Etaamb.openjustice.be
Koninklijk Besluit
gepubliceerd op 30 oktober 2006

Koninklijk besluit houdende toekenning van de waardigheid van Eredeken van de Arbeid. - Professionele en interprofessionele organisaties

bron
federale overheidsdienst werkgelegenheid, arbeid en sociaal overleg en federale overheidsdienst economie, k.m.o., middenstand en energie
numac
2006011425
pub.
30/10/2006
prom.
--
staatsblad
https://www.ejustice.just.fgov.be/cgi/article_body(...)
Document Qrcode

1 JULI 2006. - Koninklijk besluit houdende toekenning van de waardigheid van Eredeken van de Arbeid. - Professionele en interprofessionele organisaties


ALBERT II, Koning der Belgen, Aan allen die nu zijn en hierna wezen zullen, Onze Groet.

Gelet op het besluit van de Regent van 12 maart 1948, betreffende het Commissariaat-generaal der Regering bij de Nationale Arbeidstentoonstellingen;

Gelet op het besluit van de Regent van 12 november 1948, houdende nadere omschrijving van de officiële modellen der erekentekens van de Arbeid;

Gelet op het koninklijk besluit van 31 juli 1954, houdende goedkeuring der statuten van de Instelling van openbaar nut genoemd « Koninklijk Instituut der Eliten van de Arbeid van België, Albert I - Nationale Arbeidstentoonstellingen »;

Gelet op het advies van het bevoegd Nationaal Organiserend Comité, gegeven op 17 mei 2006;

Gelet op het gunstig advies van de Commissaris-generaal der Regering bij het Koninklijk Instituut der Eliten van de Arbeid van België, gegeven op 7 juni 2006;

Op de voordracht van Onze Minister van Economie en van Onze Minister van Werk, Hebben Wij besloten en besluiten Wij :

Artikel 1.De waardigheid van Eredeken van de Arbeid wordt toegekend aan de hieronder vermelde persoon, die geacht wordt de nodige hoedanigheden te bezitten om de tradities, alsmede het moreel en het sociaal aanzien van zijn beroep of functie de verpersoonlijken : Devisch, Noël R., Kortenberg.

Art. 2.Deze opdracht wordt hem gegeven voor een termijn van vijf jaar. Zij kan een einde nemen vóór het verstrijken van die termijn, indien de titularis ophoudt zijn beroepsactiviteiten uit te oefenen.

Art. 3.Onze Minister van Economie en Onze Minister van Werk zijn, ieder war hem betreft, belast met de uitvoering van dit besluit.

Gegeven te Brussel, 1 juli 2006.

ALBERT Van Koningswege : De Minister van Economie, M. VERWILGHEN De Minister van Werk, P. VANVELTHOVEN

^