Etaamb.openjustice.be
Koninklijk Besluit
gepubliceerd op 11 augustus 2022

Koninklijk besluit waarbij algemeen verbindend wordt verklaard de collectieve arbeidsovereenkomst van 28 februari 2020, gesloten in het Paritair Subcomité voor de cementfabrieken, betreffende de sociale programmatie 2019-2020

bron
federale overheidsdienst werkgelegenheid, arbeid en sociaal overleg
numac
2021031534
pub.
11/08/2022
prom.
--
staatsblad
https://www.ejustice.just.fgov.be/cgi/article_body(...)
Document Qrcode

1 JULI 2021. - Koninklijk besluit waarbij algemeen verbindend wordt verklaard de collectieve arbeidsovereenkomst van 28 februari 2020, gesloten in het Paritair Subcomité voor de cementfabrieken, betreffende de sociale programmatie 2019-2020 (1)


FILIP, Koning der Belgen, Aan allen die nu zijn en hierna wezen zullen, Onze Groet.

Gelet op de wet van 5 december 1968Relevante gevonden documenten type wet prom. 05/12/1968 pub. 22/05/2009 numac 2009000346 bron federale overheidsdienst binnenlandse zaken Wet betreffende de collectieve arbeidsovereenkomsten en de paritaire comités. - Officieuze coördinatie in het Duits sluiten betreffende de collectieve arbeidsovereenkomsten en de paritaire comités, inzonderheid op artikel 28;

Gelet op het verzoek van het Paritair Subcomité voor de cementfabrieken;

Op de voordracht van de Minister van Werk, Hebben Wij besloten en besluiten Wij :

Artikel 1.Algemeen verbindend wordt verklaard de als bijlage overgenomen collectieve arbeidsovereenkomst van 28 februari 2020, gesloten in het Paritair Subcomité voor de cementfabrieken, betreffende de sociale programmatie 2019-2020.

Art. 2.De minister bevoegd voor Werk is belast met de uitvoering van dit besluit.

Gegeven te Brussel, 1 juli 2021.

FILIP Van Koningswege : De Minister van Werk, P.-Y. DERMAGNE _______ Nota (1) Verwijzing naar het Belgisch Staatsblad : Wet van 5 december 1968Relevante gevonden documenten type wet prom. 05/12/1968 pub. 22/05/2009 numac 2009000346 bron federale overheidsdienst binnenlandse zaken Wet betreffende de collectieve arbeidsovereenkomsten en de paritaire comités. - Officieuze coördinatie in het Duits sluiten, Belgisch Staatsblad van 15 januari 1969. Bijlage Paritair Subcomité voor de cementfabrieken Collectieve arbeidsovereenkomst van 28 februari 2020 Sociale programmatie 2019-2020 (Overeenkomst geregistreerd op 19 maart 2020 onder het nummer 157713/CO/106.01) HOOFDSTUK I. - Inleiding

Artikel 1.Toepassingsgebied Deze collectieve arbeidsovereenkomst is van toepassing op de werkgevers en arbeiders van de ondernemingen die ressorteren onder het Paritair Subcomité voor de cementfabrieken (PSC 106.01).

Met "arbeiders" worden zowel : arbeiders als arbeidster bedoeld.

Art. 2.Neerlegging Deze collectieve arbeidsovereenkomst wordt neergelegd op de Griffie van de Algemene Directie Collectieve Arbeidsbetrekkingen van de Federale Overheidsdienst Werkgelegenheid, Arbeid en Sociaal Overleg overeenkomstig de bepalingen van het koninklijk besluit van 7 november 1969Relevante gevonden documenten type koninklijk besluit prom. 07/11/1969 pub. 06/04/2007 numac 2007000224 bron federale overheidsdienst binnenlandse zaken Koninklijk besluit nr. 2 met betrekking tot de vaststelling van forfaitaire grondslagen van aanslag voor de belasting over de toegevoegde waarde. - Duitse vertaling sluiten tot vaststelling van de modaliteiten van neerlegging van de collectieve arbeidsovereenkomsten.

Art. 3.Algemeen verbindend verklaring Ondertekenende partijen vragen dat deze collectieve arbeidsovereenkomst zo vlug mogelijk bij koninklijk besluit algemeen verbindend wordt verklaard.

Art. 4.Wettelijk kader Deze collectieve arbeidsovereenkomst wordt gesloten in overeenstemming met het koninklijk besluit van 19 april 2019Relevante gevonden documenten type koninklijk besluit prom. 19/04/2019 pub. 24/04/2019 numac 2019011989 bron federale overheidsdienst kanselarij van de eerste minister en federale overheidsdienst werkgelegenheid, arbeid en sociaal overleg Koninklijk besluit tot uitvoering van artikel 7, § 1, van de wet van 26 juli 1996 tot bevordering van de werkgelegenheid en tot preventieve vrijwaring van het concurrentievermogen sluiten tot uitvoering van artikel 7, § 1 van de wet van 26 juli 1996 tot bevordering van de werkgelegenheid en tot preventieve vrijwaring van het concurrentievermogen (Belgisch Staatsblad van 24 april 2019).

De sociale partners erkennen het belang van sociaal overleg op sectoraal niveau HOOFDSTUK II. - Werkgelegenheid

Art. 5.Garantie van het werkvolume § 1. Werkgelegenheid kan niet gegarandeerd worden op lange termijn. § 2. Informatie in verband met de projecten of studies die een impact kunnen hebben op de tewerkstelling : Wanneer projecten een grote impact hebben op de werkgelegenheid, verbinden de werkgevers zich ertoe om vooraf de betrokken plaatselijke syndicale afgevaardigden en hun vakbondssecretarissen in te lichten. § 3. In het kader van de aanwerving of van de vervanging van een werknemer vestigen de sociale partners de aandacht op de nakoming van de hieronder vermelde artikels 2 en 3 van de wet betreffende de arbeidsovereenkomsten van 3 juli 1978 : "

Art. 2.De arbeidsovereenkomst voor werklieden is de overeenkomst waarbij een werknemer, de werkman, zich verbindt, tegen loon, onder gezag (...) van een werkgever in hoofdzaak handarbeid te verrichten.

Art. 3.De arbeidsovereenkomst voor bedienden is de overeenkomst waarbij een werknemer, de bediende, zich verbindt, tegen loon, onder gezag (...) van een werkgever in hoofdzaak hoofdarbeid te verrichten.".

Art. 6.Milieu § 1. Elke onderneming verbindt zich ertoe om voor de vakbonden een presentatie te maken van haar CO2-beleid.

Vervolgens zal een discussie plaatsvinden tussen de vertegenwoordigde sociale partners op nationaal niveau teneinde de mogelijkheid te beoordelen om gezamenlijke of andere lobbyactiviteiten uit te voeren. HOOFDSTUK III. - Koopkracht Sectie 1. - Lonen

Art. 7.Loonsverhoging § 1. Verhoging van de bruto-uurlonen van 0,15 EUR/uur vanaf 1 november 2019. § 2. Een eenmalige premie van een bedrag van 450 EUR bruto wordt toegekend aan de actieve werknemers op 1 november 2019, naar rato van de arbeidstijd.

Art. 8.Baremisering § 1. De loonsverhoging van 0,50 pct. opgenomen in artikel 11 van het sectoraal akkoord 2005-2006 van 5 september 2005 zal niet meer automatisch worden toegerekend aan de financiële middelen van de toekomstige collectieve overeenkomsten van de sector. De zin volgens dewelke "Het staat vast dat de jaarlijkse loonverhoging van 0,50 pct. automatisch zal aangerekend worden in het budget van de toekomstige collectieve sectoriële onderhandelingen", van artikel 11 van de collectieve arbeidsovereenkomst 2005-2006 van 5 september 2005 (76407/CO/106.01) wordt dus geschrapt. § 2. De individuele spanningscoëfficiënt wordt verhoogd met 0,50 pct. op 1 november 2019.

Art. 9.Verplaatsingsvergoeding § 1. Fietsvergoeding Vanaf 1 januari 2019 wordt de kilometervergoeding gebracht op 0,24 EUR per km voor de werknemers die de verplaatsingen van thuis naar hun werkplaats met de fiets doen. Het bedrag van deze vergoeding zal automatisch worden geïndexeerd overeenkomstig het fiscaal RSZ-plafond in de wetgeving. § 2. Zachte mobiliteit De ondernemingen verbinden zich ertoe om de zachte mobiliteit te bevorderen. § 3. Tegemoetkoming van de ondernemingen in de vervoerkosten van de werknemers die geen openbaar vervoermiddel gebruiken.

Voor de arbeiders en arbeidsters die geen openbaar vervoermiddel gebruiken, stijgt de tegemoetkoming van de werkgevers van 54 pct. naar 60 pct. van de prijs van een sociaal NMBS-abonnement 2de klasse voor de afstand, in volledige kilometers tussen hun woonplaats (of gebruikelijke verblijfplaats) en de ingang van de fabriek, die zij normaal moeten afleggen.

Er wordt voorzien in een verhoging van 6 punten voor de ondernemingen die een hogere vergoeding toekennen dan die waarin voorzien is in de vorige paragraaf. Afdeling 2. - Kosten eigen aan de werkgever

Art. 10.Kosten eigen aan de werkgever De herhaling van de kosten eigen aan de werkgever zoals vermeld in artikel 17 van de collectieve arbeidsovereenkomst sociale programmatie 2017-2018 van 13 november 2017 wordt toegekend vanaf 1 januari 2019. HOOFDSTUK IV. - Humanisering van de arbeid Afdeling 1. - CAO 104

Art. 11.§ 1. In toepassing van de CAO 104 vanaf 1 januari 2020, toekenning van één dag betaald verlof vanaf de leeftijd van 45 jaar. § 2. De materies betreffende CAO 104 zullen worden besproken op het niveau van de onderneming, zelfs van de sites, als er een vakbondsafvaardiging of een comité voor preventie en bescherming op het werk is op het niveau van de onderneming.

De werkgevers gaan een voorafgaande vergadering organiseren, in aanwezigheid van de afgevaardigden (een afgevaardigde per representatieve organisatie per site), teneinde de verwachtingen van de werknemers inzake CAO 104 te verduidelijken.

De werkgevers van de ondernemingen die geen lid zijn van FEBELCEM die een vakbondsafvaardiging hebben of een comité voor preventie en bescherming op het werk zullen het verslag van hun besprekingen doorsturen naar de voorzitster van het Paritair Subcomité voor de cementfabrieken vóór 1 januari 2021. § 3. De stand van zaken van de vooruitgang van de werkzaamheden op het terrein zal voorafgaandelijk aan de sectorale onderhandelingen worden uiteengezet. Afdeling 2. - Eindeloopbaan

Art. 12.Eindeloopbaan Alle SWT-stelsels worden verlengd alsook de collectieve arbeidsovereenkomst tijdskrediet door middel van afzonderlijke collectieve arbeidsovereenkomsten.

Sectie 3. - Aanvullende inkomensverzekering

Art. 13.§ 1. Met verwijzing naar artikel 31 van de collectieve arbeidsovereenkomst betreffende de sociale programmatie 2017-2018, wordt het plafond van de verzekering inkomensverlies verhoogd tot een bedrag van 600 EUR, waarbij de bestaande degressie wordt behouden : - de rente is gelijk aan 20 pct. van het maandloon, geplafonneerd op 600 EUR bruto per maand. Voor de berekening zal het referentiejaarloon gelijk zijn aan het uurloon van de maand juli vermenigvuldigd met 2028; - de rente is degressief met 80 pct. na het 1ste jaar (plafond van 500 EUR) en met 60 pct. na het 2de jaar (plafond van 400 EUR); - de rente wordt toegekend na de wachttijd van 30 kalenderdagen.

Deze rente wordt niet geïndexeerd. § 2. De ondernemingen verbinden zich ertoe om de verzekeraars te sensibiliseren over het karig gebruik van de vragenlijsten en ingrijpende doktersbezoeken. Afdeling 4. - Hospitalisatieverzekering

Art. 14.De werkgevers zullen een hospitalisatieverzekering invoeren, op basis van een gezamenlijk minimumpakket dat hieronder in detail wordt weergegeven : 1. Verzekerden : - De leden van het arbeiderspersoneel. - Facultatief voor alle gezinsleden. - Facultatief voor de (brug)gepensioneerde en zijn gezinsleden; 2. Medische formaliteiten : Geen medische formaliteit (behalve laattijdige aansluiting).3. Stageperiode : Geen stageperiode (behalve laattijdige aansluiting).4. Aard van de waarborgen : A.Waarborg hospitalisatie : - Terugbetalingen : - Verblijfskosten; - Medische en paramedische prestaties; - Geneesmiddelen; - Protheses en orthopedische toestellen; - Bevallingen; - Huur van klein medisch materiaal; - Vervoerkosten in verband met de hospitalisatie met een eventueel maximum per schadejaar.

B. Ambulante verzorging in verband met de hospitalisatie : - Verzorgingsperiode : 1 maand vóór en 3 maanden na de hospitalisatie - Terugbetalingen : - Medische en paramedische prestaties; - Geneesmiddelen; - Kosten voor protheses en orthopedische toestellen (indien tegemoetkoming van de mutualiteit).

C. Ambulante verzorging van ernstige ziektes : Terugbetaling van ambulante verzorging van 22 ernstige ziektes indien wettelijke tegemoetkoming.

D. Medische bijstand : Dienstwaarborg bij de hospitalisatie met een "Medi- Assistance"- kaart. 5. Tegemoetkomingen : Beperkt tot 3 maal de wettelijke tegemoetkoming per prestatie.6. Franchises : Forfait van 250 EUR in individuele kamer en 75 EUR in dubbele kamer, één keer per jaar en per verzekerde op de waarborgen hospitalisatie en pre en post.7. Premies : Premies te onderhandelen met de verzekeringsmaatschappij met of zonder forfaitaire tegemoetkoming van het actief en (brug)gepensioneerd arbeiderspersoneel.8. Einde van de waarborg : De aansluiting loopt ten einde voor het personeelslid en zijn gezin bij het ontslag, gedurende de volledige vrijwillige onderbreking of gedurende een tijdskrediet.In geval van overlijden van het personeelslid kunnen zijn gezinsleden individueel aansluiten bij een verzekering. HOOFDSTUK V. - Verlenging van vorige akkoorden

Art. 15.De eerder in het Paritair Subcomité voor de cementfabrieken gesloten overeenkomsten die niet gewijzigd worden door deze overeenkomst worden verlengd.

Datum collectieve arbeidsovereenkomst/ Date convention collective de travail

Benaming/Dénomination

Registratienummer bij de FOD Werkgelegenheid, Arbeid en Sociaal Overleg/Numéro d'enregistrement au SPF Emploi, Travail et Concertation sociale

Collectieve arbeidsovereenkomst van 22 april 1997/ Convention collective de travail du 22 avril 1997

Sociaal akkoord 1997-1998/ Accord social 1997-1998

44214/CO/106.01

Collectieve arbeidsovereenkomst van 8 april 1999/ Convention collective de travail du 8 avril 1999

Sociaal akkoord 1999-2000/ Accord social 1999-2000

51032/CO/106.01

Collectieve arbeidsovereenkomst van 17 mei 2001/ Convention collective de travail du 17 mai 2001

Sociaal akkoord 2001-2002/ Accord social 2001-2002

57696/CO/106.01

Collectieve arbeidsovereenkomst van 24 april 2003/ Convention collective de travail du 24 avril 2003

Sociaal akkoord 2003-2004 Accord social 2003-2004

67071/CO/106.01

Collectieve arbeidsovereenkomst van 5 september 2005/ Convention collective de travail du 5 septembre 2005

Sociaal akkoord 2005-2006/ Accord social 2005-2006

76407/CO/106.01

Collectieve arbeids overeenkomst van 29 juni 2005Relevante gevonden documenten type overeenkomst prom. 29/06/2005 pub. 22/07/2005 numac 2005035830 bron ministerie van de vlaamse gemeenschap Wijziging van het reglement van orde en procedure van de Vlaamse Geschillenraad voor Radio en Televisie van 17 mei 2000 sluiten/ Convention collective de travail du 29 juin 2005

Brugpensioen/ Prépension

76757/CO/106.01

Collectieve arbeidsovereenkomst van 8 december 2006/ Convention collective de travail du 8 décembre 2006

Brugpensioen 55, 56, 58 jaar/ Prépension 55, 56, 58 ans

82046/CO/106.01

Collectieve arbeidsovereenkomst van 30 mei 2007 en 22 augustus 2007/ Convention collective de travail du 30 mai 2007 et 22 août 2007

Sociaal akkoord 2007-2008/ Accord social 2007-2008

86380/CO/106.01

Collectieve arbeidsovereenkomst van 7 december 2009/ Convention collective de travail du 7 décembre 2009

Sociaal akkoord 2009-2010/ Accord social 2009-2010

97021/CO/106.01

Collectieve arbeidsovereenkomst van 16 september 2011/ Convention collective de travail du 16 septembre 2011

Sociaal akkoord 2011-2012/ Accord social 2011-2012

106657/CO/106.01

Collectieve arbeidsovereenkomst van 24 september 2013/ Convention collective de travail du 24 septembre 2013

Sociaal akkoord 2013-2014/ Accord social 2013-2014

118261/CO/106.01

Collectieve arbeidsovereenkomst van 24 november 2015 zoals gewijzigd door de CAO 134326 van 20 juni 2016/ Convention collective de travail u 24 novembre 2015 telle que modifiée par CCT 134326 du 20 juin 2016

Sociaal akkoord 2015-2016/ Accord social 2015-2016

131254/CO/106.01

Collectieve arbeidsovereenkomst van 13 november 2017/ Convention collective de travail du 13 novembre 2017

Sociaal akkoord 2017-2018/ Accord social 2017-2018

144321/CO/106.01


HOOFDSTUK VI. - Sociale vrede

Art. 16.De ondertekenende partijen verbinden zich ertoe de sociale vrede te eerbiedigen tot het verstrijken van deze overeenkomst.

Dat houdt in dat : - de vakbonds- en werkgeversorganisaties, de werknemers en de werkgevers de integrale naleving van de van kracht zijnde overeenkomsten waarborgen; - de vakbondsorganisaties en de werknemers zich ertoe verbinden geen enkele collectieve eis te stellen, noch te steunen, hetzij op nationaal, hetzij op regionaal, hetzij op lokaal vlak en geen enkel conflict uit te lokken of te doen uitbreken tot het verlenen van bijkomende voordelen, tot 31 december 2020. HOOFDSTUK VII. - Geldigheid

Art. 17.§ 1. Deze collectieve arbeidsovereenkomst wordt afgesloten voor een duur van twee jaar, van 1 januari 2019 tot en met 31 december 2020, behalve andersluidende bepaling. § 2. De opzegging door één van de partijen gebeurt door melding van een opzegtermijn van drie maanden, per ter post aangetekend schrijven gericht aan de voorzitter van het Paritair Subcomité voor de cementfabrieken en aan elk van de ondertekenende partijen.

Gezien om te worden gevoegd bij het koninklijk besluit van 1 juli 2021Relevante gevonden documenten type koninklijk besluit prom. 01/07/2021 pub. 19/07/2021 numac 2021031778 bron federale overheidsdienst binnenlandse zaken Koninklijk besluit tot bepaling van de modaliteiten van de toekenning van een eenmalige toelage aan de hulpverleningszones en de Brusselse Hoofdstedelijke Dienst voor Brandbestrijding en Dringende Medische Hulp voor het aankopen van bijzonder materiaal, in het kader van het beheer van het Seveso-risico type koninklijk besluit prom. 01/07/2021 pub. 07/07/2021 numac 2021042496 bron federale overheidsdienst financien Koninklijk besluit tot vastlegging van het model van het aangifteformulier inzake belasting van niet-inwoners voor het aanslagjaar 2021 (1) type koninklijk besluit prom. 01/07/2021 pub. 13/07/2021 numac 2021021432 bron federale overheidsdienst economie, k.m.o., middenstand en energie Koninklijk besluit tot opheffing van de koninklijke besluiten tot uitvoering van de wet van 31 maart 1898 op de beroepsverenigingen type koninklijk besluit prom. 01/07/2021 pub. 07/07/2021 numac 2021021167 bron federale overheidsdienst sociale zekerheid Koninklijk besluit tot uitvoering van de artikelen 34 en 37 van de wet van 13 juni 2021 houdende maatregelen ter beheersing van de COVID-19-pandemie en andere dringende maatregelen in het domein van de gezondheidzorg sluiten.

De Minister van Werk, P.-Y. DERMAGNE

^