Etaamb.openjustice.be
Koninklijk Besluit
gepubliceerd op 25 maart 2013

Incompetitiestelling in de klasse A4 - Adviseur-generaal bij de diensten van de FOD Financiën I. Onderwerp Bij toepassing van artikel 6bis, § 2 van het koninklijk besluit van 2 oktober 1937 houdende het statuut van het Rijkspersoneel wor 1° - 1 betrekking waaraan de functie is verbonden van « Departementshoofd ICT Architecture » (func(...)

bron
federale overheidsdienst financien
numac
2013003080
pub.
25/03/2013
prom.
--
staatsblad
https://www.ejustice.just.fgov.be/cgi/article_body(...)
Document Qrcode

FEDERALE OVERHEIDSDIENST FINANCIEN


Incompetitiestelling in de klasse A4 - Adviseur-generaal bij de diensten van de FOD Financiën I. Onderwerp Bij toepassing van artikel 6bis, § 2 van het koninklijk besluit van 2 oktober 1937 houdende het statuut van het Rijkspersoneel worden de volgende betrekkingen, waaraan de titel is verbonden van adviseur-generaal (A41), in competitie gesteld : 1° - 1 betrekking waaraan de functie is verbonden van « Departementshoofd ICT Architecture » (functieclassificatie IIC025) bij het Algemeen Secretariaat.Deze betrekking zal geïntegreerd worden in de stafdienst ICT. 2° - 1 betrekking waaraan de functie is verbonden van « Departementshoofd Quality Assurance & IT Process support » (functieclassificatie IIC025) bij het Algemeen Secretariaat.Deze betrekking zal geïntegreerd worden in de stafdienst ICT. 3° - 1 betrekking waaraan de functie is verbonden van « Adviseur-generaal managementondersteuning » (functieclassificatie : DFI147) bij de afdeling « managementondersteuning » van de centrale diensten van de Administratie der directe belastingen - sector invordering en de Administratie van de BTW, registratie en domeinen - BTW.Deze betrekking zal geïntegreerd worden in de Algemene administratie van de inning en invordering. 4° - 6 betrekkingen waaraan de functie is verbonden van « Adviseur-generaal douane en accijnzen - Gewestelijk directeur » (functieclassificatie : DFI154) bij de buitendiensten van de Administratie der douane en accijnzen.Deze betrekkingen zullen geïntegreerd worden in de Algemene administratie van de douane en accijnzen. 5° - 1 betrekking waaraan de functie is verbonden van « Adviseur-generaal douane en accijnzen - Toezicht, controle en vaststellingen » (functieclassificatie : DFI028) bij de centrale diensten van de Administratie der douane en accijnzen.Deze betrekking zal geïntegreerd worden in de Algemene administratie van de douane en accijnzen. 6° - 1 betrekking waaraan de functie is verbonden van « Adviseur-generaal douane en accijnzen - Onderzoek en Opsporing » (functieclassificatie : DFI028) bij de centrale diensten van de Administratie der douane en accijnzen.Deze betrekking zal geïntegreerd worden in de Algemene administratie van de douane en accijnzen. 7° - 1 betrekking waaraan de functie is verbonden van « Adviseur-generaal douane en accijnzen - Geschillen » (functieclassificatie : DFI028) bij de centrale diensten van de Administratie der douane en accijnzen.Deze betrekking zal geïntegreerd worden in de Algemene administratie van de douane en accijnzen. 8° - 1 betrekking waaraan de functie is verbonden van « Adviseur-generaal douane en accijnzen - Beleidsexpertise en ondersteuning - Afdeling accijnswetgeving » (functieclassificatie : DFI199) bij de centrale diensten van de Administratie der douane en accijnzen.Deze betrekking zal geïntegreerd worden in de Algemene administratie van de douane en accijnzen. 9° - 1 betrekking waaraan de functie is verbonden van « Adviseur-generaal douane en accijnzen - Beleidsexpertise en ondersteuning - Afdeling juridische dienst » (functieclassificatie : DFI199) bij de centrale diensten van de Administratie der douane en accijnzen.Deze betrekking zal geïntegreerd worden in de Algemene administratie van de douane en accijnzen. 10° - 1 betrekking waaraan de functie is verbonden van « Adviseur-generaal douane en accijnzen - Beleidsexpertise en ondersteuning - Afdeling niet-fiscale wetgeving » (functieclassificatie : DFI199) bij de centrale diensten van de Administratie der douane en accijnzen.Deze betrekking zal geïntegreerd worden in de Algemene administratie van de douane en accijnzen. 11° - 1 betrekking waaraan de functie is verbonden van « Adviseur-generaal douane en accijnzen - Doelgroepenmanagement, risicobeheer en handhaving » (functieclassificatie : DFI029) bij de centrale diensten van de Administratie der douane en accijnzen.Deze betrekking zal geïntegreerd worden in de Algemene administratie van de douane en accijnzen. 12° - 1 betrekking waaraan de functie is verbonden van « Adviseur-generaal douane en accijnzen - Operationele expertise en ondersteuning - Dienst Doelgroepenmanagement, risicobeheer en handhaving - High-level risicobeheer » (functieclassificatie : DFI029) bij de centrale diensten van de Administratie der douane en accijnzen. Deze betrekking zal geïntegreerd worden in de Algemene administratie van de douane en accijnzen. 13° - 1 betrekking waaraan de functie is verbonden van « Adviseur-generaal douane en accijnzen - Operationele expertise en ondersteuning - Dienst Doelgroepenmanagement, risicobeheer en handhaving - Handhaving en Innovaties » (functieclassificatie : ISA006) bij de centrale diensten van de Administratie der douane en accijnzen.Deze betrekking zal geïntegreerd worden in de Algemene administratie van de douane en accijnzen. 14° - 1 betrekking waaraan de functie is verbonden van « Adviseur-generaal douane en accijnzen - Operationele expertise en ondersteuning - Gegevensbeheer en intelligence » (functieclassificatie : DFI029) bij de centrale diensten van de Administratie der douane en accijnzen.Deze betrekking zal geïntegreerd worden in de Algemene administratie van de douane en accijnzen. 15° - 1 betrekking waaraan de functie is verbonden van « Adviseur-generaal douane en accijnzen - Operationele expertise en ondersteuning - Managementondersteuning » (functieclassificatie : DFI029) bij de centrale diensten van de Administratie der douane en accijnzen.Deze betrekking zal geïntegreerd worden in de Algemene administratie van de douane en accijnzen. 16° - 1 betrekking waaraan de functie is verbonden van « Adviseur-generaal douane en accijnzen - Operationele expertise en ondersteuning - Ondersteuning automatisering » (functieclassificatie : DFI200) bij de centrale diensten van de Administratie der douane en accijnzen.Deze betrekking zal geïntegreerd worden in de Algemene administratie van de douane en accijnzen. 17° - 1 betrekking waaraan de functie is verbonden van « Adviseur-generaal douane en accijnzen - Dienst Operationele coördinatie en communicatie » (functieclassificatie : DFI028) bij de centrale diensten van de Administratie der douane en accijnzen.Deze betrekking zal geïntegreerd worden in de Algemene administratie van de douane en accijnzen. 18° - 1 betrekking waaraan de functie is verbonden van « Adviseur-generaal BBI - Gewestelijk directeur » (functieclassificatie DFI704) bij de buitendiensten van de Administratie van de bijzondere belastinginspectie.Deze betrekking zal geïntegreerd worden bij de Algemene administratie van de bijzondere belastinginspectie.

II. Toepasselijke reglementering De toekenning van deze betrekkingen wordt geregeld door : - het koninklijk besluit van 2 oktober 1937 houdende het statuut van het Rijkspersoneel; - het koninklijk besluit van 7 augustus 1939 betreffende de evaluatie en de loopbaan van het Rijkspersoneel; - het koninklijk besluit van 4 augustus 2004Relevante gevonden documenten type koninklijk besluit prom. 04/08/2004 pub. 16/08/2004 numac 2004002088 bron federale overheidsdienst personeel en organisatie Koninklijk besluit betreffende de loopbaan van niveau A van het Rijkspersoneel sluiten betreffende de loopbaan van niveau A van het Rijkspersoneel; - de wetten op het gebruik van de talen in bestuurszaken, gecoördineerd op 18 juli 1966 en het koninklijk besluit van 8 maart 2001Relevante gevonden documenten type koninklijk besluit prom. 08/03/2001 pub. 31/03/2001 numac 2001002020 bron ministerie van ambtenarenzaken Koninklijk besluit tot vaststelling van de voorwaarden voor het uitreiken van de bewijzen omtrent de taalkennis voorgeschreven bij artikel 53 van de wetten op het gebruik van de talen in bestuurszaken samengevat op 18 juli 1966 sluiten tot vaststelling van de voorwaarden voor het uitreiken van de bewijzen omtrent de taalkennis voorgeschreven bij artikel 53 van de wetten op het gebruik van de talen in bestuurszaken samengevat op 18 juli 1966.

De benoemingen worden toegekend binnen de perken van het personeelsplan 2012.

III. Benoemingsvoorwaarden Mogen zich kandidaat stellen voor de betrekkingen waaraan de titel is verbonden van adviseur-generaal : alle ambtenaren van de FOD Financiën die op de datum van de benoeming bekleed zijn met de klasse A3 en die menen te beantwoorden aan de in de functieprofielen gespecificeerde voorwaarden.

IV. Sollicitatieprocedure 1. Hoe naar een betrekking solliciteren ? De ambtenaren die wensen te solliciteren, dienen gebruik te maken van het aangehechte formulier (bijlage 1). Teneinde de kandidaten in staat te stellen hun aanspraken beter te doen gelden, zijn de functieprofielen bijgevoegd (bijlage 2).

Per functieprofiel moet een afzonderlijke kandidatuur met telkens een aparte motivering worden ingediend.

De kandidaat mag tussen de verschillende profielen geen orde van voorkeur uitdrukken.

De behoorlijk ingevulde, gedateerde en gehandtekende kandidatu(u)r(en) moet(en), op straffe van nietigheid, worden ingediend bij een ter post aangetekend schrijven op volgend adres en binnen een termijn van tien werkdagen die ingaat de eerste werkdag volgend op de publicatie van de incompetitiestelling in het Belgisch Staatsblad (poststempel geldt als bewijs) : Federale Overheidsdienst Financiën Ter attentie van de Directeur van de Stafdienst Personeel en Organisatie North Galaxy B-16, Koning Albert II-laan 33, bus 80 1030 Brussel Contact : 02-572 57 60 (Informatiecentrum P & O) De kandidaten moeten hun kandidatu(u)r(en) motiveren en deze motivering(en) toevoegen aan de voornoemde zending.

De kosten van de aangetekende zending zijn ten laste van de ambtenaren en het gebruik van een administratieve briefomslag is hierbij verboden.

Om alle betwistingen aangaande het exacte aantal stukken in eenzelfde omslag te vermijden, worden de kandidaten nadrukkelijk verzocht om deze stukken doorlopend te nummeren en wel zo dat het mogelijk is het totale aantal stukken vast te stellen (stuk 1 van... ', stuk 2 van...', enz.).

Een sollicitatie onder voorbehoud wordt niet in aanmerking genomen.

Er zal ontvangst worden gemeld van de kandidaturen. 2. Welke verschillende fasen volgen er na de sollicitatie ? Na ontvangst door de dienst Bevorderingen doorlopen de kandidaturen verschillende fasen, waaronder met name : Fase 1 - Onderzoek naar de ontvankelijkheid van de sollicitatie Tijdens deze fase onderzoekt de dienst Bevorderingen de ontvankelijkheid van de kandidatuur.Indien de kandidatuur na afloop van dit onderzoek niet ontvankelijk blijkt te zijn, wordt ze verworpen. De kandidaat ontvangt een brief (verstuurd naar zijn domicilie) die hem hiervan in kennis stelt en waarin hem de redenen van de verwerping worden medegedeeld.

De eerste fase is dus eliminerend.

Fase 2 - Evaluatie van de generieke competenties De kandidaten die na de eerste fase overblijven, zullen worden uitgenodigd voor een evaluatie van de generieke competenties zoals die in het gepostuleerde functieprofiel worden vereist.

De kandidaten zullen bepaalde testen moeten uitvoeren die kunnen bestaan uit, bijvoorbeeld, situationele beoordelingstesten en simulatieoefeningen (test in-basket).

Deze geïnformatiseerde testen hebben tot doel de generieke competenties af te lijnen die vereist zijn voor de uitoefening van de functie(s) waarnaar wordt gesolliciteerd.

De kandidaten die binnen één of meerdere administraties of stafdiensten van de FOD Financiën solliciteren naar betrekkingen waarvan het profiel qua generieke competenties identiek is (leidinggevende of expert), zullen slechts voor één enkele evaluatie van die competenties worden uitgenodigd.

Het op deze evaluatie behaalde resultaat zal gelden voor alle gepostuleerde betrekkingen waarvan het profiel qua generieke competenties identiek is (leidinggevende of expert).

Dit principe geldt voor alle op dezelfde dag in het Belgisch Staatsblad gepubliceerde incompetitiestellingen.

De evaluatie van de generieke competenties kan op meerdere data worden georganiseerd.

Om te worden weerhouden en de procedure verder te mogen zetten, dienen de kandidaten enerzijds minimum 60 % te behalen op de evaluatie van de generieke competenties en anderzijds door het Directiecomité te worden geïdentificeerd als behorend tot de beste tien resultaten op deze evaluatie (zie hierna, fase 3).

De kandidaten die niet deelnemen aan de competentietest op de vastgelegde dag, worden geacht niet te hebben voldaan aan deze proef en zij zullen worden uitgesloten van het vervolg van de procedure, wat ook de reden van hun afwezigheid moge zijn.

Fase 2 is dus eliminerend.

Evaluatie van de generieke competenties - Vrijstelling De kandidaten die in het kader van deze sollicitatieprocedure zullen slagen voor de evaluatie van hun generieke competenties (minimum 60 %), kunnen nadien op hun verzoek een vrijstelling verkrijgen en hun welslagen hierin (resultaat) laten gelden in het kader van een latere sollicitatieprocedure, voor zover het profiel van de generieke competenties dan identiek is aan het thans in competitie gestelde profiel.

De geldigheidstermijn van het slagen voor een dergelijke evaluatie van generieke competenties is beperkt tot twee jaar, ingaande op de datum waarop het Directiecomité het behaalde resultaat heeft gevalideerd.

Fase 3 - Resultaten van de evaluatie van de generieke competenties - Beslissing omtrent het vervolg van de procedure In deze fase komt het het Directiecomité toe : 1° de resultaten van de testen over de generieke competenties en de rangschikking van de kandidaten te bekrachtigen.De kandidaten behorende tot de Franse taalrol en de kandidaten behorende tot de Nederlandse taalrol worden onderling gerangschikt op basis van hun resultaat; 2° per functieprofiel/lokalisatie de beste tien resultaten te identificeren;3° zich uit te spreken over het vervolg van de procedure (cf.fase 4).

Fase 4 - Eventuele bijkomende evaluatie De kandidaten die na de derde fase overblijven, kunnen worden uitgenodigd voor een aanvullende evaluatie om, onder meer, na te gaan hoe zij hun generieke competenties en hun persoonlijke en interpersoonlijke werkwijze in praktijk brengen. Deze evaluatie zal, bijvoorbeeld, de vorm kunnen aannemen van een onderhoud, een casestudy of een praktische situatieoefening.

Zodra beslist wordt om een dergelijke aanvullende evaluatie te organiseren, zijn de overblijvende kandidaten verplicht hieraan deel te nemen.

Deze evaluatie kan op meerdere data worden georganiseerd.

De kandidaten die niet deelnemen aan deze aanvullende evaluatie op de vastgelegde dag, worden uitgesloten van het vervolg van de procedure, wat ook de reden van hun afwezigheid moge zijn.

De kandidaten die binnen een of meerdere administraties of stafdiensten van de FOD Financiën solliciteren naar betrekkingen waarvan het profiel qua generieke competenties identiek is (leidinggevende of expert), zullen slechts voor één enkele evaluatie van die competenties worden uitgenodigd.

Het op deze evaluatie behaalde resultaat zal gelden voor alle gepostuleerde betrekkingen waarvan het profiel qua generieke competenties identiek is (leidinggevende of expert).

Dit principe geldt voor alle op dezelfde dag in het Belgisch Staatsblad gepubliceerde incompetitiestellingen.

Fase 5 - Interview Alle kandidaten die na de derde fase overbleven en niet werden uitgesloten in de eventuele vierde fase, worden uitgenodigd voor een interview door de leidinggevend ambtenaar of zijn afgevaardigde. Deze laatste mag zich laten bijstaan door een secretaris en/of door een of meerdere medewerkers van niveau A. Het interview zal toelaten : - de technische competenties te evalueren zoals die in het gepostuleerde functieprofiel worden vereist; - de motivatie van de kandidaat voor de gepostuleerde betrekking(en) te evalueren; - de in het gepostuleerde functieprofiel vereiste technische en generieke competenties op een geïntegreerde manier te onderzoeken.

Bij dit interview zal er, naast de evaluatieresultaten van de generieke competenties en het verslag van de eventuele bijkomende evaluatie, eveneens rekening worden gehouden met de elementen van het persoonlijk dossier van de kandidaat.

De Voorzitter van het Directiecomité, H. D'HONDT

Voor de raadpleging van de tabel, zie beeld

^