gepubliceerd op 13 augustus 2020
Koninklijk besluit waarbij algemeen verbindend wordt verklaard de collectieve arbeidsovereenkomst van 25 november 2019, gesloten in het Paritair Subcomité voor het bedrijf der grint- en zandgroeven welke in openlucht geëxploiteerd worden in de provincies Antwerpen, West-Vlaanderen, Oost-Vlaanderen, Limburg en Vlaams-Brabant, betreffende het outplacement, met uitzondering van de witzandgroeven
31 JULI 2020. - Koninklijk besluit waarbij algemeen verbindend wordt verklaard de collectieve arbeidsovereenkomst van 25 november 2019, gesloten in het Paritair Subcomité voor het bedrijf der grint- en zandgroeven welke in openlucht geëxploiteerd worden in de provincies Antwerpen, West-Vlaanderen, Oost-Vlaanderen, Limburg en Vlaams-Brabant, betreffende het outplacement, met uitzondering van de witzandgroeven (1)
FILIP, Koning der Belgen, Aan allen die nu zijn en hierna wezen zullen, Onze Groet.
Gelet op de wet van 5 december 1968Relevante gevonden documenten type wet prom. 05/12/1968 pub. 22/05/2009 numac 2009000346 bron federale overheidsdienst binnenlandse zaken Wet betreffende de collectieve arbeidsovereenkomsten en de paritaire comités. - Officieuze coördinatie in het Duits sluiten betreffende de collectieve arbeidsovereenkomsten en de paritaire comités, inzonderheid op artikel 28;
Gelet op het verzoek van het Paritair Subcomité voor het bedrijf der grint- en zandgroeven welke in openlucht geëxploiteerd worden in de provincies Antwerpen, West-Vlaanderen, Oost-Vlaanderen, Limburg en Vlaams-Brabant;
Op de voordracht van de Minister van Werk, Hebben Wij besloten en besluiten Wij :
Artikel 1.Algemeen verbindend wordt verklaard de als bijlage overgenomen collectieve arbeidsovereenkomst van 25 november 2019, gesloten in het Paritair Subcomité voor het bedrijf der grint- en zandgroeven welke in openlucht geëxploiteerd worden in de provincies Antwerpen, West-Vlaanderen, Oost-Vlaanderen, Limburg en Vlaams-Brabant, betreffende het outplacement, met uitzondering van de witzandgroeven.
Art. 2.De minister bevoegd voor Werk is belast met de uitvoering van dit besluit.
Gegeven te Brussel, 31 juli 2020.
FILIP Van Koningswege : De Minister van Werk, N. MUYLLE _______ Nota (1) Verwijzing naar het Belgisch Staatsblad : Wet van 5 december 1968Relevante gevonden documenten type wet prom. 05/12/1968 pub. 22/05/2009 numac 2009000346 bron federale overheidsdienst binnenlandse zaken Wet betreffende de collectieve arbeidsovereenkomsten en de paritaire comités. - Officieuze coördinatie in het Duits sluiten, Belgisch Staatsblad van 15 januari 1969. Bijlage Paritair Subcomité voor het bedrijf der grint- en zandgroeven welke in openlucht geëxploiteerd worden in de provincies Antwerpen, West-Vlaanderen, Oost-Vlaanderen, Limburg en Vlaams-Brabant Collectieve arbeidsovereenkomst van 25 november 2019 Outplacement, met uitzondering van de witzandgroeven (Overeenkomst geregistreerd op 5 maart 2020 onder het nummer 157468/CO/102.06)
Artikel 1.Toepassingsgebied en doel Deze overeenkomst is van toepassing op de werkgevers en op de werknemers tewerkgesteld in de ondernemingen die ressorteren onder het Paritair Subcomité voor het bedrijf der grint- en zandgroeven welke in openlucht geëxploiteerd worden in de provincies Antwerpen, West-Vlaanderen, Oost-Vlaanderen, Limburg en Vlaams-Brabant, de witzandexploitaties uitgezonderd.
Met "werknemers" worden de arbeiders en arbeidsters bedoeld.
Deze overeenkomst wordt gesloten in uitvoering van de wet van 5 september 2001Relevante gevonden documenten type wet prom. 05/09/2001 pub. 15/09/2001 numac 2001012802 bron ministerie van tewerkstelling en arbeid en ministerie van sociale zaken, volksgezondheid en leefmilieu Wet tot de verbetering van de werkgelegenheidsgraad van de werknemers sluiten tot verbetering van de werkgelegenheidsgraad van de werknemers, hoofdstuk V, en van de collectieve arbeidsovereenkomst nr. 82, gesloten op 10 juli 2002 in de schoot van de Nationale Arbeidsraad, zoals gewijzigd door de collectieve arbeidsovereenkomst nr. 82bis, gesloten op 17 juli 2007 in de schoot van de Nationale Arbeidsraad.
Zij heeft tot doel aan bepaalde categorieën van arbeid(st)ers die werden ontslagen, het recht op outplacementbegeleiding te verlenen.
Art. 2.Voorwaarden voor outplacement Om recht te hebben op outplacementbegeleiding moet de arbeid(st)er voldoen aan een aantal voorwaarden : - De leeftijd van 45 jaar hebben bereikt op het ogenblik dat het ontslag wordt gegeven; - Ontslagen zijn geweest om een andere dan een dringende reden; - Tenminste 1 jaar ononderbroken in dienst zijn bij de werkgever die ontslaat.
Het recht wordt niet langer toegekend vanaf het moment waarop de werknemer zijn rustpensioen kan aanvragen.
Het recht op een outplacementbegeleiding kan worden uitgebreid tot de werknemers, ongeacht de leeftijd op het ogenblik van het ontslag, op voorwaarde dat dergelijke begeleiding het voorwerp uitmaakt van een akkoord op ondernemingsvlak in het raam van een herstructureringsplan of bij sluiting of faling van een onderneming.
Art. 3.Inhoud van de outplacementbegeleiding De "dienstverlener" biedt aan de ontslagen werknemer een ontslagbegeleiding aan in drie fasen.
De eerste fase (een termijn van 2 maanden ten belope van 20 uur begeleiding) houdt in : - kennismaking en psychologische begeleiding voor het verwerken van het ontslag en het opmaken van een balans voor de werknemer; - sollicitatietraining en het geven van hulp bij het zoeken naar een nieuwe dienstbetrekking; - opvolging en ondersteuning bij sollicitaties.
Het kennismakingsgesprek is vrijblijvend voor de werknemer. Het is echter een essentiële stap voor de werknemer in het verwerkingsproces van zijn/haar ontslag.
Indien de werknemer binnen de eerste fase geen betrekking heeft gevonden of geen zelfstandige activiteit heeft aangevat, wordt de begeleiding voortgezet gedurende een tweede fase (de daaropvolgende termijn van vier maanden) ten belope van in het totaal 20 uur.
Indien de werknemer op het einde van de tweede fase geen nieuwe betrekking heeft gevonden of geen zelfstandige activiteit heeft aangevat, wordt de begeleiding voortgezet gedurende een derde fase (de daaropvolgende termijn van zes maanden), opnieuw ten belope van in het totaal 20 uur.
Art. 4.Engagementen van de werknemer die een beroep doet op outplacement Om recht te hebben op de eerste fase verbindt de ontslagen werknemer zich ertoe zich bij de VDAB/FOREM/BGDA in te schrijven als werkzoekende en hiervan het bewijs te leveren. Om in fase 2 en 3 recht te hebben op verdere opvolging en begeleiding, verbindt de ontslagen werknemer zich ertoe te goeder trouw mee te werken aan de begeleiding en de aangeboden opleidingen te volgen.
Zodra de werknemer zonder voldoende rechtvaardiging bij één van deze stadia afwezig is, vervalt zijn/haar recht op iedere verdere ontslagbegeleiding van de sector. De begeleiding wordt eveneens stopgezet zodra de werknemer een nieuwe betrekking in loondienst of als zelfstandige heeft gevonden.
Wanneer de werknemer een nieuwe betrekking heeft gevonden, doch die verliest binnen drie maanden na de indiensttreding, kan op zijn/haar verzoek de outplacementbegeleiding worden hervat in de fase waar ze was onderbroken.
Art. 5.Engagement van de werkgever De werkgever dient de ontslagen werknemer te informeren over het bestaan van deze collectieve arbeidsovereenkomst. Hij zal zelf instaan voor de selectie van een dienstverlener. De kosten worden gesolidariseerd binnen de sector, zoals bepaald in artikel 7.
Art. 6.Herstructurering Voor werknemers betrokken bij een herstructurering of een sluiting van de onderneming, kunnen de aanvraag en de uitvoering van het outplacementproject worden gecentraliseerd in uitvoering van het herstructureringsplan.
In zulk geval zal het "Sociaal Fonds voor de grind- en zandgroeven", op voorstel van de partijen betrokken bij dit herstructureringsplan, afwijken van de voorwaarden inzake leeftijd, anciënniteit, duurtijd en stadia.
Voor de herplaatsing van de werknemers die werden ontslagen ten gevolge van een faillissement, zal het "Sociaal Fonds voor de grind- en zandgroeven" een beroep doen op de publieke middelen die daarvoor ter beschikking worden gesteld (bijvoorbeeld Herplaatsingsfonds Serv).
In een aantal gevallen zullen er tewerkstellingscellen worden gecreëerd waarvoor beroep wordt gedaan op de beschikbare middelen die de overheid ter beschikking stelt.
Art. 7.Kosten van de begeleiding De kosten die de dienstverlener worden aangerekend voor de outplacementbegeleiding zoals omschreven in deze overeenkomst, zijn ten laste van de individuele werkgever.
De individuele werkgever kan de kosten doorrekenen aan het sociaal fonds, met uitzondering van het outplacement ingezet in het kader van de inzetbaarheidsverhogende maatregelen van de wet betreffende het eenheidsstatuut.
Het maximum bedrag dat kan gefactureerd worden is evenwel beperkt tot 2 500 EUR per dossier.
Art. 8.Verbintenissen van de dienstverlener De sectorale collectieve arbeidsovereenkomst is slechts van toepassing voor zover de dienstverlener waarop de werkgever een beroep zal doen de verbintenissen naleeft die hem krachtens de collectieve arbeidsovereenkomst nr. 82, gewijzigd door de collectieve arbeidsovereenkomst nr. 82bis gesloten op 17 juli 2007 in de Nationale Arbeidsraad, worden opgelegd.
Art. 9.Duur van de overeenkomst Deze overeenkomst wordt gesloten voor een bepaalde duur die ingaat op 1 januari 2019 en ophoudt te bestaan op 31 december 2020.
Gezien om te worden gevoegd bij het koninklijk besluit van 31 juli 2020.
De Minister van Werk, N. MUYLLE