MINISTERIE VAN MIDDENSTAND EN LANDBOUW

Aankondiging in uitvoering van artikel 3, § 1, van het koninklijk besluit van 21 oktober 1998 tot uitvoering van hoofdstuk I van titel II van de programmawet van 10 februari 1998 tot bevordering van het zelfstandig ondernemerschap Evaluatie van reglementeringen uitgevaardigd in uitvoering van de wet van 24 december 1958 waarbij beroepsuitoefeningsvoorwaarden kunnen worden ingevoerd in de ambachts-, de kleine en middelgrote handels- en de kleine nijverheidsondernemingen en de wet van 15 december 1970 op de uitoefening van beroepswerkzaamheden in de kleine en middelgrote handels- en ambachtsondernemingen.

In uitvoering van artikel 13, § 1, tweede lid, van de programmawet van 10 februari 1998 tot bevordering van het zelfstandig ondernemerschap en het koninklijk besluit van 5 oktober 1998 dat de volgorde regelt waarin de beroepswerkzaamheden geëvalueerd worden, heb ik beslist de evaluatieprocedure te starten aangaande de reglementeringen van de volgende zelfstandige beroepswerkzaamheden : aannemer-schrijnwerker-timmerman, gereglementeerd bij koninklijk besluit van 2 december 1960, gewijzigd bij koninklijke besluiten van 21 april 1972, 3 oktober 1978 en 18 april 1980; installateur in centrale verwarming, gereglementeerd bij koninklijk besluit van 22 februari 1961, gewijzigd bij koninklijke besluiten van 8 augustus 1961, 19 mei 1972, 3 oktober 1978 en 8 juni 1979; aannemer-plafonneerder-cementwerker, gereglementeerd bij koninklijk besluit van 8 augustus 1961, gewijzigd bij koninklijke besluiten van 21 april 1972, 3 oktober 1978 en 9 april 1980; aannemer van schilderwerken, gereglementeerd bij koninklijk besluit van 21 juni 1963, gewijzigd bij koninklijke besluiten van 19 mei 1972, 3 oktober 1978 en 2 februari 1982; aannemer van metsel- en betonwerken, gereglementeerd bij koninklijk besluit van 21 november 1964, gewijzigd bij koninklijke besluiten van 4 mei 1966, 21 april 1972, 3 oktober 1978 en 18 april 1980; aannemer-steenhouwer, gereglementeerd bij koninklijk besluit van 13 april 1965, gewijzigd bij koninklijke besluiten van 24 april 1972, 3 oktober 1978 en 9 april 1980; aannemer-marmerbewerker, gereglementeerd bij koninklijk besluit van 10 mei 1966, gewijzigd bij koninklijke besluiten van 24 april 1972, 3 oktober 1978 en 9 april 1980; aannemer-tegelzetter, gereglementeerd bij koninklijk besluit van 6 december 1968, gewijzigd bij koninklijke besluiten van 21 april 1972, 3 oktober 1978 en 18 april 1980; elektrotechnisch installateur, gereglementeerd bij koninklijk besluit van 6 december 1968, gewijzigd bij koninklijke besluiten van 2 mei 1972, 3 oktober 1978 en 18 april 1980; behanger-plaatser van wand- en vloerbekledingen, gereglementeerd bij koninklijk besluit van 14 augustus 1969, gewijzigd bij koninklijke besluiten van 19 mei 1972, 3 oktober 1978 en 2 februari 1982; aannemer van glaswerken, gereglementeerd bij koninklijk besluit van 24 januari 1974, gewijzigd bij koninklijke besluiten van 3 oktober 1978 en 1 juli 1981; sanitair installateur-loodgieter, gereglementeerd bij koninklijk besluit van 14 januari 1975, gewijzigd bij koninklijke besluiten van 3 oktober 1978 en 18 april 1980; installateur van verwarming met gas met individuele toestellen, gereglementeerd bij koninklijk besluit van 14 januari 1975, gewijzigd bij koninklijke besluiten van 3 oktober 1978 en 18 april 1980; aannemer van zinkwerken en metalen dakbedekkingen van gebouwen, gereglementeerd bij koninklijk besluit van 14 januari 1975, gewijzigd bij koninklijke besluiten van 3 oktober 1978 en 18 april 1980; aannemer van niet-metalen dakbedekkingen van gebouwen, gereglementeerd bij koninklijk besluit van 14 januari 1975, gewijzigd bij koninklijke besluiten van 3 oktober 1978 en 18 april 1980; aannemer voor het waterdichtmaken van bouwwerken, gereglementeerd bij koninklijk besluit van 14 augustus 1986; aannemer van sloopwerken, gereglementeerd bij koninklijk besluit van 13 november 1986.

Na deze evaluatie groepeert de Koning de vermelde activiteiten in intersectorale categorieën van beroepsbekwaamheid, zoals bedoeld in artikel 6, § 1, van de programmawet van 10 februari 1998 tot bevordering van het zelfstandig ondernemerschap en stelt Hij voor ieder van hen de sectorale beroepskennis vast. Overeenkomstig artikel 13, § 2, van dezelfde wet kan de Koning ook de eisen inzake beroepsbekwaamheid opheffen, aanpassen, uitbreiden of beperken tot de intersectorale beroepsbekwaamheid.

Iedere belanghebbende kan binnen een termijn van negentig dagen vanaf heden zijn opmerkingen over die reglementeringen schriftelijk kenbaar maken bij het Ministerie van Middenstand en Landbouw, Bestuur voor het KMO-beleid, WTC Toren III, 26e verdieping, Simon Bolivarlaan 30, te 1000 Brussel.

De Minister van Landbouw en de Kleine en Middelgrote Ondernemingen, K. Pinxten.