gepubliceerd op 02 augustus 2013
Koninklijk besluit waarbij algemeen verbindend wordt verklaard de collectieve arbeidsovereenkomst van 4 maart 2010, gesloten in het Paritair Subcomité voor de diensten voor gezins- en bejaardenhulp van de Vlaamse Gemeenschap, tot vaststelling van het percentage van de bijdragen voor het jaar 2010 voor het fonds voor bestaanszekerheid genaamd "Sociaal Fonds 318.02 tot aanvullende financiering tweede pensioenpijler" en tot bepaling van de datum van aanvraag tot vrijstelling van de bijdragen voor het jaar 2010
1 MAART 2013. - Koninklijk besluit waarbij algemeen verbindend wordt verklaard de collectieve arbeidsovereenkomst van 4 maart 2010, gesloten in het Paritair Subcomité voor de diensten voor gezins- en bejaardenhulp van de Vlaamse Gemeenschap, tot vaststelling van het percentage van de bijdragen voor het jaar 2010 voor het fonds voor bestaanszekerheid genaamd "Sociaal Fonds 318.02 tot aanvullende financiering tweede pensioenpijler" en tot bepaling van de datum van aanvraag tot vrijstelling van de bijdragen voor het jaar 2010 (1)
ALBERT II, Koning der Belgen, Aan allen die nu zijn en hierna wezen zullen, Onze Groet.
Gelet op de wet van 5 december 1968Relevante gevonden documenten type wet prom. 05/12/1968 pub. 22/05/2009 numac 2009000346 bron federale overheidsdienst binnenlandse zaken Wet betreffende de collectieve arbeidsovereenkomsten en de paritaire comités. - Officieuze coördinatie in het Duits sluiten betreffende de collectieve arbeidsovereenkomsten en de paritaire comités, inzonderheid op artikel 28;
Gelet op het verzoek van het Paritair Subcomité voor de diensten voor gezins- en bejaardenhulp van de Vlaamse Gemeenschap;
Op de voordracht van de Minister van Werk, Hebben Wij besloten en besluiten Wij :
Artikel 1.Algemeen verbindend wordt verklaard de als bijlage overgenomen collectieve arbeidsovereenkomst van 4 maart 2010, gesloten in het Paritair Subcomité voor de diensten voor gezins- en bejaardenhulp van de Vlaamse Gemeenschap, tot vaststelling van het percentage van de bijdragen voor het jaar 2010 voor het fonds voor bestaanszekerheid genaamd "Sociaal Fonds 318.02 tot aanvullende financiering tweede pensioenpijler" en tot bepaling van de datum van aanvraag tot vrijstelling van de bijdragen voor het jaar 2010.
Art. 2.De minister bevoegd voor Werk is belast met de uitvoering van dit besluit.
Gegeven te Brussel, 1 maart 2013.
ALBERT Van Koningswege : De Minister van Werk, Mevr. M. DE CONINCK _______ Nota (1) Verwijzing naar het Belgisch Staatsblad : Wet van 5 december 1968Relevante gevonden documenten type wet prom. 05/12/1968 pub. 22/05/2009 numac 2009000346 bron federale overheidsdienst binnenlandse zaken Wet betreffende de collectieve arbeidsovereenkomsten en de paritaire comités. - Officieuze coördinatie in het Duits sluiten, Belgisch Staatsblad van 15 januari 1969. Bijlage Paritair Subcomité voor de diensten voor gezins- en bejaardenhulp van de Vlaamse Gemeenschap Collectieve arbeidsovereenkomst van 4 maart 2010 Vaststelling van het percentage van de bijdragen voor het jaar 2010 voor het fonds voor bestaanszekerheid genaamd "Sociaal Fonds 318.02 tot aanvullende financiering tweede pensioenpijler" en tot bepaling van de datum van aanvraag tot vrijstelling van de bijdragen voor het jaar 2010 (Overeenkomst geregistreerd op 5 maart 2012 onder het nummer 108595/CO/318.02)
Artikel 1.Deze collectieve arbeidsovereenkomst is van toepassing of de werkgevers en op de werknemers die ressorteren onder het Paritair Subcomité voor de diensten voor gezins- en bejaardenhulp van de Vlaamse Gemeenschap.
Onder "werknemers" wordt verstaan : het mannelijk en vrouwelijk arbeiders- en bediendepersoneel.
Art. 2.In toepassing van artikel 7 van collectieve arbeidsovereenkomst van 31 maart 2008, gesloten in het Paritair Subcomité voor de diensten voor gezins- en bejaardenhulp van de Vlaamse Gemeenschap, tot oprichting van een fonds voor bestaanszekerheid genaamd "Sociaal Fonds 318.02 tot aanvullende financiering tweede pensioenpijler" en vaststelling van zijn statuten, wordt het percentage van de bijdragen voor het jaar 2010 op jaarbasis bepaald als volgt : per kwartaal 0,18 pct. van het brutobedrag van de bezoldigingen, vóór inhouding van de persoonlijke sociale zekerheidsbijdragen.
De inning van deze bijdragen geschiedt voor het jaar 2010 als volgt : - geen inning in het eerste en het tweede kwartaal; - 0,36 pct. van het brutobedrag van de bezoldigingen, vóór inhouding van de persoonlijke sociale zekerheidsbijdragen, tijdens het derde en het vierde kwartaal.
Art. 3.Artikel 8, § 2 van de collectieve arbeidsovereenkomst van 31 maart 2008, gesloten in het Paritair Subcomité voor de diensten voor gezins- en bejaardenhulp van de Vlaamse Gemeenschap, tot oprichting van een fonds voor bestaanszekerheid genaamd "Sociaal Fonds 318.02 tot aanvullende financiering tweede pensioenpijler" en vaststelling van zijn statuten, wordt aangevuld met volgende bepaling : "voor het jaar 2010 is hogergenoemde datum van aanvraag 5 mei in plaats van 28 februari".
Art. 4.Deze collectieve arbeidsovereenkomst heeft uitwerking met ingang van de datum van ondertekening en is gesloten voor onbepaalde tijd. Zij kan worden opgezegd door elk van de partijen, mits een opzeggingstermijn van zes maanden, gericht bij een ter post aangetekend schrijven aan de voorzitter van het Paritair Subcomité voor de diensten voor gezins- en bejaardenhulp van de Vlaamse Gemeenschap.
Gezien om te worden gevoegd bij het koninklijk besluit van 1 maart 2013Relevante gevonden documenten type koninklijk besluit prom. 01/03/2013 pub. 18/06/2013 numac 2013200691 bron federale overheidsdienst werkgelegenheid, arbeid en sociaal overleg Koninklijk besluit waarbij algemeen verbindend wordt verklaard de collectieve arbeidsovereenkomst van 13 maart 2009, gesloten in het Paritair Subcomité voor de diensten voor gezins- en bejaardenhulp van de Vlaamse Gemeenschap, tot vaststelling van het percentage van de bijdragen voor het jaar 2009 voor het fonds voor bestaanszekerheid genaamd "Sociaal Fonds 318.02 tot aanvullende financiering tweede pensioenpijler" en tot bepaling van de datum van aanvraag tot vrijstelling van de bedragen voor het jaar 2009 sluiten.
De Minister van Werk, Mevr. M. DE CONINCK