gepubliceerd op 10 september 2009
Koninklijk besluit tot vaststelling, voor sommige ondernemingen die onder het Aanvullend Paritair Comité voor de werklieden ressorteren, van de voorwaarden waaronder het gebrek aan werk wegens economische oorzaken de uitvoering van de arbeidsovereenkomst voor werklieden schorst (1)
31 JULI 2009. - Koninklijk besluit tot vaststelling, voor sommige ondernemingen die onder het Aanvullend Paritair Comité voor de werklieden (P.C. 100) ressorteren, van de voorwaarden waaronder het gebrek aan werk wegens economische oorzaken de uitvoering van de arbeidsovereenkomst voor werklieden schorst (1)
ALBERT II, Koning der Belgen, Aan allen die nu zijn en hierna wezen zullen, Onze Groet.
Gelet op de wet van 3 juli 1978 betreffende de arbeidsovereenkomsten, artikel 51, § 1, vervangen bij de wet van 30 december 2001;
Gelet op het advies van het Aanvullend Paritair Comité voor de werklieden, gegeven op 9 juni 2009;
Gelet op de wetten op de Raad van State, gecoördineerd op 12 januari 1973, artikel 3, § 1;
Gelet op de dringende noodzakelijkheid;
Overwegende dat de laatste maanden de economische toestand is achteruitgegaan en dat in een klimaat van recessie, de klanten van de ondernemingen met als activiteit het leveren van verpakkingsdiensten aan ondernemingen uit de staalindustrie, gelegen op het grondgebied van Gent en die onder het Aanvullend Paritair Comité voor de werklieden ressorteren zelf moeilijkheden ondervinden;
Overwegende dat door de aanhoudende malaise in de staalindustrie en de drastische afname van bestaande klanten, de belangrijkste klant van deze ondernemingen een heel sterke daling in de orderportefeuille ondervindt. Dat brengt vanaf 1 augustus 2009 een verlaging van de productie bij hun belangrijkste klant mee waardoor deze ondernemingen verplicht zijn hun activiteiten in te perken;
Overwegende dat het onmogelijk is om op korte termijn de evolutie van de crisis te voorspellen en dus de eventuele herneming van de activiteiten;
Overwegende dat de huidige economische toestand het spoedig invoeren van een regeling van schorsing van de uitvoering van de arbeidsovereenkomst voor werklieden rechtvaardigt voor de ondernemingen met als activiteit het leveren van verpakkingsdiensten aan ondernemingen uit de staalindustrie, gelegen op het grondgebied van Gent en die onder het Aanvullend Paritair Comité voor de werklieden ressorteren.
Op de voordracht van de Minister van Werk, Hebben Wij besloten en besluiten Wij :
Artikel 1.Dit besluit is van toepassing op de werkgevers en op de werklieden van de ondernemingen met als activiteit het leveren van verpakkingsdiensten aan ondernemingen uit de staalindustrie, gelegen op het grondgebied van Gent en die onder het Aanvullend Paritair Comité voor de werklieden ressorteren.
Art. 2.Bij gebrek aan werk wegens economische oorzaken, mag de uitvoering van de arbeidsovereenkomst voor werklieden volledig worden geschorst, of mag er een regeling van gedeeltelijke arbeid worden ingevoerd mits ervan kennis wordt gegeven door aanplakking op een goed zichtbare plaats in de lokalen van de onderneming, ten minste zeven dagen vooraf, de dag van de aanplakking niet inbegrepen.
Wanneer de werkman de dag van de aanplakking afwezig is, wordt hem de kennisgeving dezelfde dag bij aangetekende brief gezonden.
Art. 3.De duur van de volledige schorsing van de uitvoering van de arbeidsovereenkomst voor werklieden bij gebrek aan werk wegens economische oorzaken mag achttien weken niet overschrijden. Wanneer de volledige schorsing van de uitvoering van de overeenkomst de voorziene maximumduur heeft bereikt, moet de werkgever gedurende een volledige arbeidsweek de regeling van volledige arbeid opnieuw invoeren, alvorens een nieuwe volledige schorsing kan ingaan.
Art. 4.Met toepassing van artikel 51, § 1, vijfde lid, van de wet van 3 juli 1978 betreffende de arbeidsovereenkomsten, vermeldt de in artikel 2 bedoelde kennisgeving de datum waarop de volledige schorsing van de uitvoering van de overeenkomst ingaat, de datum waarop deze schorsing een einde neemt en de data waarop de werklieden werkloos gesteld worden.
Art. 5.Dit besluit heeft uitwerking met ingang van 1 juli 2009 en treedt buiten werking op 1 juli 2010.
Art. 6.De Minister bevoegd voor Werk is belast met de uitvoering van dit besluit.
Gegeven te Trapani, 31 juli 2009.
ALBERT Van Koningswege : De Vice-Eerste Minister en Minister van Werk en Gelijke Kansen, Mevr. J. MILQUET Nota (1) Verwijzingen naar het Belgisch Staatsblad : Wet van 3 juli 1978, Belgisch Staatsblad van 22 augustus 1978. Wet van 30 december 2001, Belgisch Staatsblad van 31 december 2001.