FEDERALE OVERHEIDSDIENST SOCIALE ZEKERHEID

Bindende unanieme beslissing nr. 20/2007 van 20 maart 2007 van de stuurgroep van de provinciale registratiecommissies genomen in uitvoering van artikel 16, § 2, tweede lid, van het koninklijk besluit van 26 december 1998 tot uitvoering van de artikelen 400, 401, 403, 404 en 406 van het Wetboek van de inkomstenbelastingen 1992 en van artikel 30bis van de wet van 27 juni 1969 tot herziening van de besluitwet van 28 december 1944 betreffende de maatschappelijke zekerheid der arbeiders Advies met betrekking tot. het bevestigen van een eerste afwijzende beslissing door een nieuwe afwijzende beslissing omwille van het niet voldoen aan andere criteria dan in de eerste beslissing.

Probleemstelling : Kan de registratiecommissie een afwijzende beslissing treffen op basis van het niet voldoen aan een andere voorwaarde dan diegene die in dezelfde aanvraagprocedure reeds leidde tot een afwijzende beslissing, die opnieuw in onderzoek werd gesteld omdat de aannemer binnen de termijn van 20 dagen aan de commissie vroeg om gehoord te worden ? Kan m.a.w. een afwijzende beslissing worden bevestigd omwille van het niet voldoen aan andere criteria dan diegene die leidden tot de oorspronkelijke beslissing ? Elementen van antwoord : Indien een aannemer in de loop van de aanvraagprocedure tot het bekomen van een registratienummer niet voldoet aan de voorwaarden tot het bekomen ervan, dient de aanvraag te worden afgewezen.

Krachtens artikel 2, § 1, van het koninklijk besluit van 26 december 1998 wordt de registratie als aannemer slechts verleend aan aannemers die op het ogenblik van de beslissing van de bevoegde registratiecommissie voldoen aan de in het artikel gestelde voorwaarden.

Art. 13, § 1, van hetzelfde koninklijk besluit bepaalt dat na onderzoek naar het vervuld zijn van de in artikel 2 vermelde voorwaarden, de registratiecommissie beslist of de aanvraag al dan niet wordt ingewilligd.

Uit deze bepalingen volgt dat de registratiecommissie zich op het ogenblik van de beslissing moet stellen, om te evalueren of de aanvragende aannemer aan de voorwaarden voldoet.

Indien op dat ogenblik aan één enkele voorwaarde niet wordt voldaan, wordt geen registratie verleend. Eventueel wordt de aanvrager uitgenodigd om toelichtingen te geven of om zijn dossier alsnog in orde te stellen.

Indien de aanvraag wordt afgewezen, dan legt § 3 van artikel 13 van het koninklijk besluit op dat de beslissing met redenen omkleed moet zijn. Bijgevolg moet worden gemotiveerd om welke reden de aanvraag wordt afgewezen, met verwijzing naar de voorwaarde(n), vermeld in artikel 2, waaraan niet wordt voldaan.

Indien wordt vastgesteld dat aan meerdere voorwaarden niet wordt voldaan, dienen deze allemaal te worden vermeld in de motivering van de afwijzende beslissing.

Wanneer de aannemer binnen de termijn van 20 dagen vraagt om gehoord te worden, dan kan de commissie de aanvraag opnieuw beoordelen en wordt de oorspronkelijke, afwijzende beslissing, niet als definitief beschouwd.

Deze procedure opent opnieuw het recht (en de plicht) voor de commissie om te onderzoeken of de aanvrager aan de voorwaarden voldoet. Wanneer een nieuw element wordt vastgesteld, dat niet in de motivering voorkomt van de oorspronkelijke afwijzende beslissing, maar dat toch wordt vastgesteld vóór het treffen van de nieuwe beslissing, en dat de toekenning van de registratie in de weg staat omdat het erop wijst dat niet aan alle voorwaarden tot het bekomen van een registratie is voldaan, dient de commissie de aanvraag opnieuw af te wijzen. Voor deze afwijzende beslissing zal het nieuwe element mee in de motivering moeten worden opgenomen.

Het respecteren van de rechten van de verdediging vereisen in dit geval wel dat de aanvrager opnieuw het recht heeft om te vragen om gehoord te worden, aangezien hij niet eerder de kans heeft gekregen om zich te verdedigen met betrekking tot het element dat de registratie verhindert, maar nog niet in de eerste beslissing voorkwam.

Het is evident dat de commissie aan de aannemer geen tweede keer het recht om gehoord te worden moet toekennen indien de beslissing, die getroffen wordt na de procedure van het horen van de aannemer, opnieuw een afwijzende beslissing is op basis van elementen die reeds het voorwerp uitmaakten van de motivering in de oorspronkelijke afwijzende beslissing, dit krachtens het algemeen beginsel "Non bis in idem".

Het is in geen geval wettelijk verplicht, noch opportuun, een registratie toe te kennen aan een aannemer van wie de registratiecommissie op het ogenblik van het treffen van de beslissing weet of moet weten dat hij niet aan de voorwaarden voldoet, indien zij dit kan motiveren.

Besluit : Een eerste afwijzende beslissing kan bevestigd worden op basis van het niet voldoen aan andere criteria dan diegene die aanleiding gaven tot de eerste afwijzing, voor zover de rechten van de verdediging van de aanvrager worden gerespecteerd, met name de mogelijkheid om te verzoeken om gehoord te worden.

Het verdient aanbeveling dat dit advies wordt nagevolgd door alle provinciale registratiecommissies om tot een eenvormigheid in de beslissingen te komen.

Voor de stuurgroep : De voorzitter, S. LEO Samenstelling van de stuurgroep : -Een vertegenwoordiger van de Federatie van Algemene Bouwaannemers - Een vertegenwoordiger van het ACLVB - Een vertegenwoordiger van « CSC Bâtiment et Industrie » - Een vertegenwoordiger van ACV Bouw en Industrie - Een vertegenwoordiger van Agoria - Een vertegenwoordiger van Bouwunie - Een vertegenwoordiger van de Federale Overheidsdienst Werkgelegenheid, Arbeid en Sociaal Overleg - Een vertegenwoordiger van de Federale Overheidsdienst Financiën - Een vertegenwoordiger van de Federale Overheidsdienst Sociale Zaken - Een vertegenwoordiger van CGSLB - Een vertegenwoordiger van de « Centrale générale FGTB » - Een vertegenwoordiger van de Confederatie Bouw - Een vertegenwoordiger van het ABVV