gepubliceerd op 28 november 2008
Koninklijk besluit waarbij algemeen verbindend wordt verklaard de collectieve arbeidsovereenkomst van 16 april 2008, gesloten in het Paritair Comité voor de handel in voedingswaren, betreffende de bestaanszekerheid
1 OKTOBER 2008. - Koninklijk besluit waarbij algemeen verbindend wordt verklaard de collectieve arbeidsovereenkomst van 16 april 2008, gesloten in het Paritair Comité voor de handel in voedingswaren, betreffende de bestaanszekerheid (1)
ALBERT II, Koning der Belgen, Aan allen die nu zijn en hierna wezen zullen, Onze Groet.
Gelet op de wet van 5 december 1968 betreffende de collectieve arbeidsovereenkomsten en de paritaire comités, inzonderheid op artikel 28;
Gelet op het verzoek van het Paritair Comité voor de handel in voedingswaren;
Op de voordracht van De Minister van Werk, Hebben Wij besloten en besluiten Wij :
Artikel 1.Algemeen verbindend wordt verklaard de als bijlage overgenomen collectieve arbeidsovereenkomst van 16 april 2008, gesloten in het Paritair Comité voor de handel in voedingswaren, betreffende de bestaanszekerheid.
Art. 2.De Minister bevoegd voor Werk is belast met de uitvoering van dit besluit.
Gegeven te Brussel, 1 oktober 2008.
ALBERT Van Koningswege : De Vice-Eerste Minister en Minister van Werk en Gelijke Kansen, Mevr. J. MILQUET _______ Nota (1) Verwijzing naar het Belgisch Staatsblad : Wet van 5 december 1968, Belgisch Staatsblad van 15 januari 1969. Bijlage Paritair Comité voor de handel in voedingswaren Collectieve arbeidsovereenkomst van 16 april 2008 Bestaanszekerheid (Overeenkomst geregistreerd op 15 mei 2008 onder het nummer 88258/CO/119) HOOFDSTUK I. - Toepassingsgebied
Artikel 1.§ 1. Deze collectieve arbeidsovereenkomst is van toepassing op de werkgevers en arbeiders van de ondernemingen die vallen onder het Paritair Comité voor de handel in voedingswaren. § 2. Met "arbeiders" worden de mannelijke en de vrouwelijke arbeiders bedoeld. HOOFDSTUK II. - Collectief ontslag
Art. 2.§ 1. Het "Waarborg- en Sociaal Fonds van de handel in voedingswaren" kent aan de arbeiders die het slachtoffer zijn van een collectief ontslag, zoals gedefinieerd in de collectieve arbeidsovereenkomsten nr. 10 en 24 van de Nationaal Arbeidsraad, een uitkering toe van 3,10 EUR per dag ter aanvulling van de wettelijke vergoeding en gedurende de eerste 120 door de RVA vergoedbare dagen volgend op het ontslag. § 2. Vanaf 1 januari 2008, wordt de dagvergoeding vermeld in § 1, gebracht op 3,30 EUR. HOOFDSTUK III. - Tijdelijke werkloosheid
Art. 3.§ 1. Het "Waarborg- en Sociaal Fonds van de handel in voedingswaren" kent aan de arbeiders die het slachtoffer zijn van tijdelijke werkloosheid (om economische en technische reden) een aanvullende vergoeding op de RVA-uitkeringen toe van 3,10 EUR per dag gedurende de eerste 60 dagen per kalenderjaar die in aanmerking komen voor vergoeding. § 2. Vanaf 1 januari 2008, wordt de dagvergoeding vermeld in § 1, gebracht op 3,30 EUR. HOOFDSTUK IV. - Langdurige ziekte
Art. 4.§ 1. Het "Waarborg- en Sociaal Fonds van de handel in voedingswaren" kent aan de arbeiders die langdurig ziek zijn een aanvullende uitkering toe van 3,20 EUR per dag bovenop de ziekteuitkering gedurende 60 dagen te rekenen na de periode gedekt door het gewaarborgd loon.
Voor deeltijdse arbeiders wordt de tussenkomst van het sociaal fonds berekend naar rata van de arbeidstijd. § 2. Vanaf 1 januari 2008, wordt de dagvergoeding vermeld in § 1, gebracht op 3,30 EUR. § 3. De toekenningsmodaliteiten van de aanvullende uitkering luiden als volgt : De arbeider/ster moet langdurig ziek zijn, dat wil zeggen dat de periode gedekt door het gewaarborgd loon (30 kalenderdagen) voorbij is.
De aanvullende uitkering wordt ook toegekend in geval van verbod te werken of sommige werken uit te voeren tijdens de zwangerschap, voorgeschreven door de geneesheer. De tussenkomst wordt niet toegekend voor het zwangerschapsverlof.
De arbeider/ster, slachtoffer van een arbeidsongeval, die een uitkering van het ziekenfonds geniet (na de periode van erkenning van het ongeval) heeft recht op de aanvullende vergoeding, zonder wachtperiode van dertig dagen.
Wordt als herval beschouwd, een arbeidsongeschiktheid die plaatsgrijpt binnen de 14 dagen volgend op het einde van een periode van arbeidsongeschiktheid die aanleiding gaf tot de betaling van het gewaarborgd loon. Het fonds zal deze twee periodes beschouwen als één enkele periode, zonder wachtperiode voor de tweede. § 4. Indien de arbeider, om redenen eigen aan de ziekteuitkering, geen recht heeft op een vergoeding van de mutualiteit, dan wordt de aanvraag geval per geval onderzocht door het waarborg- en sociaal fonds. HOOFDSTUK V. - Beëindiging van de arbeidsovereenkomst wegens overmacht
Art. 5.§ 1. Het "Waarborg- en Sociaal Fonds van de handel in voedingswaren" kent aan de arbeiders wier arbeidsovereenkomst ten einde kwam wegens overmacht, een aanvullende uitkering toe van 3,20 EUR per dag bovenop de werkloosheidsuitkering of ziekteuitkering gedurende 60 dagen na het einde van de overeenkomst.
Voor deeltijdse arbeiders wordt de tussenkomst van het sociaal fonds berekend naar rata van de arbeidstijd. § 2. Vanaf 1 januari 2008, wordt de dagvergoeding vermeld in § 1, gebracht op 3,30 EUR. § 3. De toekenningsmodaliteiten van de aanvullende uitkering luiden als volgt : De arbeidsovereenkomst van de arbeider/ster moet wegens overmacht verbroken worden. Er is sprake van overmacht bij de beëindiging van de arbeidsovereenkomst omwille van definitieve arbeidsongeschiktheid.
Deze uitkering is niet cumuleerbaar met de uitkering wegens langdurige ziekte uit het vorige hoofdstuk. Indien de arbeider/ster geniet van de toeslag bij langdurige ziekte voordat hij/zij definitief arbeidsongeschikt verklaard wordt, zal de toeslag bij overmacht alleen voor het saldo van de 60 dagen uitbetaald worden (60 dagen verminderd met het aantal uitbetaalde dagen voor langdurige ziekte). HOOFDSTUK VI. - Slotbepalingen
Art. 6.Deze collectieve arbeidsovereenkomst vervangt de collectieve arbeidsovereenkomst van 13 juli 2007 (registratienummer 85127/CO/119) gesloten in het Paritair Comité voor de handel in voedingswaren met betrekking tot hetzelfde onderwerp. Ze treedt in werking op 1 april 2007 en houdt op van kracht te zijn op 31 maart 2009.
Gezien om te worden gevoegd bij het koninklijk besluit van 1 oktober 2008.
De Vice-Eerste Minister en Minister van Werk en Gelijke Kansen, Mevr. J. MILQUET