet prom. 05/12/1968 pub. 22/05/2009 numac 2009000346 bron federale overheidsdienst binnenlandse zaken Wet betreffende de collectieve arbeidsovereenkomsten en de paritaire comités. - Officieuze coördinatie in het Duits sluiten betreffende de collectieve arbeidsovereenkomsten en de paritaire comités, inzonderheid op artikel 28;

Gelet op het verzoek van het Paritair Comité voor het tuinbouwbedrijf;

Op de voordracht van de Minister van Werk,

Hebben Wij besloten en besluiten Wij :

Artikel 1.Algemeen verbindend wordt verklaard de als bijlage overgenomen collectieve arbeids overeenkomst van 15 december 2023Relevante gevonden documenten type overeenkomst prom. 15/12/2023 pub. 12/01/2024 numac 2023048759 bron brussels hoofdstedelijk parlement Beslissing tot wijziging van het reglement tot vaststelling van de regeling van de pensioenen die aan de gewezen leden van het Brussels Hoofdstedeljk Parlement worden toegekend sluiten, gesloten in het Paritair Comité voor het tuinbouwbedrijf, betreffende het werkgelegenheidsplan voor oudere werknemers.

Art. 2.De minister bevoegd voor Werk is belast met de uitvoering van dit besluit.

Gegeven te Brussel, 1 september 2024.

FILIP Van Koningswege : De Minister van Werk, P.-Y. DERMAGNE _______ Nota (1) Verwijzing naar het Belgisch Staatsblad : Wet van 5 december 1968Relevante gevonden documenten type wet prom. 05/12/1968 pub. 22/05/2009 numac 2009000346 bron federale overheidsdienst binnenlandse zaken Wet betreffende de collectieve arbeidsovereenkomsten en de paritaire comités. - Officieuze coördinatie in het Duits sluiten, Belgisch Staatsblad van 15 januari 1969. Bijlage Paritair Comité voor het tuinbouwbedrijf Collectieve arbeids overeenkomst van 15 december 2023Relevante gevonden documenten type overeenkomst prom. 15/12/2023 pub. 12/01/2024 numac 2023048759 bron brussels hoofdstedelijk parlement Beslissing tot wijziging van het reglement tot vaststelling van de regeling van de pensioenen die aan de gewezen leden van het Brussels Hoofdstedeljk Parlement worden toegekend sluiten Werkgelegenheidsplan voor oudere werknemers (Overeenkomst geregistreerd op 8 januari 2024 onder het nummer 185022/CO/145) Preambule Deze collectieve arbeidsovereenkomst wordt gesloten in toepassing van de brief van 31 maart 2023 van de Minister van Werk aan de Federale Overheidsdienst Werkgelegenheid, Arbeid en Sociaal Overleg betreffende de penibiliteitsfondsen.

Artikel 1.§ 1. Deze collectieve arbeidsovereenkomst is van toepassing op alle werkgevers die ressorteren onder het toepassingsgebied van het Paritair Comité voor het tuinbouwbedrijf en de door deze werkgevers tewerkgestelde werknemers van ten minste 45 jaar oud en die ten minste 10 jaar anciënniteit hebben in de land- en tuinbouwsector (het betreft hier de Paritaire Comités 144 voor de landbouw en 145 voor het tuinbouwbedrijf, inclusief de tuinaanleg) met uitzondering van de werknemers die tewerkgesteld worden in de sector en die bedoeld worden in artikel 8bis van het koninklijk besluit van 28 november 1969, Belgisch Staatsblad 5 december 1969, inzake sociale zekerheid. § 2. Met de term "werknemers" worden de arbeiders en bedienden bedoeld zonder onderscheid naar gender.

Commentaar : Bedienden die vóór 1 januari 2023 ressorteerden onder Aanvullend Paritair Comité voor de bedienden, nemen hun aantal jaren anciënniteit die ze hadden in Aanvullend Paritair Comité voor de bediendenmee op voorwaarde dat ze voor deze jaren tewerkstelling in dienst waren van een werkgever die voor de bedienden ressorteerde onder Aanvullend Paritair Comité voor de bedienden en voor de door hem tewerkgestelde arbeiders onder Paritair Comité voor de landbouw of Paritair Comité voor het tuinbouwbedrijf.

Art. 2.In het Protocol Akkoord 2023-2024 dat in het Paritair Comité voor het tuinbouwbedrijf op 15 december 2023 is gesloten, is door de sociale partners overeengekomen het Werkgelegenheidsplan voor oudere werknemers uit 2014 uit te breiden tot de bedienden. Dit werkgelegenheidsplan wordt beschreven in de collectieve arbeidsovereenkomst van 25 juni 2014, geregistreerd onder het nr. 122988/CO/145. Dit houdt in dat er bijzondere aandacht wordt besteed aan het behoud van de tewerkstelling van oudere werknemers in de land- en tuinbouw.

Art. 3.§ 1. Via EDU+ (voor wat de Nederlandstalige Gemeenschap betreft) en Mission Wallonne (voor wat de Franstalige en de Duitstalige Gemeenschap betreft) is een specifiek vormingsaanbod opgesteld dat gericht is op de doelgroep van de werknemers van meer dan 45 jaar en die ten minste 10 jaar anciënniteit hebben in de land- en tuinbouwsector. Dit vormingsaanbod geeft aan de werknemers die tot de doelgroep behoren de mogelijkheid, door het volgen van een of andere opleiding uit dit vormingsaanbod, langer aan het werk te blijven. Er is evenwel geen verplichting om aan deze opleidingen deel te nemen. De werknemers die vallen onder het toepassingsgebied van onderhavige collectieve arbeidsovereenkomst zoals aangegeven in artikel 1, kunnen gedurende de dagen waarop zij vrijgesteld worden van activiteit zoals voorzien in artikel 4 opteren voor het volgen van een vorming uit het specifieke aanbod voor deze doelgroep dan wel kiezen voor een vrije betaalde dag. § 2. Via EDU+ (voor wat de Nederlandstalige Gemeenschap betreft) en Mission Wallonne (voor wat de Franstalige en de Duitstalige Gemeenschap betreft) is een specifiek vormingsaanbod opgesteld dat gericht is op de doelgroep van de werknemers van minstens 50 jaar en die ten minste 20 jaar anciënniteit hebben in de land- en tuinbouwsector. De werknemers die tot de doelgroep behoren, hebben individueel recht op één dag vorming uit dit aanbod en hebben zo de mogelijkheid door het volgen van een of andere opleiding uit dit vormingsaanbod, langer aan het werk te blijven. Enkel wanneer de vorming effectief wordt gevolgd is de werknemer vrijgesteld van arbeidsprestatie.

Art. 4.§ 1. De werknemers die onder het toepassingsgebied vallen van artikel 3, § 1 kunnen gebruik maken van onderstaande regeling : - De werknemers van 45 jaar en ouder met 10 jaar anciënniteit in de land- en tuinbouwsector worden telkens 1 dag per jaar vrijgesteld van prestatie met behoud van loon; - De werknemers van 50 jaar en ouder met 15 jaar anciënniteit in de land- en tuinbouwsector worden telkens 2 dagen per jaar vrijgesteld van prestatie met behoud van loon; - De werknemers van 55 jaar en ouder met 15 jaar anciënniteit in de land- en tuinbouwsector worden telkens 3 dagen per jaar vrijgesteld van prestatie met behoud van loon. § 2. De modaliteiten om het aantal dagen vast te stellen zijn als volgt : - Het recht wordt bepaald op 1 januari van het lopende jaar; - De leeftijdsvoorwaarde moet vervuld zijn in de loop van het lopende kalenderjaar; - De anciënniteitsvoorwaarde wordt beoordeeld op 1 juli van het lopende kalenderjaar.

Paritaire commentaar (voorbeelden) - Een werknemer die 45 jaar wordt in december en 10 jaar anciënniteit heeft in de sector van de landen tuinbouw, heeft voor dit kalenderjaar recht op 1 dag; - Een werknemer van 45 jaar die 10 jaar anciënniteit in de land- en tuinbouwsector bereikt vóór 1 juli van het lopende jaar heeft in dit kalenderjaar recht op een halve dag; - Een werknemer van 45 jaar die 10 jaar anciënniteit bereikt na 30 juni van het lopende jaar, heeft in dit kalenderjaar geen recht.

Art. 5.Gedurende de dagen vrijgesteld van prestatie, kunnen de werknemers die onder het toepassingsgebied vallen van artikel 3, § 1 deelnemen aan één van de cursussen uit het specifieke vormingsaanbod.

Zoals hoger gesteld, is er geen verplichting om aan de cursussen deel te nemen en kunnen de werknemers ook opteren voor een vrije, betaalde dag. Voor wie deeltijds werkt worden de dagen waarin men vrijgesteld is van prestaties toegekend in verhouding tot de tewerkstellingsbreuk.

Art. 6.De dagen vrijgesteld van prestatie bedoeld in artikel 3, § 2 en artikel 4 worden door de werkgever betaald zoals gewone arbeidsdagen, maar het brutoloon en de verschuldigde sociale zekerheidsbijdragen worden ten laste genomen door het sociaal fonds dat voor de sector bevoegd is met name het "Waarborg- en Sociaal Fonds voor het tuinbouwbedrijf" dan wel het "Sociaal Fonds voor de inplanting en het onderhoud van parken en tuinen". De loonkost wordt volledig aan de werkgever terugbetaald. De terugbetaling van de dagen bedoeld in artikel 4 gebeurt uit de reserves voorzien voor de ten laste neming van de aanvullende vergoeding bij werkloosheid met bedrijfstoeslag. De terugbetaling van de dag bedoeld in artikel 3, § 2 gebeurt uit de reserves voorzien voor de vorming. De sociale partners gaan er van uit dat via dit initiatief het systeem van werkloosheid met bedrijfstoeslag in de toekomst minder zal toegepast worden in de tuinbouwsector.

De dagen die in toepassing van deze collectieve arbeidsovereenkomst worden opgenomen, moeten hetzij op de maandelijkse loon brief dan wel op de DmfA-aangifte duidelijk kunnen herkend worden. In dit verband wordt verwezen naar de praktische voorschriften zoals bedoeld in artikel 7 van deze collectieve arbeidsovereenkomst.

Art. 7.De raad van bestuur van het "Waarborg- en Sociaal Fonds voor het tuinbouwbedrijf" dan wel de raad van bestuur van het "Sociaal Fonds voor de inplanting en het onderhoud van parken en tuinen" bepalen de concrete voorwaarden en de te volgen procedure voor wat de terugbetaling van de loonkost aan de werkgever betreft zoals bedoeld in artikel 6 van onderhavige collectieve arbeidsovereenkomst.

Art. 8.Met uitzondering van de bepaling in artikel 3, § 2 die geldt voor een bepaalde duur van 1 januari 2024 tot en met 31 december 2025, is de onderhavige collectieve arbeidsovereenkomst gesloten voor een onbepaalde duur. Zij treedt inwerking op 1 januari 2024.

Elk van de contracterende partijen kan ze opzeggen mits een opzeggingstermijn van drie maanden, te betekenen bij een ter post aangetekende brief gericht aan de voorzitter van het Paritair Comité voor het tuinbouwbedrijf.

Gezien om te worden gevoegd bij het koninklijk besluit van 1 september 2024Relevante gevonden documenten type koninklijk besluit prom. 01/09/2024 pub. 26/09/2024 numac 2024204194 bron federale overheidsdienst werkgelegenheid, arbeid en sociaal overleg Koninklijk besluit waarbij algemeen verbindend wordt verklaard de collectieve arbeidsovereenkomst van 6 december 2023, gesloten in het Paritair Comité voor de stoffering en de houtbewerking, betreffende het stelsel van werkloosheid met bedrijfstoeslag - zwaar beroep (1) type koninklijk besluit prom. 01/09/2024 pub. 25/09/2024 numac 2024203948 bron federale overheidsdienst werkgelegenheid, arbeid en sociaal overleg Koninklijk besluit waarbij algemeen verbindend wordt verklaard de collectieve arbeidsovereenkomst van 28 november 2023, gesloten in het Paritair Comité voor de bedienden uit de hardsteengroeven, tot invoering van een stelsel van werkloosheid met bedrijfstoeslag op de leeftijd van 58 jaar voor mindervalide werknemers of werknemers met ernstige lichamelijke problemen (1) sluiten.

De Minister van Werk, P.-Y. DERMAGNE


^