gepubliceerd op 12 augustus 2020
Koninklijk besluit houdende toekenning van een toelage aan de vzw Fédito Wallonne ter ondersteuning van een pilootproject "drughulpverleningsprogramma voor personen in detentie"
31 JULI 2020. - Koninklijk besluit houdende toekenning van een toelage aan de vzw Fédito Wallonne ter ondersteuning van een pilootproject "drughulpverleningsprogramma voor personen in detentie"
FILIP, Koning der Belgen, Aan allen die nu zijn en hierna wezen zullen, Onze Groet.
Gelet op de financiewet voor het begrotingsjaar 2020 van 20 december 2019, inzonderheid de departementale begroting van de FOD Volksgezondheid, Veiligheid van de Voedselketen en Leefmilieu;
Gelet op het advies van de inspecteur van Financiën, gegeven op xx xx 2020.
Overwegende het koninklijk besluit van 31 mei 1933 betreffende de verklaringen af te leggen in verband met subsidies, vergoedingen en toelagen, artikel 1;
Overwegende de wet van 22 mei 2003Relevante gevonden documenten type wet prom. 22/05/2003 pub. 03/07/2003 numac 2003003367 bron federale overheidsdienst budget en beheerscontrole en federale overheidsdienst financien Wet houdende organisatie van de begroting en van de comptabiliteit van de federale Staat sluiten houdende de organisatie van de begroting en van de comptabiliteit van de federale Staat, artikelen 121 tot 124;
Overwegende de projectvoorstellen voor de periode van 1ste augustus 2020 tot en met 31 juli 2021 ingediend op 23 maart 2020 door de vzw Fédito Wallonne bij de Minister van Volksgezondheid, dat de doelstellingen, de acties, de doelgroepen en de budgettering van het project "drughulpverleningsprogramma voor personen in detentie" herneemt;
Op de voordracht van de Minister van Volksgezondheid en op het advies van de in Raad vergaderde Ministers, Hebben Wij besloten en besluiten Wij :
Artikel 1.§ 1. Een toelage van 255.000 euro ten laste van basisallocatie BA 25 51 42 33 00 01 van de begroting van de FOD Volksgezondheid, Veiligheid van de Voedselketen en Leefmilieu, hierna FOD VVVL genoemd, begrotingsjaar 2020, wordt toegekend aan de vzw Fédito Wallonne, (Rue Fusch, 3 4000 Liège), ondernemingsnummer 433197842, rekeningnummer : IBAN : BE26 2400 0395 0429 en BIC : GEBABEBB, voor haar opdracht beschreven in artikel 4. § 2. Dit bedrag heeft betrekking op de periode van 1 augustus 2020 tot en met 31 juli 2021 voor de gevangenis van Lantin.
Art. 2.§ 1. De betaling van het in artikel 1, § 1, bedoelde bedrag zal gebeuren in twee schijven : 1° maximum tachtig procent van het in artikel 1 bedoelde bedrag.Voor deze betaling moet de begunstigde een ondertekende en gedateerde schuldvordering indienen bij de FOD VVVL, Stafdienst Budget en Beheerscontrole via het emailadres invoice@health.fgov.be en dit ten vroegste na publicatie van dit besluit in het Belgisch Staatsblad; 2° maximum twintig procent van het in artikel 1 bedoelde bedrag.Voor deze betaling moet de begunstigde een ondertekende en gedateerde schuldvordering, en het gevraagde bedrag bij de FOD VVVL, Stafdienst Budget en Beheerscontrole via het emailadres invoice@health.fgov.be en een activiteitenrapport zoals bedoeld in artikel 5 indienen bij het Directoraat-generaal Gezondheidszorg, FOD VVVL, Victor Hortaplein 40/10, 1060 Brussel, en dit ten vroegste op 31 juli 2021 en ten laatste op 15 augustus 2021;
De totaliteit aan stukken voor de verantwoording van reeds ontvangen bedragen, zoals bedoeld in 1°, en het gevraagde bedrag, zoals bedoeld in dit 2° en een activiteitenrapport zoals bedoeld in artikel 5 moeten ten vroegste op 31 juli 2021 en ten laatste op 15 augustus 2021 ingediend worden bij het Directoraat-generaal Gezondheidszorg, FOD VVVL Victor Hortaplein 40/10, 1060 Brussel en bij de FOD VVVL, Stafdienst Budget en Beheerscontrole via het emailadres invoice@health.fgov.be. § 2. De bevoegde titularis kan bijkomende stukken opvragen voor de verantwoording van de bedragen. § 3. De betaling van de verschuldigde bedragen, of delen hiervan, gebeurt uitsluitend op voorwaarde dat aan de vereisten voorzien in artikel 2, 3, 4 et 5 van dit besluit voldaan wordt. Indien niet voldaan kan worden aan de vereisten van dit besluit, dan moet de vraag om afwijking rechtstreeks en onmiddellijk aan de FOD VVVL, DG Gezondheidszorg gericht worden, die deze aanvraag vervolgens zal onderzoeken en kan goedkeuren. § 4. Overeenkomstig artikel 123 van de wet van 22 mei 2003Relevante gevonden documenten type wet prom. 22/05/2003 pub. 03/07/2003 numac 2003003367 bron federale overheidsdienst budget en beheerscontrole en federale overheidsdienst financien Wet houdende organisatie van de begroting en van de comptabiliteit van de federale Staat sluiten betreffende de algemene organisatie van de begroting en van de comptabiliteit van de federale staat, zal, in het kader van het project "drughulpverleningsprogramma voor personen in detentie", het niet benutte gedeelte door de begunstigde worden terugbetaald aan de FOD VVVL, op het bankrekeningnummer IBAN rekening BE42 6792 0059 1754 geopend bij de Bank van de Post (BIC/SWIFT: PCHQBEBB) op naam van `Diverse Ontvangsten'.
Art. 3.§ 1. De stuurgroep is samengesteld uit leden van het DG Gezondheidszorg van de FOD VVVL, leden van het DG EPI van de FOD Justitie en de projectverantwoordelijken van het project "drughulpverleningsprogramma voor personen in detentie". Deskundigen ter zake kunnen ook uitgenodigd worden om deel te nemen aan deze stuurgroep. § 2. De lokale projectcoördinator heeft onder andere tot opdracht actief deel te nemen aan de vergaderingen, die worden georganiseerd door de stuurgroep.
De taak van de stuurgroep bestaat erin om: 1° de relaties en de overdracht van de gegevens tussen de verschillende diensten van de FOD VVVL, de FOD Justitie, de lokale projectcoördinatoren van de betrokken gevangenissen en de deskundigen te faciliteren;2° over de stand van de werkzaamheden te waken. Met dat doel worden er regelmatig vergaderingen van de stuurgroep georganiseerd.
Art. 4.§ 1. Het doel van dit project bestaat erin een drughulpverleningsprogramma voor personen in detentie te ontwikkelen.
Beoogd wordt dit model in een pilootfase uit te werken en uit te testen in drie (piloot)gevangenissen, met name in de gevangenis van Hasselt, de gevangenis van Lantin en het Brussels penitentiair complex.
Beoogd wordt, via de toegekende projectmiddelen, bijkomende inhoudelijke (expertise, vorming) en organisatorische (personeelsmatig) ondersteuning te bieden aan de (piloot)gevangenissen, om een kwaliteitsvolle zorg voor personen in detentie met een middelengerelateerde problematiek te kunnen realiseren. Dit impliceert dat een zorgtraject op maat van de gedetineerde uitgewerkt moet worden, gelijkwaardig aan de zorg in de vrije samenleving, dit rekening houdend met de specifieke omstandigheden op het vlak van detentie en de actuele zorgcontext.
Gezien de complexiteit van de problematiek en de specificiteit van de penitentiaire context waarbinnen gewerkt zal worden, zal het project in verscheidene fasen gerealiseerd worden.
In deze vierde fase van het project wordt verder ingezet op volgende missies en opdrachten: 1° Een snellere en betere identificatie van gedetineerden met een psychoactieve middelen gerelateerde problematiek door het gebruik van een uniform screeningsinstrument in alle gevangenissen die deelnemen aan het pilootproject.Dit instrument moet de zorgverleners van de gevangenis ondersteunen om een vlottere en meer adequate doorverwijzing en begeleiding te kunnen realiseren op basis van de ernst en complexiteit van de problematiek. Deze identificatie beantwoordt op die manier aan het opzet van de gevangenis om een betere opvang en doorverwijzing uit te bouwen van de binnenkomende gedetineerden. 2° Verder implementeren van een globale aanpak voor de opvang en behandeling van de in het projectvoorstel omschreven doelgroep, met aandacht voor zorg op maat van elke gedetineerde en zorgcontinuïteit; dit omvat zowel aanklampend en motivationeel werk, als het organiseren van een individueel aanbod en/of een groepsaanbod (wat hervalpreventie en peersupport omvat). Het doel is zich te richten op een eerstelijnsfunctie door te zorgen voor een aanwezigheid in de secties, en relaties uit te bouwen of te versterken met de relevante interne en externe actoren van de gevangenis. 3° Het ondersteunen van gedetineerden, en het bevorderen van de betrokkenheid van personeel in de gevangenis rond psychoactieve middelen gebruik door middel van, waar mogelijk, informatie, opleidingen of sensibilisatie.4° Het vormen en ondersteunen van de projectmedewerkers en het personeel van de medische dienst en andere betrokken actoren inzake (a) de begeleiding van/zorg voor gedetineerden met een psychoactieve middelen gerelateerde problematiek en (b) de specificiteit van druggebruik in de gevangenis.5° Stimuleren van een vlotte samenwerking en een betere uitwisseling van informatie en kennis tussen de betrokken (interne en externe) hulpverleners van de gedetineerde met het oog op een betere continuïteit van zorg, en dit zowel tijdens als na de detentieperiode.6° Meewerken aan wetenschappelijk onderzoek om reeds bestaande evidence te toetsen aan nieuwe praktijkervaringen. Dit veronderstelt een geïntegreerde aanpak van de problematiek, met een adequate samenwerking en afstemming tussen alle betrokken partners. Om dit te kunnen realiseren, wordt een lokale projectcoördinator aangesteld, met name de vzw Fédito Wallonne, die zal instaan voor de coördinatie van dit project in de gevangenis van Lantin.
De Directeur-generaal van het DG Gezondheidzorg is gemandateerd om deze missies en opdrachten te wijzigen, de algemene doestelling van het project respecterend, en enkel op basis van de wetenschappelijke evaluatie van het project en op advies van het begeleidingscomité van het project. § 2. In functie van de missies et activiteiten zoals bepaald in § 1, staat de vzw Fédito Wallonne in voor: 1° de lokale projectcoördinatie, door onder meer het aanstellen van een lokale projectcoördinator voor de opvolging van dit project en het budgettair beheer van dit project;2° de vorming van de personeelsleden die tewerkgesteld worden in het kader van dit project;3° sensibiliseren en vormen van het medisch personeel inzake screening en aanpak van middelengebruik;4° sensibiliseren van de penitentiaire beambten inzake middelengebruik en inzake het pilootproject, rekening houdend met de specificiteit van de organisatie en penitentiaire context waarin het pilootproject georganiseerd wordt;5° ondersteunen van de projectmedewerkers in de gevangenis, door onder meer: a) advies te verlenen b) methodieken en informatie ter beschikking te stellen c) informatie en ervaringen uit te wisselen met de projectmedewerkers in de twee overige (piloot)gevangenissen;6° creëren en beheren van een netwerk met de betrokken diensten, hulpverleners en organisaties, zowel interne als externe partners, betrokken in het zorgtraject van gedetineerden met een middelen gerelateerde problematiek, inventariseren van de nodige en beschikbare middelen in en rond de gevangenis, organiseren van overleg en intervisies met interne en externe partners; 7° instaan voor de interne communicatie m.b.t. het project, in overleg met de bevoegde overheden en de Lokale Stuurgroep Drugs; 8° rapporteren aan de FOD VVVL en aan de Dienst Medische Zorgverlening bij EPI, FOD Justitie;9° registreren van bepaalde gegevens en opvolgen van de indicatoren, conform de afspraken met de bevoegde overheden en de betrokken onderzoekers;10° deelnemen aan de stuurgroep, dat georganiseerd wordt met het oog op de coördinatie tussen de drie (piloot)gevangenissen bepaald in artikel 4 van dit besluit.
Art. 5.Het activiteitenrapport omvat minstens de volgende punten : 1° een beschrijving van de visie en de doelstellingen van het project, en een beschrijving en argumentering van eventuele wijzingen hiervan in de loop van het project;2° de geaggregeerde statistieken in verband met de doelgroep die werd bepaald door het onderzoeksteam;3° de realisaties van het project; 4° een overzicht van bijgewoonde congressen, vormingen, ...; 5° een beschrijving van de manier waarop het project zich intern (in de instellingen) en eventueel extern (onder andere naar andere instellingen) bekend maakt;6° een gedetailleerde beschrijving van het personeel, met minstens volgende punten: a) opleiding ;b) soort overeenkomst ;c) anciënniteit ;d) relevante kwalificaties;7° een financiële balans: personeels- en andere kosten gedaan in het kader van dit project;8° beleidsaanbevelingen;9° een samenvatting van bovenstaande punten.
Art. 6.De minister bevoegd voor Volksgezondheid is belast met de uitvoering van dit besluit.
Brussel, 31 juli 2020.
FILIP Van Koningswege : De Minister van Volksgezondheid, M. DE BLOCK