gepubliceerd op 03 oktober 2001
Koninklijk besluit waarbij algemeen verbindend wordt verklaard de collectieve arbeidsovereenkomst van 23 juni 1993, gesloten in het Paritair Subcomité voor de cementfabrieken, betreffende de loon- en arbeidsvoorwaarden
31 MEI 2001. - Koninklijk besluit waarbij algemeen verbindend wordt verklaard de collectieve arbeidsovereenkomst van 23 juni 1993, gesloten in het Paritair Subcomité voor de cementfabrieken, betreffende de loon- en arbeidsvoorwaarden (1)
ALBERT II, Koning der Belgen, Aan allen die nu zijn en hierna wezen zullen, Onze Groet.
Gelet op de wet van 5 december 1968 betreffende de collectieve arbeidsovereenkomsten en de paritaire comités, inzonderheid op artikel 28;
Gelet op het verzoek van het Paritair Subcomité voor de cementfabrieken;
Op de voordracht van Onze Minister van Werkgelegenheid, Hebben Wij besloten en besluiten Wij :
Artikel 1.Algemeen verbindend wordt verklaard de als bijlage overgenomen collectieve arbeidsovereenkomst van 23 juni 1993, gesloten in het Paritair Subcomité voor de cementfabrieken, betreffende de loon- en arbeidsvoorwaarden.
Art. 2.Onze Minister van Werkgelegenheid is belast met de uitvoering van dit besluit.
Gegeven te Ponza, 31 mei 2001.
ALBERT Van Koningswege : De Minister van Werkgelegenheid, Mevr. L. ONKELINX _______ Nota (1) Verwijzing naar het Belgisch Staatsblad : Wet van 5 december 1968, Belgisch Staatsblad van 15 januari 1969. Bijlage Paritair Subcomité voor de cementfabrieken Collectieve arbeidsovereenkomst van 23 juni 1993 Loon- en arbeidsvoorwaarden (Overeenkomst geregistreerd op 16 november 1993 onder het nummer 34142/CO/106.01) HOOFDSTUK I. - Toepassingsgebied
Artikel 1.Deze collectieve arbeidsovereenkomst is van toepassing op de werklieden en werksters, hierna werklieden genoemd, en de werkgevers van de ondernemingen welke onder het Paritair Subcomité voor de cementfabrieken ressorteren.
Onder R.I.Z.I.V. wordt verstaan : het Rijksinstituut voor Ziekte- en Invaliditeitsverzekering. HOOFDSTUK II. - Koopkracht
Art. 2.De individuele basis- en categorielonen worden vanaf 1 januari 1993 verhoogd met 10 BEF bruto per uur.
Art. 3.De categorielonen worden op 1 januari 1993 als volgt samengesteld in een arbeidstijdregeling van 36 uur per week : 1. Lonen van de werklieden vanaf 21 jaar 2de categorie : 386,10 3de categorie : 391,90 4de categorie : 398,40 5de categorie : 408,50 6de categorie : 418,45 7de categorie : 436,85 Categorie A : 399,85 Categorie B : 418,45 Categorie C : 430,00 Categorie D : 441,65 Categorie E : 460,10 Categorie F : 470,95 Categorie G : 481,80 Categorie H : 492,70 2.Lonen der jongeren De lonen der jongeren zullen volgens het volgend barema berekend worden : Minder dan 16 jaar : 60 pct. 16 jaar : 65 pct. 17 jaar : 75 pct. 18 jaar : 90 pct. 19 jaar : 100 pct.
Het percent wordt berekend op basis van het loon dat van toepassing is voor de categorie bij dewelke de jongere tewerkgesteld is.
Art. 4.Koppeling van de lonen aan het indexcijfer van de prijzen.
De in artikel 3 vermelde looncategorieën zullen schommelen overeenkomstig het viermaandelijkse indexcijfer van de consumptieprijzen. Ze staan tegenover het viermaandelijkse indexcijfer 113,53 (basis 1988 = 100), die de basisindex is.
De lonen zullen van maand tot maand schommelen in functie van de viermaandelijkse indexschommelingen en zullen volgens de hieronder vermelde formule worden berekend : Basisloon x indexgemiddelde van de vier verlopen maanden Basisindex De aldus bekomen lonen zullen per vijf centiemen naar boven worden afgerond.
De loonwijzigingen gaan in op de eerste dag van de eerste betalingsperiode van de maand die volgt op de maand waarop het viermaandelijkse indexcijfer betrekking heeft. HOOFDSTUK III. - Ploegenpremies
Art. 5.Vanaf 1 januari 1993 worden de ploegenpremies uitgedrukt als percentage van een referentieloon. Dit referentieloon is het rekenkundig gemiddelde van de categoriële lonen van 2 tot 7 en van A tot H. De percentages voor de ploegenpremies worden vastgesteld op : 2 pct. voor de morgenploeg; 5 pct. voor de namiddagploeg; 15 pct. voor de nachtploeg.
Het percentage van 15 pct. wordt eveneens toegepast op de uren die 's nachts door werklieden die niet in het ploegenstelsel werken worden gepresteerd.
Art. 6.De aanpassing aan het indexcijfer van de consumptieprijzen geschiedt twee keer per jaar, namelijk op 1 januari en 1 juli van elk jaar. HOOFDSTUK IV. - Eindejaarspremie Vanaf het jaar 1993 wordt de eindejaarspremie als volgt berekend : (gemiddelde van de basislonen van december van het burgerlijk jaar voor de categorieën 4 tot 7 en B tot G x 1,10 x 157,5 uur) + 2 500 BEF. Voor de jongeren die volgens het degressief barema worden betaald stemt de eindejaarspremie overeen met 90 pct. van dit bedrag.
Deze premie zal toegekend worden volgens het prorata van de werktijd verricht tijdens het kalenderjaar, ten laatste met het saldo van het loon van december.
De premie wordt betaald aan de werklieden die op 31 december van het betrokken jaar in het personeelsregister ingeschreven zijn. Hebben recht op de eindejaarspremie naar rato van hun aanwezigheid in de onderneming in de loop van het jaar, de arbeiders die : - werden afgedankt wegens economische redenen (personeelsvermindering ingevolge mechanisatie of tekort aan bestellingen); - vrijwillig de onderneming verlieten; - van het brugpensioen genieten; - op pensioen gesteld worden.
De betrokkenen moeten zich op de fabrieken zelf aanbieden om het verschuldigde bedrag te ontvangen.
Voorwaarden die te vervullen zijn om de premie te genieten. a) Voor de ongerechtvaardigde afwezigheid, te beoordelen volgens de regels die betreffende de betaalde feestdagen worden vastgesteld, alsook voor de arbeiders aangeworven of uit dienst getreden in de loop van het jaar, zal een evenredige vermindering worden toegepast.b) Voor de toepassing van onderhavige beschikkingen worden de miliciens (oproeping en wederoproeping), de zieken (de slachtoffers van een beroepsziekte inbegrepen), gedeeltelijk werklozen en de slachtoffers van een arbeidsongeval, die niet vrijwillig een einde gesteld hebben aan hun arbeidsovereenkomst, beschouwd als ingeschreven zijnde in het personeelsregister, en zulks voor de volgende duur : - miliciens : werkelijke duur van het verblijf onder de wapens; - zieken : zie littera c) hieronder; - slachtoffers van arbeidsongeval : gedurende de tijd van hun werkonbekwaamheid.
Het verblijf onder de wagens, de ziekte, het arbeidsongeval, de gedeeltelijke werkloosheid en het jaarlijks verlof worden als gegronde redenen van afwezigheid beschouwd. De belanghebbenden hebben recht niet alleen op de betaling der aanvullende premie, maar tevens, voor deze dagen, op het gedeelte der premie dat hij het loon is gevoegd ten bedrage van 167 BEF per maand, betaald zoals vóór de overeenkomst van 2 mei 195 5. c) 1° Om van de premie te genieten, wordt vereist dat de zieke : - een "inlichtingsblad" bestemd voor de berekeningen van de vergoedingen, opgesteld door het R.I.Z.I.V. heeft doen invullen; - een "controleblad" voor de vergoeding van werkonbekwaamheid heeft doen invullen; - aan zijn werkgever een attest heeft doen toekomen van de secretaris van de Mutualiteit aanduidende dat hij door het R.I.Z.I.V. vergoed werd, volgens hieronder staand model : Voor de raadpleging van de tabel, zie beeld Deze formaliteiten zijn slechts vereist indien de ziekte langer dan drie dagen duurt, zoniet volstaat het medisch getuigschrift. 2° Voor de ziekten die langer dan een maand duren, zal de premie slechts betaald worden op rechtstreeks verzoek van de personeelsafvaardiging van de fabriek of indien zij niet bestaat, van de syndicale organisatie, rekening gehouden met hetgeen verder onder 3° wordt gezegd.3° Voor de ziekten die langer dan een maand duren, zal de premie betaald worden in functie van de anciënniteit in de cementnijverheid, volgens onderstaande tabel : van 3 tot 6 maanden anciënniteit : 1 maand premie maximum; van 6 maanden tot 1 jaar anciënniteit : 2 maanden premie maximum; van 1 tot 2 jaar anciënniteit : 6 maanden premie maximum; van 2 tot 4 jaar anciënniteit : 1 jaar premie maximum; van 4 tot 6 jaar anciënniteit : 2 jaar premie maximum. 4° Voor de zieken die een anciënniteit hebben groter dan 6 jaar op het ogenblik van het begin van hun ziekte en waarvan de ziekte 2 jaar overschrijdt, zal de premie hun betaald worden langer dan de 2 jaar volledige premie voorzien hierboven onder 3° ten bedrage van 50 pct. zolang zij ingeschreven blijven in het personeelsregister. HOOFDSTUK V. - Maaltijdcheques Op 1 januari 1993 wordt de nominale waarde per maaltijdcheque verhoogd van 190 BEF tot 225 BEF per gepresteerde werkdag. De bijdrage van de werknemers wordt opgetrokken tot 45 BEF. HOOFDSTUK VI. - Geldigheid Deze collectieve arbeidsovereenkomst treedt in werking op 1 januari 1993 en eindigt op 31 december 199 4.
Artikel 4 is echter van onbepaalde duur. Het kan worden opgezegd mits een opzegging van 3 maanden te berekenen bij een ter post aangetekende brief, gericht aan de voorzitter van het Paritair Subcomité voor de cementbedrijven.
Gezien om te worden gevoegd bij het koninklijk besluit van 31 mei 2001.
De Minister van Werkgelegenheid, Mevr. L. ONKELINX