gepubliceerd op 06 augustus 2008
Koninklijk besluit waarbij algemeen verbindend wordt verklaard de collectieve arbeidsovereenkomst van 11 april 2007, gesloten in het Paritair Subcomité voor het bedrijf der grind- en zandgroeven welke in openlucht geëxploiteerd worden in de provincies Antwerpen, West-Vlaanderen, Oost-Vlaanderen, Limburg en Vlaams-Brabant, betreffende het conventioneel brugpensioen op 58 jaar in de grind- en zandexploitaties, de witzandexploitaties uitgezonderd
1 JULI 2008. - Koninklijk besluit waarbij algemeen verbindend wordt verklaard de collectieve arbeidsovereenkomst van 11 april 2007, gesloten in het Paritair Subcomité voor het bedrijf der grind- en zandgroeven welke in openlucht geëxploiteerd worden in de provincies Antwerpen, West-Vlaanderen, Oost-Vlaanderen, Limburg en Vlaams-Brabant, betreffende het conventioneel brugpensioen op 58 jaar in de grind- en zandexploitaties, de witzandexploitaties uitgezonderd (1)
ALBERT II, Koning der Belgen, Aan allen die nu zijn en hierna wezen zullen, Onze Groet.
Gelet op de wet van 5 december 1968 betreffende de collectieve arbeidsovereenkomsten en de paritaire comités, inzonderheid op artikel 28;
Gelet op het verzoek van het Paritair Subcomité voor het bedrijf der grind- en zandgroeven welke in openlucht geëxploiteerd worden in de provincies Antwerpen, West-Vlaanderen, Oost-Vlaanderen, Limburg en Vlaams-Brabant;
Op de voordracht van de Minister van Werk, Hebben Wij besloten en besluiten Wij :
Artikel 1.Algemeen verbindend wordt verklaard de als bijlage overgenomen collectieve arbeidsovereenkomst van 11 april 2007, gesloten in het Paritair Subcomité voor het bedrijf der grind- en zandgroeven welke in openlucht geëxploiteerd worden in de provincies Antwerpen, West-Vlaanderen, Oost-Vlaanderen, Limburg en Vlaams-Brabant, betreffende het conventioneel brugpensioen op 58 jaar in de grint- en zandexploitaties, de witzandexploitaties uitgezonderd.
Art. 2.De Minister bevoegd voor Werk is belast met de uitvoering van dit besluit.
Gegeven te Brussel, 1 juli 2008.
ALBERT Van Koningswege : De Vice-Eerste Minister en Minister van Werk en Gelijke Kansen, Mevr. J. MILQUET _______ Nota (1) Verwijzing naar het Belgisch Staatsblad : Wet van 5 december 1968, Belgisch Staatsblad van 15 januari 1969. Bijlage Paritair Subcomité voor het bedrijf der grind- en zandgroeven welke in openlucht geëxploiteerd worden in de provincies Antwerpen, West-Vlaanderen, Oost-Vlaanderen, Limburg en Vlaams-Brabant Collectieve arbeidsovereenkomst van 11 april 2007 Conventioneel brugpensioen op 58 jaar in de grind- en zandexploitaties, de witzandexploitaties uitgezonderd (Overeenkomst geregistreerd op 26 juni 2007 onder het nummer 83450/CO/102.06)
Artikel 1.Deze collectieve arbeidsovereenkomst is van toepassing op de werkgevers en op de werklieden en werksters van de grind- en zandgroeven welke in openlucht geëxploiteerd worden in de provincies West-Vlaanderen, Oost-Vlaanderen, Limburg en Vlaams-Brabant, de witzandexploitaties uitgezonderd.
Met "werklieden" worden de arbeiders en arbeidsters bedoeld.
Art. 2.De door in de Nationale Arbeidsraad gesloten collectieve arbeidsovereenkomst nr. 17 van 19 december 1974, tot invoering van een regeling van aanvullende vergoeding ten gunste van sommige bejaarde werknemers indien zij worden ontslagen, algemeen verbindend verklaard bij koninklijk besluit van 16 januari 1975, vastgestelde leeftijd wordt voor deze sector, teruggebracht tot 58 jaar zowel voor mannen als vrouwen.
Art. 3.Met toepassing van de artikelen 4bis, 4ter en 4quater van de collectieve arbeidsovereenkomst nr. 17, zoals gewijzigd door de collectieve arbeidsovereenkomst nr. 17tricies van 19 december 2006, wordt het recht op de aanvullende vergoeding, toegekend aan de werknemers die ontslagen werden in het kader van deze collectieve arbeidsovereenkomst, behouden ten laste van de vorige werkgever, wanneer deze werknemers het werk als loontrekkende hervatten bij een andere werkgever dan die welke hen ontslagen heeft en die niet behoort tot dezelfde technische bedrijfseenheid als de werkgever die hen ontslagen heeft.
Het recht op de aanvullende vergoeding toegekend aan de werknemers die ontslagen zijn in het kader van deze collectieve arbeidsovereenkomst wordt eveneens behouden ten laste van de vorige werkgever in geval van uitoefening van een zelfstandige hoofdactiviteit, op voorwaarde dat deze activiteit niet uitgeoefend wordt voor rekening van de werkgever die hen ontslagen heeft of voor rekening van een werkgever die behoort tot dezelfde technische bedrijfseenheid als de werkgever die hen ontslagen heeft.
De werknemers beoogd in dit artikel behouden het recht op de aanvullende vergoeding zodra een einde werd gemaakt aan hun tewerkstelling in het kader van een arbeidsovereenkomst of aan de uitoefening van een zelfstandige hoofdactiviteit. Zij leveren in dit geval aan hun vorige werkgever (in de zin van de eerste paragraaf van dit artikel) het bewijs van hun recht op werkloosheidsuitkeringen.
In het geval beoogd in de vorige paragraaf mogen werknemers geen twee of meer aanvullende stelsels cumuleren. Wanneer zij zich in de omstandigheden bevinden om verscheidene aanvullende stelsels te genieten, behouden zij het recht op het stelsel dat toegekend werd door de werkgever die hen ontslagen heeft (in de zin van de eerste paragraaf van dit artikel).
Art. 4.In afwijking van de collectieve arbeidsovereenkomst nr. 17, wordt voor de berekening van het netto referteloon, de eindejaarspremie meegerekend.
Hiertoe wordt het brutomaandloon verhoogd met 8,33 pct.
Vanaf 1 januari 2007 wordt de bruto aanvullende vergoeding forfaitair verhoogd met 80,74 EUR.
Art. 5.Daarentegen zou vanaf 1 januari 2007 het aanvullende bedrag van het brugpensioen op 125 EUR gebracht worden en dit tot de 58e verjaardag voor werknemers die ingevolge ontslag wegens herstructurering of bedrijf in moeilijkheden op brugpensioen worden gesteld tijdens de looptijd van deze collectieve arbeidsovereenkomst.
De extra uitgaven gepaard gaande met de verhoging van 125 EUR van het aanvullend bedrag van het brugpensioen mag geen aanleiding geven tot verhoging van de begroting van het sociaal comité.
Deze bedragen worden éénmaal per collectieve arbeidsovereenkomst periode geïndexeerd.
Art. 6.Ter financiering van het conventioneel brugpensioen wordt 1,50 pct. van de onbegrensde brutolonen aan het sociaal fonds, uitsluitend aangewend voor de financiering van de bijkomende vergoeding (collectieve arbeidsovereenkomst nr. 17 van de Nationale Arbeidsraad), gestort.
De aanvullende vergoedingen van de verschillende stelsels brugpensioen zijn ten laste van het "Sociaal Fonds voor de grind- en zandgroeven" op voorwaarde dat : - een anciënniteit in de sector van minimum 3 jaren in de loop van de laatste 5 jaar onmiddellijk voorafgaand aan de datum van aanvraag; - in de loop van de laatste 6 jaar geen vergoedingen ontvangen hebben uit één van de luiken van het Sociaal Beleidsplan van het Sociaal Comité ten laste van het Grindfonds, zoals gepubliceerd in het Grindblad.
Indien niet aan deze voorwaarden voldaan is, blijft het recht op de verschillende stelsels brugpensioen bestaan; maar dan zijn de aanvullende vergoedingen ten laste van de laatste werkgever zelf.
Art. 7.Deze collectieve arbeidsovereenkomst heeft uitwerking met ingang van 1 juli 2007 en treedt buiten werking op 30 juni 2009.
Gezien om te worden gevoegd bij het koninklijk besluit van 1 juli 2008.
De Vice-Eerste Minister en Minister van Werk en Gelijke Kansen, Mevr. J. MILQUET