gepubliceerd op 06 mei 1998
Koninklijk besluit betreffende de Hoge Raad voor de Statistiek
31 MAART 1998. - Koninklijk besluit betreffende de Hoge Raad voor de Statistiek
ALBERT II, Koning der Belgen, Aan allen die nu zijn en hierna wezen zullen, Onze Groet.
Gelet op artikel 67 van de Grondwet;
Overwegende dat het van belang is de samenstelling van de Hoge Raad voor de Statistiek te regelen en diverse beschikkingen in verband met deze Raad bij te werken en aan te passen, inzonderheid wegens de hervorming der instellingen;
Gelet op de wetten op de Raad van State, gecoördineerd op 12 januari 1973, inzonderheid op artikel 3, § 1, vervangen door de wet van 4 juli 1989 en gewijzigd bij de wet van 4 augustus 1996;
Gelet op het feit dat er dringend een Hoge Raad voor de Statistiek nodig is om de toepassing van de nationale en Europese reglemen-teringen inzake de statistiek te verzekeren, de huidige Raad de duur van zijn mandaat heeft overschreden en niet meer in aantal is om de continuïteit van de openbare dienst te verzekeren;
Op de voordracht van Onze Minister van Economie, Hebben Wij besloten en besluiten Wij :
Artikel 1.In het ministerie tot wiens bevoegdheid het Nationaal Instituut voor de Statistiek behoort, wordt een Hoge Raad voor de Statistiek opgericht waarvan de leden, behoudens deze bedoeld in artikel 3, 6°, door Ons worden benoemd.
Art. 2.De Hoge Raad voor de Statistiek brengt adviezen uit over alle voorstellen omtrent het statistisch beleid en de statistische werkzaam-heden, de uitwerking van macro-economische rekeningen inbegrepen, voorgelegd door het Nationaal Instituut voor de Statistiek, het Instituut van de Nationale Rekeningen en door de Gemeenschaps- en Gewestregeringen.
Hij doet voorstellen met het oog op de uitwerking van alle statistieken die een algemeen belang vertonen en doet tevens suggesties die van aard zijn eenheid te scheppen in, of verbetering te brengen aan de statistische werken van de federale ministeriële Departementen, waarbij hij het advies van het coördinatiecomité volgt.
De federale ministeriële Departementen mogen geen nieuwe statistieken ondernemen, geen bestaande statistieken schorsen of wijzigen zonder voorafgaandelijk de Hoge Raad voor de Statistiek gehoord te hebben.
Art. 3.De Hoge Raad voor de Statistiek is samengesteld uit : 1° Twaalf leden uit de academische gemeenschap : universiteitsprofessoren, benoemd om hun bevoegdheid op het gebied van de theoretische en de toegepaste statistiek of de informatica;2° Twaalf leden uit de socio-economische wereld : a) negen leden voorgedragen door de landbouw-, nijverheids-, handels- en financiële organisaties die het meest representatief zijn voor deze sectoren;b) drie leden voorgedragen door de meest representatieve werknemersorganisaties;3° Zes leden voorgedragen door de federale administraties, de parastatalen en de instellingen die ervan afhangen;4° Twee leden voorgedragen door de Vereniging van Steden en Gemeenten van België;5° De directeur-generaal van het Nationaal Instituut voor de Statistiek, lid van rechtswege, en een hoge ambtenaar van dit Instituut ingeschreven op een taalrol die verschilt van deze van het lid van rechtswege;6° De Regering van de Vlaamse Gemeenschap kan rechtstreeks drie personen als lid van de Hoge Raad voor de Statistiek aanwijzen, de Regering van de Franse Gemeenschap één persoon, de Regering van het Waalse Gewest twee personen, de Regering van het Brussels Hoofdstedelijk Gewest twee personen en de Regering van de Duitstalige Gemeenschap één persoon.
Art. 4.§ 1. Bij de aanvang van hun mandaat mogen de leden van de Raad niet ouder zijn dan 65 jaar.
Uitzonderlijk zal de Koning van het vorige lid kunnen afwijken voor personen die op het gebied van de statistiek bijzonder onderlegd zijn. § 2. De Hoge Raad voor de Statistiek moet, de leden aangewezen door de Gemeenschaps- en Gewestregeringen daargelaten, evenveel Nederlandstalige leden als Franstalige leden tellen. § 3. De voordrachten van de leden bedoeld in artikel 3, 2°, 3° en 4° dienen op een dubbele lijst van kandidaten te worden gedaan, omvattende evenveel Nederlandstaligen als Franstaligen. § 4. Elke voordragende instantie dient de kandidatuur van minstens één man en één vrouw voor te dragen.
Art. 5.De voorzitter en de ondervoorzitter van de Hoge Raad voor de Statistiek waarvan de ene Nederlandstalig is en de andere Franstalig, worden door Ons benoemd onder de leden bedoeld in artikel 3, 1°.
De secretaris en de adjunct-secretaris worden door Ons onder het personeel van het Nationaal Instituut voor de Statistiek benoemd; zij dienen tot een verschillende taalrol te behoren en oefenen hun functies bij de verschillende organen van de Hoge Raad voor de Statistiek uit.
Art. 6.De duur van de mandaten van de voorzitter en de ondervoorzitter en de leden van de Hoge Raad voor de Statistiek is vastgesteld op vier jaar.
Wanneer de voorzitter, de ondervoorzitter of een lid van de Raad ontslag neemt of om enige andere reden ophoudt deel uit te maken van de Raad, voltooit degene die tot opvolger wordt benoemd het mandaat van zijn voorganger.
Het mandaat van lid van de Raad kan meermaals hernieuwd worden; dit van voorzitter en ondervoorzitter kan slechts eenmaal hernieuwd worden.
In geval van afwezigheid of van belet van de voorzitter, worden zijn bevoegdheden uitgeoefend door de ondervoorzitter en bij ontstentenis van deze door het lid aangeduid door de Raad voor de duur van de afwezigheid of het belet.
Art. 7.Voor de uitoefening van zijn bevoegdheden onderhandelt de Hoge Raad voor de Statistiek met de Minister van Economie en hij heeft slechts betrekking met de andere federale ministeriële departementen en overheden door tussenkomst van deze Minister. De Raad kan evenwel rechtstreekse betrekkingen met de Gemeenschaps- en Gewestregeringen onderhouden. In dit geval wordt een afschrift van de voorstellen en verslagen ter inlichting aan de Minister van Economie gestuurd.
Art. 8.Het Nationaal Instituut voor de Statistiek bereidt het werk van de Hoge Raad voor de Statistiek voor door verslag uit te brengen over de ingediende voorstellen.
Art. 9.De organen van de Hoge Raad voor de Statistiek zijn de Raad en het Bureau.
Art. 10.De Raad vergadert op schriftelijke uitnodiging ondertekend door de secretaris, wanneer de voorzitter of vijf leden zulks nuttig achten.
Van iedere vergadering van de Raad worden notulen gemaakt die tijdens een volgende vergadering worden goedgekeurd en door de voorzitter en de secretaris worden ondertekend. De naam van de aanwezige leden wordt in de notulen vermeld. Een afschrift ervan wordt aan de Minister van Economie en aan de voorzitters van de Gemeenschaps- en Gewestregeringen gestuurd.
Ieder lid heeft het recht voorstellen in te dienen; ze worden aan de voorzitter overgemaakt en in de volgende vergadering besproken.
De Raad kan slechts beraadslagen wanneer tenminste tien leden aanwezig zijn. Ingeval dit quorum niet is bereikt wordt het te bespreken punt naar de volgende vergadering verwezen. De Raad beraadslaagt dan geldig over dit punt ongeacht het aantal aanwezige leden.
Art. 11.De voorzitter stelt de dagorde der vergaderingen vast, opent en sluit de vergaderingen, geeft mededeling van de briefwisseling, verleent het woord, stelt de vragen, spreekt de beslissingen uit en stelt na raadpleging van de Raad, de dag van de volgende vergadering vast.
Art. 12.Het Bureau van de Hoge Raad voor de Statistiek bestaat uit de voorzitter, de ondervoorzitter en de directeur-generaal van het Nationaal Instituut voor de Statistiek. De Gemeenschaps- en Gewestregeringen kunnen rechtstreeks een lid aanwijzen om deel uit te maken van het Bureau. Deze leden van het Bureau moeten gekozen worden uit de leden bedoeld in artikel 3, 6°.
Met het oog op het verzekeren van de taalpariteit in de schoot van het Bureau kunnen door Ons, zo nodig, een of twee leden van de Raad tot lid van het Bureau worden benoemd.
Het Bureau komt bijeen telkens een van zijn leden zulks nuttig oordeelt. Het heeft tot taak de werkzaamheden van de Hoge Raad voor de Statistiek te leiden en te organiseren. Van elke vergadering van het Bureau worden bondige notulen opgemaakt; hierin wordt de naam der aanwezige leden vermeld.
Art. 13.Ter voorbereiding van zijn werkzaamheden kan de Raad in zijn schoot werkgroepen oprichten voor het onderzoek van bijzondere onderwerpen.
De Raad duidt de voorzitter van de werkgroepen aan.
Zij vergaderen op schriftelijke uitnodiging ondertekend door de secretaris; van elke vergadering wordt een bondig verslag opgemaakt waarin ondermeer, de naam der aanwezige leden wordt vermeld.
Art. 14.Personen die bekwaam zijn om een nuttig advies over bepaalde kwesties te geven, kunnen worden uitgenodigd om vergaderingen van de Raad of werkgroepen bij te wonen.
Voor belangrijke kwesties kan onder de leden een verslaggever aangeduid worden.
Art. 15.De beslissingen worden immer bij meerderheid der aanwezige leden genomen. In geval van gelijkheid van stemmen is de stem van de voorzitter beslissend.
Art. 16.Voor elke vergadering wordt een aanwezigheidslijst opgesteld waarop de aanwezige leden en de uitgenodigde personen hun handtekening aanbrengen.
Art. 17.Het koninklijk besluit van 13 september 1983 met betrekking tot de Hoge Raad voor de Statistiek wordt opgeheven.
Art. 18.Dit besluit heeft uitwerking met ingang van 1 januari 1998.
Art. 19.Onze Minister van Economie is belast met de uitvoering van dit besluit.
Gegeven te Brussel, 31 maart 1998.
ALBERT Van Koningswege : De Minister van Economie, E. DI RUPO