Etaamb.openjustice.be
Koninklijk Besluit
gepubliceerd op 18 augustus 2021

Koninklijk besluit waarbij algemeen verbindend wordt verklaard de collectieve arbeidsovereenkomst van 3 oktober 2019, gesloten in het Paritair Subcomité voor de pannenbakkerijen, tot aanvulling van de collectieve arbeidsovereenkomst van 9 juni 2010, die in werking treedt vanaf 1 januari 2019, tot invoering van een sectoraal aanvullend pensioenstelsel voor de werklieden van de pannenbakkerijen

bron
federale overheidsdienst werkgelegenheid, arbeid en sociaal overleg
numac
2021201914
pub.
18/08/2021
prom.
--
staatsblad
https://www.ejustice.just.fgov.be/cgi/article_body(...)
Document Qrcode

1 JULI 2021. - Koninklijk besluit waarbij algemeen verbindend wordt verklaard de collectieve arbeidsovereenkomst van 3 oktober 2019, gesloten in het Paritair Subcomité voor de pannenbakkerijen, tot aanvulling van de collectieve arbeidsovereenkomst van 9 juni 2010, die in werking treedt vanaf 1 januari 2019, tot invoering van een sectoraal aanvullend pensioenstelsel voor de werklieden van de pannenbakkerijen (1)


FILIP, Koning der Belgen, Aan allen die nu zijn en hierna wezen zullen, Onze Groet.

Gelet op de wet van 5 december 1968Relevante gevonden documenten type wet prom. 05/12/1968 pub. 22/05/2009 numac 2009000346 bron federale overheidsdienst binnenlandse zaken Wet betreffende de collectieve arbeidsovereenkomsten en de paritaire comités. - Officieuze coördinatie in het Duits sluiten betreffende de collectieve arbeidsovereenkomsten en de paritaire comités, inzonderheid op artikel 28;

Gelet op het verzoek van het Paritair Subcomité voor de pannenbakkerijen;

Op de voordracht van de Minister van Werk, Hebben Wij besloten en besluiten Wij :

Artikel 1.Algemeen verbindend wordt verklaard de als bijlage overgenomen collectieve arbeidsovereenkomst van 3 oktober 2019, gesloten in het Paritair Subcomité voor de pannenbakkerijen, tot aanvulling van de collectieve arbeidsovereenkomst van 9 juni 2010, die in werking treedt vanaf 1 januari 2019, tot invoering van een sectoraal aanvullend pensioenstelsel voor de werklieden van de pannenbakkerijen.

Art. 2.De minister bevoegd voor Werk is belast met de uitvoering van dit besluit.

Gegeven te Brussel, 1 juli 2021.

FILIP Van Koningswege : De Minister van Werk, P.-Y. DERMAGNE _______ Nota (1) Verwijzing naar het Belgisch Staatsblad : Wet van 5 december 1968Relevante gevonden documenten type wet prom. 05/12/1968 pub. 22/05/2009 numac 2009000346 bron federale overheidsdienst binnenlandse zaken Wet betreffende de collectieve arbeidsovereenkomsten en de paritaire comités. - Officieuze coördinatie in het Duits sluiten, Belgisch Staatsblad van 15 januari 1969. Bijlage Paritair Subcomité voor de pannenbakkerijen Collectieve arbeidsovereenkomst van 3 oktober 2019 Aanvulling van de collectieve arbeidsovereenkomst van 9 juni 2010, die in werking treedt vanaf 1 januari 2019, tot invoering van een sectoraal aanvullend pensioenstelsel voor de werklieden van de pannenbakkerijen (Overeenkomst geregistreerd op 6 februari 2020 onder het nummer 156914/CO/113.04)

Artikel 1.Voorwerp van de collectieve arbeidsovereenkomst Deze collectieve arbeidsovereenkomst wordt gesloten in uitvoering van de wet van 28 april 2003Relevante gevonden documenten type wet prom. 28/04/2003 pub. 15/05/2003 numac 2003022481 bron federale overheidsdienst sociale zekerheid Wet betreffende de aanvullende pensioenen en het belastingstelsel van die pensioenen en van sommige aanvullende voordelen inzake sociale zekerheid sluiten betreffende de aanvullende pensioenen en het belastingstelsel van die pensioenen en van sommige aanvullende voordelen inzake sociale zekerheid. Deze wet wordt verder in deze collectieve arbeidsovereenkomst aangeduid als WAP. Deze collectieve arbeidsovereenkomst heeft als enig onderwerp de invoering van een sectoraal aanvullend pensioenstelsel en omvat de pensioentoezegging van het type "vaste bijdrage" die bepaald is in het pensioenreglement dat bijlage 1 vormt van deze collectieve arbeidsovereenkomst.

Art. 2.Definities Voor de toepassing van deze collectieve arbeidsovereenkomst dienen de begrippen hierin opgenomen te worden verstaan in hun betekenis zoals bepaald in de WAP en diens uitvoeringsbesluiten.

Bovendien hebben de begrippen die met een hoofdletter geschreven zijn de betekenis die eraan gegeven wordt in het pensioenreglement gehecht als bijlage 1 aan deze collectieve arbeidsovereenkomst.

Art. 3.Toepassingsgebied Deze collectieve arbeidsovereenkomst is van toepassing op de werkgevers en op de werklieden van de ondernemingen die onder de bevoegdheid van het Paritair Subcomité voor de pannenbakkerijen ressorteren.

Onder "werklieden" verstaat men : de werklieden en de werksters.

Van de mogelijkheid, voorzien in artikel 9 van de WAP, waardoor werkgevers de mogelijkheid zouden hebben om de uitvoering van het pensioenstelsel zelf te organiseren via een pensioenstelsel op het niveau van de onderneming ("opting out"), wordt geen gebruik gemaakt door het paritair subcomité.

Art. 4.Inrichter Het "Fonds voor bestaanszekerheid voor de pannenbakkerijen" treedt op als de inrichter van het sectoraal pensioenstelsel.

Art. 5.Keuze van pensioeninstelling en beheer van het sectoraal pensioenstelsel Bij toepassing van artikel 8 van de WAP wordt AG Insurance belast met het beheer en de uitvoering van het sectoraal pensioenstelsel.

Het beheer en de uitvoering van het sectoraal pensioenstelsel worden door AG Insurance waargenomen volgens de beheersregels vervat in de beheersovereenkomst die de inrichter heeft gesloten met AG Insurance.

Art. 6.Pensioentoezegging De regels en modaliteiten inzake uitvoering van de pensioentoezegging, alsook de rechten en verplichtingen van de inrichter, de aangeslotenen en hun begunstigden zijn vastgelegd in het pensioenreglement, dat als bijlage 1 aan deze collectieve arbeidsovereenkomst is gevoegd.

In overeenstemming met artikel 41, § 2 van de WAP zal er een toezichtscomité worden opgericht.

Het pensioenreglement vervat in bijlage 1 maakt integraal deel uit van deze collectieve arbeidsovereenkomst.

Art. 7.Procedure van uittreding De aangeslotene wordt beschouwd als "uitgetreden" wanneer de inrichter of de aangeslotene de pensioeninstelling schriftelijk op de hoogte brengt van de beëindiging van zijn arbeidsovereenkomst en het einde van zijn tewerkstelling in de sector of indien de aangeslotene niet langer voldoet aan de aansluitingsvoorwaarden. Zie hiervoor artikel 2.12 in het bijhorende pensioenreglement.

Vanaf het ogenblik dat de aangeslotene beschouwd wordt als "uitgetreden" is artikel 31, § 1, 2de lid en 3de lid en § 2 van de WAP van toepassing.

Art. 8.Te innen bijdragen De bijdragen voor het aanvullend pensioenstelsel, inclusief taksen en RSZ-bijdragen voor aanvullende pensioenen zullen geïnd worden door de inrichter.

Deze bijdragen maken deel uit van de bijdrage van de werkgevers in toepassing van hoofdstuk IV van de statuten van het "Fonds voor bestaanszekerheid voor de pannenbakkerijen".

Art. 9.Nietigheid De nietigheid van één of meer artikels of van gedeelten van artikels van huidige collectieve arbeidsovereenkomst leidt niet tot de nietigheid van de volledige collectieve arbeidsovereenkomst.

Art. 10.Registratie en algemeen verbindend verklaring Deze collectieve arbeidsovereenkomst zal worden neergelegd ter griffie van de Algemene Directie Collectieve Arbeidsbetrekkingen van de Federale Overheidsdienst Werkgelegenheid, Arbeid en Sociaal Overleg.

De partijen vragen de algemeen verbindend verklaring aan.

Art. 11.Inwerkingtreding, geldigheidsduur en opzegging van de collectieve arbeidsovereenkomst § 1. Deze collectieve arbeidsovereenkomst treedt in werking op datum van 1 januari 2019 en wordt gesloten voor onbepaalde duur. § 2. Deze collectieve arbeidsovereenkomst kan door één van de partijen worden opgezegd met in achtneming van een opzeggingstermijn van zes maanden. De opzegging wordt betekend bij aangetekend schrijven, gericht aan de voorzitter van het Paritair Subcomité voor de pannenbakkerijen. § 3. Voorafgaandelijk aan de opzegging bedoeld in § 2, moet het Paritair Subcomité voor de pannenbakkerijen de beslissing nemen om het sectoraal pensioenstelsel op te heffen. Deze beslissing tot opheffing is enkel geldig wanneer zij overeenkomstig artikel 10, § 1, 3° van de WAP, minstens 80 pct. van de stemmen van de gewone of plaatsvervangende leden die de werkgevers vertegenwoordigen en minstens 80 pct. van de stemmen van de gewone of plaatsvervangende leden die de werknemers vertegenwoordigen, heeft behaald.

Bijlagen : 1. Pensioenreglement;2. Samenstelling van het toezichtscomité (zie hoofdstuk I, sectie 3 in onderliggend pensioenreglement). Gezien om te worden gevoegd bij het koninklijk besluit van 1 juli 2021Relevante gevonden documenten type koninklijk besluit prom. 01/07/2021 pub. 09/07/2021 numac 2021021326 bron federale overheidsdienst binnenlandse zaken en federale overheidsdienst justitie Koninklijk besluit tot wijziging van het koninklijk besluit van 30 maart 2001 tot regeling van de rechtspositie van het personeel van de politiediensten inzake de verdeling van bepaalde bevoegdheden met betrekking tot de mobiliteit type koninklijk besluit prom. 01/07/2021 pub. 19/07/2021 numac 2021031778 bron federale overheidsdienst binnenlandse zaken Koninklijk besluit tot bepaling van de modaliteiten van de toekenning van een eenmalige toelage aan de hulpverleningszones en de Brusselse Hoofdstedelijke Dienst voor Brandbestrijding en Dringende Medische Hulp voor het aankopen van bijzonder materiaal, in het kader van het beheer van het Seveso-risico type koninklijk besluit prom. 01/07/2021 pub. 13/07/2021 numac 2021021432 bron federale overheidsdienst economie, k.m.o., middenstand en energie Koninklijk besluit tot opheffing van de koninklijke besluiten tot uitvoering van de wet van 31 maart 1898 op de beroepsverenigingen type koninklijk besluit prom. 01/07/2021 pub. 07/07/2021 numac 2021021167 bron federale overheidsdienst sociale zekerheid Koninklijk besluit tot uitvoering van de artikelen 34 en 37 van de wet van 13 juni 2021 houdende maatregelen ter beheersing van de COVID-19-pandemie en andere dringende maatregelen in het domein van de gezondheidzorg sluiten.

De Minister van Werk, P.-Y. DERMAGNE

Bijlage 1 aan de collectieve arbeidsovereenkomst van 3 oktober 2019, gesloten in het Paritair Subcomité voor de pannenbakkerijen, tot aanvulling van de collectieve arbeidsovereenkomst van 9 juni 2010, die in werking treedt vanaf 1 januari 2019, tot invoering van een sectoraal aanvullend pensioenstelsel voor de werklieden van de pannenbakkerijen Pensioenreglement gewijzigde versie 1 januari 2019 die de versie van 9 juni 2020 vervangt Gewijzigd en/of vervolledigd om het aan te passen aan : - de wet van 15 mei 2014 houdende diverse bepalingen, waarvan de meeste bepalingen in werking zijn getreden op 29 juni 2014 (Belgisch Staatsblad van 19 juni 2014); - de wet van 18 december 2015Relevante gevonden documenten type wet prom. 18/12/2015 pub. 24/12/2015 numac 2015022578 bron federale overheidsdienst sociale zekerheid Wet tot waarborging van de duurzaamheid en het sociale karakter van de aanvullende pensioenen en tot versterking van het aanvullende karakter ten opzichte van de rustpensioenen sluiten tot waarborging van de duurzaamheid en het sociale karakter van de aanvullende pensioenen en tot versterking van het aanvullende karakter ten opzichte van de rustpensioenen die in werking is getreden op 1 januari 2016 (Belgisch Staatsblad van 24 december 2015); - de nieuwe wetgeving inzake verwerking van persoonsgegevens, meer bepaald : Verordening (EU) 2016/679 van het Europees Parlement en de Raad van 27 april 2016 betreffende de bescherming van natuurlijke personen in verband met de verwerking van persoonsgegevens en betreffende het vrije verkeer van die gegevens en tot intrekking van Richtlijn 95/46/EG (Pb.L. 119/1 van 4 mei 2016). HOOFDSTUK I. - Algemeenheden Sectie 1. - Doel en voorwerp van de pensioentoezegging Het onderhavige pensioenreglement wordt opgemaakt in uitvoering van de collectieve arbeidsovereenkomst van 9 juni 2010 tot invoering van een sectoraal aanvullend pensioenstelsel voor de Werklieden van de pannenbakkerijen.

Het pensioenreglement bepaalt de aansluitingsvoorwaarden, de regels en modaliteiten inzake de uitvoering van de pensioentoezegging, alsook de rechten en plichten van de Inrichter, de Aangeslotenen en hun begunstigden: Het doel van de Pensioentoezegging is het garanderen van een bovenwettelijk pensioenvoordeel betaalbaar aan : - de Aangeslotene, indien hij in leven is op de Pensioenleeftijd; - de begunstigde(n) voorzien door onderhavig reglement, in geval van overlijden van de Aangeslotene voor de Pensioenleeftijd.

Sectie 2. - Definities 2.1. Aangeslotene Alle Werklieden die behoren tot het personeel waarvoor de Inrichter een sectoraal aanvullend pensioenstelsel heeft ingevoerd en die aan de aansluitingsvoorwaarden van het pensioenreglement voldoen en de gewezen Werklieden die nog steeds actuele of uitgestelde rechten genieten overeenkomstig het pensioenreglement. 2.2. Werklieden Werklieden en werksters die in uitvoering van een arbeidsovereenkomst zijn tewerkgesteld. 2.3. Collectieve arbeidsovereenkomst van 9 juni 2010 De collectieve arbeidsovereenkomst van 9 juni 2010 gesloten in bet Paritair Subcomité voor de pannenbakkerijen (PSC 113.04) tot invoering van een sectoraal aanvullend pensioenstelsel voor de Werklieden van de pannenbakkerijen. 2.4. FSMA Autoriteit voor Financiële Diensten en Markten. 2.5. Financieringsfonds Stelsel van collectieve reserve, dat wordt beheerd overeenkomstig de in huidig pensioenreglement gedefinieerde doelstellingen en bepalingen. 2.6. Individuele rekening De binnen de Pensioeninstelling per Aangeslotene voorziene rekening waarop de bijdragen zijn gestort overeenkomstig de bepalingen van het onderhavige reglement. 2.7. Inrichter Het fonds voor bestaanszekerheid, genaamd het "Fonds voor bestaanszekerheid voor de pannenbakkerijen", waarvan de statuten vastgesteld worden door de collectieve arbeidsovereenkomst van 9 juni 2010 tot wijziging en coördinatie van de statuten van het "Fonds voor bestaanszekerheid voor de pannenbakkerijen". 2.8. Pensioenleeftijd De Pensioenleeftijd is de leeftijd waarop de Aangeslotene recht heeft op zijn/haar wettelijk pensioen en die wordt opgenomen hieronder : - tot en met 1 januari 2025 is de pensioenleeftijd bepaald op de eerste dag van de maand die volgt op de maand waarin hij/zij de leeftijd van 65 jaar bereikt; - vanaf 1 februari 2025 is de Pensioenleeftijd bepaald op de eerste dag van de maand die volgt op de maand waarin hij/zij de leeftijd van 66 jaar bereikt; - vanaf 1 februari 2030 is de Pensioenleeftijd bepaald op de eerste dag van de maand die volgt op de maand waarin hij/zij de leeftijd van 67 jaar bereikt.

De Pensioenleeftijd wordt verdaagd in de volgende gevallen : - Zolang de Aangeslotene in dienst blijft van de Werkgever na de pensioenleeftijd zonder zijn wettelijk pensioen op te nemen; - Zolang de gewezen werknemer zijn verworven reserves in het sectoraal pensioenstelsel laat en uiterlijk tot de opname van het wettelijk pensioen.

Deze individuele verdaging gebeurt overeenkomstig de bepalingen voorzien in het pensioenreglement of, bij gebreke daaraan, voor opeenvolgende periodes van één jaar.

De individuele verdaging van de Pensioenleeftijd zal plaatsvinden volgens de door de pensioen- of verzekeringsinstelling bij de bevoegde controleautoriteit ingediende tarieven die in voege zijn op de datum van de verdaging. 2.9. Pensionering Het moment dat de Aangeslotene effectief op pensioen gaat (kan zowel vervroegd zijn, op de wettelijke Pensioenleeftijd, en kan ook later indien er een verdaging van de Pensioenleeftijd is). 2.10. Pensioeninstelling AG Insurance, naamloze vennootschap, met maatschappelijke zetel te 1000 Brussel, Emile Jacqmainlaan 53 (toegelaten door de Commissie voor Bank, Financie- en Assurantiewezen onder het nummer 79), hierna de "Pensioeninstelling" genoemd. 2.11. Pensioenstelsel Een collectieve pensioentoezegging 2.12. Pensioentoezegging De toezegging van een aanvullend pensioen door de Inrichter aan de Werklieden waarvan de werkgever onder het toepassingsgebied van de collectieve arbeidsovereenkomst van 9 juni 2010 valt en die de aansluitingsvoorwaarden van dit pensionreglement vervullen, alsook hun rechthebbenden. 2.13. Uittreding Hetzij de beëindiging van de overeenkomst, anders dan door overlijden of Pensionering. Wordt evenwel niet als een uittreding beschouwd, de beëindiging van de arbeidsovereenkomst, anders dan door overlijden of Pensionering, die wordt gevolgd door het sluiten van een arbeidsovereenkomst met een andere werkgever, op voorwaarde dat er in het geval van een multi-inrichterspensioenstelsel een overeenkomst bestaat die de overname van rechten en verplichtingen regelt.

Hetzij het einde van de aansluiting vanwege het feit dat de werknemer niet langer de aansluitingsvoorwaarden van het sectoraal pensioenstelsel vervult, zonder dat dit samenvalt met de beëindiging van de arbeidsovereenkomst, anders dan door overlijden of Pensionering.

Hetzij het einde van de aansluiting vanwege het feit dat de werkgever of, in geval van de overgang van de arbeidsovereenkomst, de nieuwe werkgever niet langer valt onder het toepassingsgebied van de collectieve arbeidsovereenkomst die het sectoraal pensioenstelsel heeft ingevoerd. 2.14. Verworven prestaties De prestaties waarop de Aangeslotene aanspraak kan maken overeenkomstig huidig pensioenreglement, indien hij bij zijn uittreding zijn verworven reserves bij de pensioeninstelling laat. 2.15. Verworven reserves De reserves waarop de Aangeslotene op een bepaald ogenblik recht heeft overeenkomstig het pensioenreglement. 2.16. WAP De wet van 28 april 2003Relevante gevonden documenten type wet prom. 28/04/2003 pub. 15/05/2003 numac 2003022481 bron federale overheidsdienst sociale zekerheid Wet betreffende de aanvullende pensioenen en het belastingstelsel van die pensioenen en van sommige aanvullende voordelen inzake sociale zekerheid sluiten betreffende de aanvullende pensioenen en het belastingstelsel van die pensioenen en van sommige aanvullende voordelen inzake sociale zekerheid. 2.17. Werkgever Iedere Werkgever die onder het toepassingsgebied van de collectieve arbeidsovereenkomst van 9 juni 2010 ressorteert.

Sectie 3. - Toezichtscomité In overeenstemming met artikel 41, § 2 van de WAP zal er een toezichtscomité worden opgericht.

Het toezichtscomité is samengesteld voor de helft uit leden die het personeel vertegenwoordigen aan wie de Pensioentoezegging wordt gedaan, die aangeduid zijn overeenkomstig de regels van artikel 41, § 1, 2de en 3de lid van de WAP, en voor de andere helft uit Werkgevers.

Het toezichtscomité ziet toe op de uitvoering van de Pensioentoezegging en wordt in het bezit gesteld van de verklaring inzake de beleggingsbeginselen bedoeld in artikel 41bis van de WAP en van het verslag bedoeld in artikel 42, § 1 van de WAP vóór de mededeling ervan aan de Inrichter. HOOFDSTUK II. - Beschrijving van het sectoraal aanvullend pensioenstelsel Sectie 1. - Aansluiting De aansluiting hij het sectoraal aanvullend pensioenstelsel is verplicht voor alle Werklieden in dienst op het ogenblik van de inwerkingtreding van onderhavig reglement of later bij een werkgever die onder het toepassingsgebied van de collectieve arbeidsovereenkomst van 9 juni 2010 valt, en dit ongeacht de aard van de arbeidsovereenkomst.

Zijn echter uitdrukkelijk uitgesloten : a. De werklieden tewerkgesteld via een overeenkomst van studentenarbeid;b. De werklieden tewerkgesteld met een overeenkomst gesloten in het kader van het industrieelleerlingenwezen (ILW) of het individuele beroepsopleiding (IBO);c. De werklieden die hun Pensioenleeftijd verdagen en, arbeid blijven verrichten in de sector in kader van een arbeidsovereenkomst en een pensioenuitkering genieten, met uitzondering van gepensioneerden die het werk hervat hebben voor 1 januari 2016. Vanaf 1 januari 2019 vindt de aansluiting bij het sectoraal aanvullend pensioenstelsel plaats vanaf de indiensttreding. Voor de Werklieden die reeds in dienst waren op 31 december 2018, vond de aansluiting plaats op de datum waarop de betrokkenen 12 maand anciënniteit bereikt hadden of ten laatste op de leeftijd van 25 jaar of op 1 januari 2019.

De aansluiting houdt op vanaf het moment dat bovenstaande aansluitingsvoorwaarden niet meer gerespecteerd zijn.

Sectie 2. - Pensioentoezegging § 1. De Pensioentoezegging is een toezegging van het type vaste bijdrage. De Inrichter verbindt zich ertoe aan de Pensioeninstelling volgende bijdrage per jaar per Aangeslotene te berekenen en te betalen ter financiering van de Pensioentoezegging : Met ingang van 1 januari 2019 betaalt de Inrichter voor elke Aangeslotene een totale nettopremie die 0,36 pct. van het "brutojaarloon" van de Aangeslotene bedraagt. Dit "brutojaarloon" wordt voor een voltijdse Aangeslotene die een vol jaar in dienst is, bepaald als het product van zijn reëel uurloon x 38 uur/week x 13/3 weken/ maand x 13,92 maand/jaar. Deze toezegging wordt geprorateerd in functie van de tewerkstelling en het tewerkstellingsregime.

Om aanspraak te maken op de Pensioentoezegging, moet de Aangeslotene in de loop van de 12 maanden voor 30 november van elk jaar, een effectieve prestatie verricht hebben in de sector.

Arbeidsongeschiktheid als gevolg van een arbeidsongeval wordt gelijkgesteld met een effectieve prestatie.

Onverminderd de bepalingen in verband met de minimumgarantie voorzien door de wetgeving en reglementering van toepassing op de aanvullende pensioenen, waarborgt de Inrichter geen rendement.

De Inrichter staat in voor de betaling van de toepasselijke taksen en sociale zekerheidsbijdragen.

De jaarlijkse bijdragen tot de Pensioentoezegging worden op 1 december van elk jaar betaald door de Inrichter aan de Pensioeninstelling en dit voor de eerste maal op 1 december 2010.

De Pensioeninstelling stort de betaalde bijdragen op de individuele rekeningen.

De bijdragen worden als koopsom op de individuele rekening van elk der deelnemers gestort met als vervaldag 1 december. Wanneer de totale gestorte werkgeversbijdrage lager is dan deze die krachtens het reglement moet worden toegewezen aan de werkgeversbijdrage-overeenkomst, wordt het verschil uit het financieringsfonds geput. § 2. De betaling van de bijdragen houdt op in geval van overlijden van de Aangeslotene vóór de Pensioenleeftijd of in geval de Aangeslotene de aansluitingsvoorwaarden niet meer vervult. § 3. De verzekeringstechniek die aangewend wordt om de uitkering bij in leven zijn op de Pensioenleeftijd te financieren is deze van "Uitgesteld Kapitaal Met Terugbetaling van de opgebouwde Reserve bij overlijden voor de Pensioenleeftijd" (UKMTR)".

De uitkering in geval van overlijden vóór de Pensioenleeftijd- is gelijk aan de op dat moment verworven reserves, eventueel verhoogd met de door de Pensioeninstelling toegekende verdeling der resultaten. § 4. Het rendement van de Pensioentoezegging is gelijk aan de som van de intrestvoet en van de eventuele winstdeelname toegekend door de Pensioeninstelling aan de individuele rekeningen.

Er wordt geen vrije reserve opgebouwd. Dit doet geen afbreuk aan de bepalingen betreffende het bestaan en de werking van het financieringsfonds. § 5. De Pensioeninstelling gaat een resultaatsverbintenis aan voor de kapitalisatie van de betaalde premies op basis van het tarief neergelegd bij de FSMA en volgens de eventuele bijkomende modaliteiten voorzien in het reglement.

Sectie 3. - Beheer Het beheer van de Pensioentoezegging wordt door de Inrichter toevertrouwd aan AG Insurance, naamloze vennootschap, met maatschappelijke zetel te 1000 Brussel, Emile Jacqmainlaan 53 (toegelaten door de Commissie voor Bank, Financie- en Assurantiewezen onder het nummer 79), hierna de Pensioeninstelling genoemd.

Sectie 4. - Winstdeling In aanvulling op de technische intrestvoet, wordt een winstdeelname toegekend aan de Individuele rekeningen volgens het jaarlijks winstdeelnameplan zoals jaarlijks meegedeeld aan de FSMA. Sectie 5. - Waarborg leven § 1. Aangeslotenen in dienst vóór 1 januari 2019 kunnen aanspraak maken op de Verworven reserves en Prestaties berekend overeenkomstig huidig pensioenreglement indien ze op 1 januari 2019 nog in dienst zijn. Voor Aangeslotenen in dienst getreden na 1 januari 2019 zijn de reserves die opgebouwd worden op de Individuele rekeningen onmiddellijk verworven. De Aangeslotenen in dienst vóór 1 januari 2019 maar niet langer in dienst op 1 januari 2019, vallen onder de toepassing van het pensioenreglement van 9 juni 2010.

De Verworven reserves zijn minimaal gelijk aan de reserves krachtens de WAP en haar uitvoeringsbesluiten. § 2. Indien het bedrag van de opgebouwde reserve kleiner zou zijn dan het bedrag van de verworven reserve zoals die voortvloeit uit de WAP en haar uitvoeringsbesluiten, worden de ontbrekende reserves geput uit het Financieringsfonds. Indien de middelen van het Financieringsfonds ontoereikend zouden zijn, kan de Aangeslotene zich enkel richten tot de Inrichter. De pensioeninstelling kan niet verplicht worden om dit tekort aan te zuiveren in de plaats van de Inrichter. § 3. De Aangeslotene die uitgetreden is heeft het recht op afkoop van zijn Verworven reserves vanaf bepaalde leeftijd. Voor de leeftijd wordt verwezen naar de overgangsmaatregelen die opgenomen zijn in de WAP. In geval van afkoop moet vooraf een aanvraag bij de Pensioeninstelling ingediend worden door middel van een schrijven, gedateerd en ondertekend door de Aangeslotene.

Voorschotten op prestaties, inpandgevingen van pensioenrechten voor het waarborgen van een lening en de toewijzing van de afkoopwaarde aan de wedersamenstelling van een hypothecair krediet zijn niet toegelaten. § 4. De Aangeslotene blijft pensioenrechten opbouwen zolang hij in dienst is en niet geniet van een Belgische pensioenuitkering. De Pensionering van de Aangeslotene sluit de aansluiting of het behoud van aansluiting bij het sectoraal pensioenstelsel uit, met uitzondering van de Aangeslotene die op 1 januari 2016 reeds in de hoedanigheid van gepensioneerde bij het sectoraal pensioenstelsel was aangesloten.

Sectie 6. - Waarborg overlijden In geval van overlijden van de Aangeslotene voor de Pensioenleeftijd, worden de Verworven reserves uitgekeerd aan de begunstigde(n).

Bij overlijden wordt de volgende rangorde van begunstigde(n) in aanmerking genomen : a. de echtgeno(o)te van de Aangeslotene behalve indien hij uit de echt of gerechtelijk van tafel en bed gescheiden is of de wettelijk samenwonende behalve indien aan de samenwoning een einde is gemaakt volgens de wettelijke procedure (onder "wettelijke samenwoning" wordt verstaan : de toestand van samenleven van twee personen die een verklaring van wettelijke samenwoning hebben afgelegd door middel van een geschrift dat tegen ontvangstbewijs werd overhandigd aan de ambtenaar van de burgerlijke stand van de gemeenschappelijke woonplaats);b. bij ontstentenis, de kinderen van de Aangeslotene, in gelijke delen.Indien één van de kinderen van de Aangeslotene overleden is, komt het aandeel van dit kind, in gelijke delen, toe aan zijn kinderen; bij ontstentenis, in gelijke delen, aan de andere kinderen van de Aangeslotene; c. bij ontstentenis, de vader en de moeder van de Aangeslotene;d. bij ontstentenis, het Financieringsfonds. De begunstigde(n) maakt of maken aan de Inrichter een uittreksel uit de overlijdensakte over evenals een door de begunstigde of zijn wettelijke vertegenwoordiger ingevuld en ondertekend formulier, zoals dit met dit doel is opgesteld door de Pensioeninstelling ter vereffening van de voordelen. In alle gevallen betekent het ingevuld en ondertekenend document van vereffening een kwijting voor het gedeelte van het kapitaal, dat aan iedere begunstigde toekomt.

De Inrichter kan ieder bijkomend document opvragen om de identiteit van de begunstigde te verifiëren.

Sectie 7. - Vereffening § 1. De prestatie leven wordt berekend op de datum van pensionering en aan de Aangeslotene betaald op het moment van pensionering. Deze prestatie wordt aan de Aangeslotene uitbetaald binnen de 30 dagen die volgen op de mededeling door de Aangeslotene aan de pensioen- of verzekeringsinstelling, van de gegevens die voor de uitbetaling noodzakelijk zijn.

Zowel het voordeel bij leven, als het voordeel bij overlijden worden in kapitaal uitbetaald. De Aangeslotene, of in geval van overlijden, zijn rechthebbende(n) heeft (hebben) evenwel het recht om de omvorming van het kapitaal in een rente te vragen.

De Inrichter brengt de Aangeslotene van dit recht op de hoogte twee maanden voor de Pensioenleeftijd.

In geval van overlijden van de Aangeslotene brengt de Inrichter de rechthebbenden van dit recht op de hoogte binnen de twee weken nadat ze van het overlijden op de hoogte is gebracht.

De wijze van berekening van de rente is bepaald in de WAP en haar uitvoeringsbesluiten. De omvorming in rente is echter niet mogelijk wanneer het jaarlijks bedrag van de rente bij de aanvang ervan lager is dan of gelijk aan 500 EUR. Het minimum bedrag van 500 EUR wordt geïndexeerd volgens de bepalingen van de WAP (spilindex basis 1996 : op 1 januari 2004 = 111,64; op 1 januari 2007 = 118,47). § 2. De Aangeslotene maakt aan de Pensioeninstelling een door hem of zijn wettelijke vertegenwoordiger ingevuld en ondertekend formulier over, zoals dit met dit doel is opgesteld door de Pensioeninstelling ter vereffening van de voordelen.

Het ingevuld en ondertekend document van vereffening betekent een kwijting voor de uitbetaalde som.

De Inrichter en de Pensioeninstelling kunnen ieder bijkomend document opvragen om de identiteit van de Aangeslotene te verifiëren.

Sectie 8. - Uittreding Binnen een termijn van één jaar stelt de Inrichter, dan wel de Aangeslotene zelf alvorens de Inrichter dit heeft gedaan, de Pensioeninstelling schriftelijk van de uittreding in kennis.

De Pensioeninstelling deelt uiterlijk binnen de dertig dagen na deze kennisgeving aan de Inrichter, minimaal de volgende gegevens mee (zie ook artikel 31, § 1, 2de lid van de WAP) : - Het bedrag van de verworven reserves, desgevallend aangevuld tot de bedragen gewaarborgd met toepassing van artikel 24 van de WAP; - Het bedrag van de Verworven prestaties.

Bij Uittreding die verstaan wordt bij lid 1 en 3 van artikel 2.13, heeft de Aangeslotene een aantal keuzemogelijkheden wat betreft de bestemming van zijn Verworven reserves, desgevallend aangevuld tot de bedragen van de minimumgarantie overeenkomstig de wetgeving en reglementering van toepassing op de aanvullende pensioenen.

Bij Uittreding die verstaan wordt onder lid 2 van artikel 2.13, zijn er geen keuzemogelijkheden.

Hij kan opteren voor een overdracht naar een andere pensioeninstelling en kan daarbij kiezen voor : - de overdracht naar de Pensioeninstelling van zijn nieuwe werkgever, met inbegrip van de sector waaronder zijn nieuwe werkgever ressorteert, voor zover hij bij de Pensioentoezegging van die werkgever of sector wordt aangesloten; - de overdracht naar een Pensioeninstelling bedoeld bij koninklijk besluit van 14 november 2003 betreffende de toekenning van bovenwettelijke voordelen aan de werknemers bedoeld bij het koninklijk besluit nr. 50 van 24 oktober 1976 betreffende het rust- en overlevingspensioen voor werknemers en aan de personen bedoeld in artikel 31, 1ste lid, 1° en 2° van het Wetboek van de inkomstenbelastingen 1992, tewerkgesteld buiten een arbeidsovereenkomst.

Desgevallend wordt de overdracht beperkt tot het gedeelte van de reserves waarop geen voorschot of inpandgeving werd toegestaan, of dat niet werd toegewezen aan de wedersamenstelling van een hypothecair krediet.

De Pensioensinstelling voert de overdracht uit binnen de 30 dagen nadat zij van de beslissing tot overdracht werd ingelicht.

Indien de Aangeslotene niet kiest voor de overdracht naar een andere pensioeninstelling kan hij : - Zijn Verworven reserves in het pensioenstelsel laten zonder wijziging. In dat geval geniet hij van een overlijdensdekking gelijk aan het bedrag van de Verworven reserves; - Opteren om zijn Verworven reserves vervroegd te ontvangen voor zover dit niet strijdig is met de wetgeving en reglementering van toepassing op de aanvullende pensioenen.

Indien de Aangeslotene zijn keuze niet schriftelijk heeft meegedeeld binnen de 30 dagen nadat hij van de diverse keuzemogelijkheden op de hoogte werd gebracht, wordt hij geacht te hebben gekozen voor het behoud van zijn Verworven reserves bij de Pensioen zonder wijziging van de Pensioentoezegging.

Na afloop van die termijn kan hij te allen tijde nog kiezen voor de overdracht van zijn Verworven reserves naar een ander pensioeninstelling of naar de onthaalstructuur.

De aanzuivering van eventuele tekorten ter attentie van de minimumgarantie overeenkomstig de wetgeving en de reglementering van toepassing op de aanvullende pensioenen wordt ten laatste verricht op één van de volgende gebeurtenissen : - De overdracht van de Verworven reserves naar een andere pensioeninstelling of de onthaalstructuur; - De Pensionering van de Aangeslotene; - De opheffing van het pensioenstelsel.

Sectie 9. - Financieringsfonds § 1. In uitvoering van dit reglement wordt een Financieringsfonds opgericht. § 2. Werking van het Financieringsfonds a) Inkomsten van het Financieringsfonds - De overlijdenskapitalen in uitvoering van hoofdstuk II, sectie 6 hierboven; - De rendementen toegekend door de Pensioeninstelling, verhoogd met het aandeel in de verdeling van de resultaten van de Pensioeninstelling. b) Uitgaven van het Financieringsfonds - De eventuele aanvullingen op de individueel opgebouwde reserves bedoeld in hoofdstuk II sectie 5, § 2 hierboven; - Het eventuele verschil tussen de totale gestorte werkgeversbijdrage en deze die krachtens het reglement moet worden toegewezen aan de werkgeversbijdrage-overeenkomst bedoeld in hoofdstuk II, sectie 2, § 2 hierboven. § 3. Eigendom en beheer van het Financieringsfonds Het Financieringsfonds behoort toe aan de Aangeslotenen.

Het Financieringsfonds wordt beheerd door de Pensioeninstelling en ontvangt hetzelfde globaal rendement, dat aan de reserves toegekend wordt.

Indien een Werkgever of Werkman om een of andere reden ophoudt deel uit te maken van het toepassingsgebied van de collectieve arbeidsovereenkomst van 3 oktober 2019, kan hij op geen enkele wijze aanspraak maken op de tegoeden van het Financieringsfonds. § 4. In geval van definitieve opheffing van de Pensioentoezegging of in geval van het verdwijnen van de Inrichter, om welke reden dan ook en zonder dat de verplichtingen worden overgenomen door een derde, worden de eventueel achterstallige bijdragen aangezuiverd en wordt het Financieringsfonds daarna verdeeld onder de Aangeslotene in verhouding tot hun Verworven reserves.

Sectie 10. - Niet-betaling van de bijdragen De bijdragen die in uitvoering van onderhavig reglement verschuldigd zijn, dienen door de Inrichter aan de Pensioeninstelling te worden gestort binnen de daartoe voorziene termijnen.

In geval van niet-betaling van de bijdragen door de Inrichter, wordt hij bij een aangetekend schrijven door de Pensioeninstelling in gebreke gesteld.

Dit aangetekend schrijven waarin de Inrichter wordt aangemaand te betalen en zijn aandacht gevestigd wordt op de gevolgen van de niet-betaling, wordt verstuurd ten laatste dertig dagen na de vervaldatum voor de betaling van de bijdragen.

Indien binnen de dertig dagen na deze ingebrekestelling de Inrichter niet overgaat tot betaling van de bijdragen : - dan zal de Pensioeninstelling binnen de daarop volgende dertig dagen iedere Aangeslotene van deze niet-betaling bij gewoon schrijven in kennis stellen; - dan worden de Individuele rekeningen gereduceerd. Zij blijven verder onderworpen aan het onderhavige pensioenreglement.

De Inrichter mag schriftelijk vragen dat de Individuele rekeningen die wegens de niet-betaling van de bijdragen gereduceerd werden, terug in werking worden gesteld. Iedere terug inwerkingstelling die meer dan 3 jaar na de datum van de reductie van de Individuele rekeningen wordt gevraagd, is onderworpen aan bet voorafgaandelijk akkoord van de Pensioeninstelling.

Sectie 11. - Fiscale bepalingen en brutobedragen § 1. Wanneer de Aangeslotene en de begunstigde hun woonplaats in België hebben, is op basis van de situatie geldend bij aanvang van deze Pensioentoezegging de Belgische wetgeving van toepassing op zowel de premies als de uitkeringen. Indien dit niet het geval is, dan zouden de fiscale en/of sociale lasten kunnen toegepast worden op basis van buitenlandse wetgeving, in uitvoering van de internationale verdragen die ter zake gelden. § 2. Op basis van de Belgische fiscale wetgeving van kracht op de ingangsdatum van de Pensioentoezegging vormen de werkgeversbijdragen aftrekbare beroepskosten voor zover het totaalbedrag van de door dit reglement naar aanleiding van pensionering gewaarborgde uitkeringen, de wettelijke pensioenen en enig andere uitkering van dezelfde aard de 80 pct. van het laatste normale brutoloon niet overschrijdt. Hierbij wordt rekening gehouden met de normale duur van de beroepswerkzaamheid, die overdraagbaarheid ten gunste van de overlevende echtgeno(o)t(e) (met een maximum van 80 pct.) en de voorziene indexatie van de rente (met een maximum van 2 pct.). § 3. Alle bedragen, voordelen en uitkeringen die voortvloeien uit dit pensioenreglement en uit het sectoraal aanvullend pensioenstelsel zijn brutobedragen, waarop alle bij wet verschuldigde inhoudingen, heffingen, bijdragen en belastingen in mindering gebracht moeten worden. Al deze inhoudingen, heffingen, bijdragen en belastingen zijn ten laste van de Aangeslotene(n) of de begunstigde(n).

Sectie 12. - Wijziging of opheffing van het sectoraal aanvullend pensioenstelsel § 1. Wijziging of opheffing van de Pensioentoezegging De Inrichter kan de Pensioentoezegging wijzigen, opheffen of overdragen naar een anderePpensioeninstelling, mits eerbiediging van de voorschriften neergelegd in de WAP. De eventuele wijziging van de Pensioentoezegging zal in geen geval een vermindering van de Verworven prestaties of van de Verworven reserves voor verlopen dienstjaren tot gevolg hebben.

In geval van opheffing van de Pensioentoezegging zal de Inrichter de Aangeslotenen onmiddellijk van zijn beslissing in kennis stellen.

In geval van opheffing van de Pensioentoezegging, worden de Individuele rekeningen van de Aangeslotenen gereduceerd. Deze regel is eveneens van toepassing in geval van het verdwijnen van de Inrichter. § 2. Verandering van Pensioeninstelling en/of overdrachten Wanneer de groepsverzekering bij de Pensioeninstelling wordt stopgezet met echter verderzetting van het sectoraal aanvullend pensioenstelsel bij een andere Pensioeninstelling worden de Individuele rekeningen van de Aangeslotenen gereduceerd.

De Inrichter licht de FSMA voorafgaandelijk in over de verandering van de Pensioeninstelling en van de eventueel daaruit voortvloeiende overdracht van de reserves. De Inrichter stelt eveneens de Aangeslotenen hiervan in kennis.

Geen enkele vergoeding of verlies van winstdelingen mag ten laste worden gelegd van de Aangeslotenen, of van de op het ogenblik van de overdracht verworven reserves worden afgetrokken.

In geval van verandering van Pensioeninstelling zonder overdracht van de reserves blijft het Financieringsfonds bij de Pensioeninstelling.

In geval van verandering van Pensioeninstelling met overdracht van de reserves wordt het Financieringsfonds mee overgedragen, tenzij de Inrichter anders beslist. HOOFDSTUK III. - Verplichtingen van de Inrichter, de Aangeslotene en de Pensioeninstelling Sectie 1. - Rechten en plichten van de Inrichter - De Inrichter zal de bijdragen voor de Pensioentoezegging onmiddellijk aan de Pensioeninstelling doorstorten; - De Inrichter zal de door de Pensioeninstelling opgemaakte pensioenfiche verspreiden onder de Aangeslotenen; - De Inrichter zal aan de Aangeslotenen op eenvoudig verzoek het pensioenreglement ter beschikkingstellen; - De Inrichter zal aan de Aangeslotene op eenvoudig verzoek het verslag omtrent het beheer van de Pensioentoezegging ter beschikking stellen; - De Inrichter zal alle afspraken uitvoeren, zoals vastgelegd in een wederzijds aanvaarde en ondertekende beheersovereenkomst tussen de Inrichter en de Pensioeninstelling; - De Inrichter zal alle andere door de WAP aan de Inrichter opgelegde verplichtingen nakomen, voor zover huidig reglement er niet van afwijkt conform de WAP en de verplichting niet aan een andere rechtspersoon heeft toevertrouwd.

Sectie 2. - Rechten en plichten van de Pensioeninstelling - De Pensioeninstelling zal jaarlijks een pensioenfiche opmaken overeenkomstig de bepalingen van artikel 26, § 1 van de WAP; - De Pensioeninstelling deelt op eenvoudig verzoek aan de Aangeslotene een historisch overzicht mee zoals bedoeld in artikel 26, § 2 van de WAP; - De Pensioeninstelling zal de verzekeringstarieven met respect voor de geldende wettelijke bepalingen waarborgen; - De Pensioeninstelling zal jaarlijks aan de Inrichter het verslag over het beheer van de Pensioentoezegging bezorgen, waarin onder meer de volgende informatie is opgenomen : - de wijze van financiering van de Pensioentoezegging en de structurele wijzigingen in die financiering; - de beleggingsstrategie op lange en korte termijn en de mate waarin daarbij rekening wordt gehouden met sociale, ethische en leefmilieuaspecten; - het rendement van de beleggingen; - de aangerekende kosten; - het bedrag en de wijze van verdeling van het resultaat van de Pensioeninstelling; - De Pensioeninstelling zal alle afspraken uitvoeren, zoals vastgelegd in een wederzijds aanvaarde en ondertekende beheersovereenkomst tussen de Inrichter en de Pensioeninstelling; - De pensioeninstelling zal alle andere verplichtingen nakomen, zoals deze door de WAP aan de Pensioeninstelling worden opgelegd en in uitvoering van voorgaand punt eventueel nader zijn aangevuld, voor zover huidig reglement er niet van afwijkt conform de WAP en de verplichting niet aan een andere rechtspersoon heeft toevertrouwd.

Sectie 3. - Rechten en plichten van de Aangeslotene - De Aangeslotene onderwerpt zich aan de bepalingen van het pensioenreglement; - De Aangeslotene machtigt de Inrichter om aan de Pensioeninstelling alle inlichtingen en bewijsstukken over te maken die nodig zijn ter nakoming van de verplichtingen van de Pensioeninstelling tegenover de Aangeslotene of tegenover zijn begunstigde(n); - De Aangeslotene of zijn begunstigde(n) maakt/maken in voorkomend geval de ontbrekende inlichtingen en bewijsstukken over aan de Inrichter of de Pensioeninstelling; - Mocht de Aangeslotene of zijn begunstigde(n) een hem of hen door dit pensioenreglement opgelegde voorwaarde niet nakomen en mocht daardoor voor hem of hen enig verlies van recht ontstaan, dan zullen de Inrichter en de Pensioeninstelling in dezelfde mate ontslagen zijn van hun verplichtingen tegenover de Aangeslotene of zijn begunstigde(n) in verband met de bij dit pensioenreglement geregelde prestaties. HOOFDSTUK IV. - Diverse bepalingen Sectie 1. - Bescherming van de persoonlijke levenssfeer De Pensioeninstelling en de Inrichter hechten een bijzonder belang aan de bescherming van persoonsgegevens en verwerken deze zorgvuldig conform dit pensioenreglement, de bepalingen van de toepasselijke privacywetgeving, de privacyverklaring van de Pensioeninstelling (beschikbaar op www.aginsurance.be) en/of het toepasselijke privacybeleid van de Inrichter.

Verwerkingsdoeleinden De Inrichter heeft aan de werknemers tewerkgesteld in de sector een aanvullend pensioen toegekend. Hiertoe heeft de Inrichter een groepsverzekering afgesloten met de Pensioeninstelling.

Met het oog op de uitvoering van de groepsverzekering ontvangt de Pensioeninstelling persoonsgegevens van de Inrichter of van derden.

Zowel de Inrichter als de Pensioeninstelling zijn verantwoordelijk voor de verwerking.

De verkregen persoonsgegevens kunnen door de Pensioeninstelling en/of de Inrichter worden verwerkt voor de volgende doeleinden : - het beheer van de groepsverzekering op basis van een wettelijke verplichting; - het voldoen aan wettelijke en reglementaire verplichtingen zoals fiscale verplichtingen of het voorkomen van het witwassen van geld en dit op grond van een wettelijke bepaling; - het beheer van het personenbestand voor de uitvoering van de verzekeringsovereenkomst; - de opmaak van statistieken, de detectie en preventie van misbruiken en fraude, het samenstellen van bewijzen, de beveiliging van goederen, personen, informaticanetwerken en systemen van de Pensioeninstelling, de optimalisatie van de processen (bijvoorbeeld inzake de evaluatie en acceptatie van een risico), en dit op grond van het gerechtvaardigd belang van AG Insurance; - de adviesverlening bijvoorbeeld inzake pensioen opbouwen over de opties bij pensionering op grond van het gerechtvaardigd belang van de pensioeninstelling, tenzij de betrokkene zich hiertegen verzet.

Voor het vervullen van deze doeleinden kan de Pensioeninstelling ook persoonsgegevens ontvangen van de betrokkene zelf.

In voorkomend geval kunnen deze verwerkingsdoeleinden gebaseerd zijn op de toestemming van de betrokkene.

Categorieën van verwerkte persoonsgegevens en mogelijke ontvangers Volgende categorieën van persoonsgegevens kunnen worden verwerkt door de Pensioeninstelling : identificatie- en contactgegevens, financiële gegevens, persoonlijke kenmerken, beroep en betrekking, samenstelling van het gezin, gerechtelijke gegevens.

Deze persoonsgegevens kunnen, indien dit noodzakelijk is voor de voornoemde doeleinden en in overeenstemming met de privacywetgeving, door de Pensioeninstelling worden meegedeeld aan andere tussenkomende verzekeringsmaatschappijen, hun vertegenwoordigers in België, hun contactpunten in het buitenland, de betrokken herverzekeringsmaatschappijen, een expert, een advocaat, een technisch adviseur of een verwerker. Bovendien kunnen de gegevens worden meegedeeld aan om het even welke persoon of instantie in het kader van een wettelijke verplichting of een administratieve of rechterlijke beslissing of indien er een gerechtvaardigd belang bestaat.

Het is mogelijk dat de Pensioeninstelling de persoonsgegevens buiten de Europese Economische Ruimte (EER) overdraagt, naar een land dat, desgevallend, niet een passend beschermingsniveau voor persoonsgegevens kan garanderen. In deze gevallen beschermt de Pensioeninstelling echter de gegevens door de IT-beveiliging te vergroten en door contractueel een verhoogd beveiligingsniveau te eisen van zijn internationale tegenpartijen.

Rechten van de betrokkene Binnen de grenzen van de wet : - heeft de betrokkene het recht om kennis te nemen van zijn/haar gegevens, om ze, in voorkomend geval, te laten corrigeren; - heeft de betrokkene het recht zich te verzetten tegen de verwerking van zijn/haar gegevens, het recht om de verwerking van zijn/haar gegevens te laten beperken, alsook het recht om zijn/haar gegevens te laten verwijderen. In die gevallen is het mogelijk dat de Pensioeninstelling de contractuele relatie niet kan uitvoeren.

Hiertoe kan de betrokkene een gedateerde en ondertekende aanvraag richten aan de Data Protection Officer ("DPO") van de Pensioeninstelling, samen met een tweezijdige kopie van zijn/haar identiteitskaart, of zich wenden tot de inrichter via de gebruikelijke kanalen van de Inrichter.

De Data Protection Officer van de Pensioeninstelling kan worden bereikt op volgende adressen : Per post : AG Insurance - Data Protection Officer Emile Jacqmainlaan 53, 1000 Brussel Of per e-mail Klachten kunnen worden ingediend bij de Gegevensbeschermingsautoriteit.

Meer informatie over hoe de Pensioeninstelling persoonsgegevens beschermt en over hoe de betrokkene zijn/haar rechten kan uitoefenen, is terug te vinden in de privacyverklaring van de Pensioeninstelling op www.aginsurance.be.

Sectie 2. - Werking in de tijd De Pensioentoezegging vangt aan op 1 januari 2019.

Sectie 3. - Toepasselijk recht Op het pensioenreglement en alles ermee verband houdende is het Belgisch recht van toepassing. Eventuele geschillen tussen de partijen in dit verband behoren tot de bevoegdheid van de Belgische rechtbanken.

Sectie 4. - Slotbepaling Onderhavig pensioenreglement wordt overeengekomen op basis van de thans gekende bepalingen en toepassingen van de WAP en haar uitvoeringsbesluiten.

De bepalingen van dit pensioenreglement worden aangevuld met de algemene voorwaarden van de Pensioeninstelling. In geval van strijdigheid primeren de bepalingen van het pensioenreglement.

Gezien om te worden gevoegd bij het koninklijk besluit van 1 juli 2021Relevante gevonden documenten type koninklijk besluit prom. 01/07/2021 pub. 09/07/2021 numac 2021021326 bron federale overheidsdienst binnenlandse zaken en federale overheidsdienst justitie Koninklijk besluit tot wijziging van het koninklijk besluit van 30 maart 2001 tot regeling van de rechtspositie van het personeel van de politiediensten inzake de verdeling van bepaalde bevoegdheden met betrekking tot de mobiliteit type koninklijk besluit prom. 01/07/2021 pub. 19/07/2021 numac 2021031778 bron federale overheidsdienst binnenlandse zaken Koninklijk besluit tot bepaling van de modaliteiten van de toekenning van een eenmalige toelage aan de hulpverleningszones en de Brusselse Hoofdstedelijke Dienst voor Brandbestrijding en Dringende Medische Hulp voor het aankopen van bijzonder materiaal, in het kader van het beheer van het Seveso-risico type koninklijk besluit prom. 01/07/2021 pub. 13/07/2021 numac 2021021432 bron federale overheidsdienst economie, k.m.o., middenstand en energie Koninklijk besluit tot opheffing van de koninklijke besluiten tot uitvoering van de wet van 31 maart 1898 op de beroepsverenigingen type koninklijk besluit prom. 01/07/2021 pub. 07/07/2021 numac 2021021167 bron federale overheidsdienst sociale zekerheid Koninklijk besluit tot uitvoering van de artikelen 34 en 37 van de wet van 13 juni 2021 houdende maatregelen ter beheersing van de COVID-19-pandemie en andere dringende maatregelen in het domein van de gezondheidzorg sluiten.

De Minister van Werk, P.-Y. DERMAGNE

Bijlage 2 aan de collectieve arbeidsovereenkomst van 3 oktober 2019, gesloten in het Paritair Subcomité voor de pannenbakkerijen, tot aanvulling van de collectieve arbeidsovereenkomst van 9 juni 2010, die in werking treedt vanaf 1 januari 2019, tot invoering van een sectoraal aanvullend pensioenstelsel voor de werklieden van de pannenbakkerijen Pensioenreglement gewijzigde versie 1 januari 2019 die de versie van 9 juni 2020 vervangt : Samenstelling van het toezichtscomité De raad van bestuur van het "Fonds voor Bestaanszekerheid voor de pannenbakkerijen" neemt de functie van het toezichtscomité tot zich.

Gezien om te worden gevoegd bij het koninklijk besluit van 1 juli 2021Relevante gevonden documenten type koninklijk besluit prom. 01/07/2021 pub. 09/07/2021 numac 2021021326 bron federale overheidsdienst binnenlandse zaken en federale overheidsdienst justitie Koninklijk besluit tot wijziging van het koninklijk besluit van 30 maart 2001 tot regeling van de rechtspositie van het personeel van de politiediensten inzake de verdeling van bepaalde bevoegdheden met betrekking tot de mobiliteit type koninklijk besluit prom. 01/07/2021 pub. 19/07/2021 numac 2021031778 bron federale overheidsdienst binnenlandse zaken Koninklijk besluit tot bepaling van de modaliteiten van de toekenning van een eenmalige toelage aan de hulpverleningszones en de Brusselse Hoofdstedelijke Dienst voor Brandbestrijding en Dringende Medische Hulp voor het aankopen van bijzonder materiaal, in het kader van het beheer van het Seveso-risico type koninklijk besluit prom. 01/07/2021 pub. 13/07/2021 numac 2021021432 bron federale overheidsdienst economie, k.m.o., middenstand en energie Koninklijk besluit tot opheffing van de koninklijke besluiten tot uitvoering van de wet van 31 maart 1898 op de beroepsverenigingen type koninklijk besluit prom. 01/07/2021 pub. 07/07/2021 numac 2021021167 bron federale overheidsdienst sociale zekerheid Koninklijk besluit tot uitvoering van de artikelen 34 en 37 van de wet van 13 juni 2021 houdende maatregelen ter beheersing van de COVID-19-pandemie en andere dringende maatregelen in het domein van de gezondheidzorg sluiten.

De Minister van Werk, P.-Y. DERMAGNE

^