31 OKTOBER 2006. - Koninklijk besluit betreffende het indienen van de klachten en verzoeken bedoeld bij artikel 44, § 1, 2° en 3° van de wet tot bescherming van de economische mededinging, gecoördineerd op 15 september 2006

ALBERT II, Koning der Belgen, Aan allen die nu zijn en hierna wezen zullen, Onze Groet.

Gelet op de wet tot bescherming van de economische mededinging, gecoördineerd op 15 september 2006, inzonderheid op artikel 46;

Gelet op het koninklijk besluit van 22 januari 1998 betreffende het indienen van de klachten en verzoeken bedoeld bij artikel 23, § 1, c) en d), van de wet tot bescherming van de economische mededinging, gecoördineerd op 1 juli 1999, en gewijzigd bij het koninklijk besluit van 28 december 1999;

Gelet op de hoogdringendheid, gemotiveerd door de omstandigheid dat de wet van 10 juni 2006 tot bescherming van de economische mededinging in werking treedt op 1 oktober 2006 en op dezelfde datum de wet op de bescherming van de economische mededinging, gecoördineerd op 1 juli 1999, opheft; dat de wet van 10 juni 2006 tot oprichting van een Raad voor de Mededinging eveneens in werking treedt op dezelfde datum. Met het oog op een volledige toepassing van de bepaling van deze nieuwe wetten, past het dat de uitvoeringsbesluiten in werking treden ten laatste op dezelfde datum en dat hun publicatie voordien kan plaats vinden. Zo niet zou de nieuwe wetgeving onmogelijk kunnen worden toegepast en zou er een juridisch vacuüm ontstaan dat op een ernstige wijze het economische leven van de bedrijven, die van elke rechtszekerheid zouden uitgesloten worden, zou belemmeren en dat de geloofwaardigheid van de Belgische mededingingsautoriteit in gevaar zou brengen. Deze toestand zou van aard kunnen zijn dat de aansprakelijkheid van de Staat in het geding komt. De Staat zou zich dan bloot stellen aan een aansprakelijkheidsvordering voor de rechtbanken en aan een ingebrekestelling door de Commissie van de EG wegens nalaten.

Gelet op het advies 41.371/1 van de Raad van State, gegeven op 28 september 2006, met toepassing van artikel 84, § 1, eerste lid, 2°, van de gecoördineerde wetten op de Raad van State;

Op de voordracht van Onze Minister van Economie, Hebben Wij besloten en besluiten Wij :

Artikel 1.Voor de toepassing van dit besluit wordt verstaan onder : 1° de wet : de wet tot bescherming van de economische mededinging, gecoördineerd op 15 september 2006;2° de auditeur : het lid van het Auditoraat bedoeld bij Hoofdstuk III, Afdeling 1, Onderafdeling 4 van de wet;3° de griffie : de griffie bedoeld bij Hoofdstuk III, Afdeling 1,

Onderafdeling 6 van de wet;4° de Raad : de Raad voor de Mededinging bedoeld bij Hoofdstuk III, Afdeling 1, Onderafdeling 1 tot Onderafdeling 3, van de wet;5° Verordening 1/2003 : de Verordening (EG) nr.1/2003 van de Raad van

16 december 2002 betreffende de uitvoering van de mededingingsregels van de artikelen 81 en 82 van het Verdrag tot oprichting van de Europese Gemeenschap.

Art. 2.§ 1. De klachten en verzoeken bedoeld bij artikel 44, § 1, 2° en 3°, van de wet, en desgevallend de bijlagen ervan, worden in acht exemplaren ingediend, op de wijze zoals voorgeschreven door het formulier P/K in bijlage bij dit besluit, ter attentie van het Auditoraat, op het adres van de griffie zoals aangeduid op de website van de Raad voor de Mededinging : http://economie.fgov.be § 2. Ondertekenen vertegenwoordigers van natuurlijke of rechtspersonen de klachten en verzoeken, dan moeten deze vertegenwoordigers een schriftelijk mandaat voorleggen dat hun bevoegdheid tot vertegenwoordiging aantoont. Dit mandaat bevat in bijlage de verantwoording van de bevoegdheden van de lastgever zo deze een rechtspersoon is.

De klachten en verzoeken bevatten bijgevoegd de verantwoording van de bevoegdheden van de ondertekenaars wanneer zij ingediend worden door rechtspersonen die via hun organen handelen.

Deze indiening gebeurt per aangetekend schrijven of per drager tegen ontvangstbewijs gedurende de openingsuren van de griffie.

Tezelfdertijd wordt een elektronische versie van de klacht of het verzoek gestuurd ter attentie van het Auditoraat op het e-mailadres van de griffie zoals aangegeven op de website van de Raad. § 3. De natuurlijke of rechtspersonen of hun vertegenwoordigers die de klacht of het verzoek indienen geven een adres in België op waarheen alle briefwisseling hen zal worden toegestuurd, evenals een e-mailadres.

Art. 3.§ 1. De klacht of het verzoek wordt opgesteld in een van de landstalen.

De bijlagen bij de klacht of het verzoek worden neergelegd in hun oorspronkelijke taal. Indien deze taal geen der landstalen of geen Engels is, kan de auditeur of de Raad van de natuurlijke of de rechtspersonen die de klacht of het verzoek indienen de vertaling eisen van het geheel of een gedeelte van de bijlagen. § 2. De klachten en verzoeken zijn omstandig en omschrijven op duidelijke wijze de betrokken mededingingspraktijken bedoeld in de wet en in de artikelen 81 en 82 van het Verdrag in toepassing van Verordening 1/2003.

Indien de klacht of het verzoek vertrouwelijke elementen bevat, wordt een niet-vertrouwelijke versie bijgevoegd.

De klachten en verzoeken worden ondersteund door de afdoende bewijskrachtige documenten die in het bezit zijn van de klager of de verzoeker.

Art. 4.De griffie levert onverwijld een ontvangstbewijs af van de klachten en verzoeken die overeenkomstig dit besluit werden ingediend.

Het ontvangstbewijs vermeldt het registratienummer van de klacht of het verzoek.

Van zodra het dossier is toegewezen aan een auditeur, deelt de griffie onverwijld, per gewone brief, per fax of per e-mail, aan de natuurlijke of rechtspersonen of hun vertegenwoordigers die de klacht of het verzoek hebben ingediend, de coördinaten mee van de auditeur.

Art. 5.§ 1. De bepalingen van de artikelen 2, § 2 tot 4 zijn eveneens van toepassing op de verzoeken om voorlopige maatregelen bedoeld bij artikel 62 van de wet. § 2. De verzoeken om voorlopige maatregelen geven duidelijk aan in welke mate het dringend is om een toestand te vermijden die een ernstig, onmiddellijk en onherstelbaar nadeel kan veroorzaken voor de onderneming waarvan de belangen aangetast worden door deze praktijken of die schadelijk kan zijn voor het algemeen economisch belang. De bewijzen die de voorzitter van de Raad toelaten om deze maatregelen te nemen worden in bijlage gevoegd.

Art. 6.Het koninklijk besluit van 22 januari 1998 betreffende het indienen van de klachten en verzoeken bedoeld bij artikel 23, § 1, c) en d), van de wet tot bescherming van de economische mededinging, gecoördineerd op 1 juli 1999, en gewijzigd bij het koninklijk besluit van 28 december 1999, wordt opgeheven.

Art. 7.Dit besluit heeft uitwerking met ingang van 1 oktober 2006.

Art. 8.Onze Minister van Economie is belast met de uitvoering van dit besluit.

Gegeven te Châteauneuf-de-Grasse, 31 oktober 2006.

ALBERT Van Koningswege : De Minister van Economie, M. VERWILGHEN

BIJLAGE Formulier PK/VMP (1) INDIENEN VAN EEN KLACHT OF VERZOEK in de zin van artikel 44, § 1, 2° en 3°, van de wet tot bescherming van de economische mededinging, gecoördineerd op 15 september 2006.

Dit formulier geeft aan welke inlichtingen moeten verstrekt worden naar aanleiding van het neerleggen van een klacht of een verzoek bij het Auditoraat, in de zin van de wet tot bescherming van de economische mededinging, gecoördineerd op 15 september 2006, en van het koninklijk besluit van ........ betreffende het indienen van de klachten en verzoeken waarbij dit formulier is gevoegd. De tekst van deze wet alsook van de uitvoeringsbesluiten kunt u vinden op de bladzijde "mededinging" van de internetsite van de FOD Economie, K.M.O., Middenstand en Energie : http//www.economie.fgov.be of op de site van de Raad voor de Mededinging. Op diezelfde sites zult u eveneens het adres vinden van de griffie van het Auditoraat.

I. Informatie over de klager of verzoeker en de onderneming(en) of ondernemingsvereniging waartegen de klacht of het verzoek is gericht 1. Gelieve volledige gegevens te verstrekken over de identiteit van de natuurlijke of rechtspersoon die de klacht of het verzoek indient. Indien de klager een onderneming is, gelieve de ondernemingengroep te vermelden waartoe zij behoort en een beknopt overzicht te geven van de aard en de reikwijdte van haar zakelijke activiteiten. Gelieve een contactpersoon op te geven (met telefoonnummer, post- en e-mailadres) bij wie aanvullende inlichtingen kunnen worden verkregen. 2. Gelieve de onderneming(en) of ondernemingsvereniging te vermelden wier optreden het voorwerp uitmaakt van de klacht of het verzoek, en in voorkomend geval alle beschikbare informatie te verstrekken over de ondernemingengroep waartoe deze ondernemingen behoren, en over de aard en de reikwijdte van de zakelijke activiteiten ervan.Gelieve de positie van de klager of de verzoeker te verduidelijken ten opzichte van de onderneming(en) of de ondernemingsvereniging waartegen de klacht of het verzoek is gericht (bv. klant, concurrent).

II. Gegevens over de vermeende inbreuk en bewijzen 3. Gelieve uitvoerig de feiten uiteen te zetten waaruit volgens U een inbreuk op artikel 2 of 3 van de gecoördineerde wet tot bescherming van de economische mededinging of in voorkomend geval op artikel 81 of 82 van het EG-verdrag blijkt.Vermeld met name de aard van de producten (goederen of diensten) die worden beïnvloed door de vermeende inbreuken en geef zo nodig uitleg over de zakelijke betrekkingen ten aanzien van deze producten. Gelieve alle beschikbare gegevens te verstrekken over de overeenkomsten of gedragingen van de ondernemingen of de ondernemingsverenigingen waarop de klacht of het verzoek betrekking hebben. Vermeld in de mate van het mogelijke de respectievelijke marktposities van voornoemde ondernemingen. 4. Gelieve alle documenten in te dienen waarover U beschikt die op de in de klacht of het verzoek uiteengezette feiten betrekking hebben of hiermee rechtstreeks verband houden (bv.teksten van overeenkomsten, notulen van onderhandelingen of vergaderingen, transactievoorwaarden, bedrijfsdocumenten, circulaires, briefwisseling, samenvattingen van telefoongesprekken, enz.). Vermeld naam en adres van de personen die de in de klacht of het verzoek uiteengezette feiten kunnen staven, en met name de personen die schade ondervinden van de vermeende inbreuk.

Gelieve statistische of andere gevens waarover U beschikt mee te delen die verband houden met de uiteengezette feiten, in het bijzonder deze die betrekking hebben op marktontwikkelingen (bv. inlichtingen omtrent prijzen en prijsontwikkelingen, toegangsbelemmeringen tot de markt voor nieuwe leveranciers, enz.). 5. Gelieve Uw standpunt uiteen te zetten over de geografische reikwijdte van de vermeende inbreuk en uit te leggen, indien dit niet duidelijk is, in welke mate de handel in België of tussen de lidstaten van de Europese Gemeenschap ongunstig kan worden beïnvloed door het aangeklaagde gedrag. III. Beoogde resultaat van de tussenkomst van de Belgische mededingingsautoriteit en rechtmatig belang 6. Leg uit welk resultaat U beoogt, in termen van vaststelling of maatregel, van de procedure die door de Belgische mededingingsautoriteit wordt opgestart.7. Verklaar de motieven op grond waarvan U aanspraak maakt op een rechtmatig belang als klager overeenkomstig artikel 44, § 1, 2°, van de wet.Verklaar met name op welke wijze U nadeel ondervindt door het aangeklaagde gedrag en leg uit hoe de tussenkomst van de Belgische mededingingsautoriteit volgens U de vermeende bezwaren kan ongedaan maken.

IV. Procedures voor de mededingingsautoriteiten of de nationale of communautaire rechter 8. Gelieve duidelijk te maken indien U stappen ondernomen hebt bij een andere mededingingsautoriteit en/of indien U een proces hebt aangespannen voor een nationale of communautaire rechter voor dezelfde of gelijkaardige redenen.Indien dit het geval is, gelieve dan volledige informatie te verstrekken omtrent de betrokken administratieve of gerechtelijke autoriteit en de betichtingen die U hen hebt voorgelegd, evenals de tussengekomen beslissing.

Verklaring dat de in dit formulier en de in bijlage vervatte inlichtingen volledig te goeder trouw zijn verstrekt.

Datum en handtekening Gezien om gevoegd te worden bij Ons besluit van 31 oktober 2006 betreffende het indienen van de klachten en verzoeken bedoeld in artikel 44, § 1, 2° en 3° van de wet tot bescherming van de economische mededinging, gecoördineerd op 15 september 2006.

ALBERT Van Koningswege : De Minister van Economie, M. VERWILGHEN _______ Nota (1) Gelieve het onnodige te schrappen : PK = klacht;VMP = voorlopige maatregelen.