31 JULI 2004. - Koninklijk besluit houdende benoeming van bepaalde leden van de Raad van Bestuur van de Koninklijke Muntschouwburg

ALBERT II, Koning der Belgen, Aan allen die nu zijn en hierna wezen zullen, Onze Groet.

Gelet op de wet van 16 maart 1954 betreffende de controle op sommige instellingen van openbaar nut, inzonderheid op artikel 15;

Gelet op de wet van 19 april 1963 tot oprichting van een openbare instelling genaamd Koninklijke Munstschouwburg, gewijzigd bij het koninklijk besluit nr. 267 van 31 december 1983, het koninklijk besluit nr. 545 van 31 maart 1987 en bij de wetten van 22 december 1989 en 20 mei 1997;

Gelet op het koninklijk besluit van 14 oktober 1937 houdende vaststelling van een grensleeftijd voor elke persoon bij koninklijk of ministerieel besluit benoemd in de instellingen, organismen of actiënvennootschappen van het moederland of kolonie, die bij wet of koninklijk besluit werden tot stand gebracht of opgericht, of waarin het Rijk of de Kolonie, krachtens de wet, een koninklijk besluit, een concessie, een overeenkomst of de statuten vertegenwoordigd is, inzonderheid op artikel 3, gewijzigd bij het koninklijk besluit van 9 januari 1991;

Overwegende dat voornoemde wet van 19 april 1963 voorschrijft dat elke twee jaar in de hernieuwing van de mandaten van een derde van de leden van de raad van bestuur moeten worden voorzien of nieuwe mandaten moeten worden toegekend;

Overwegende dat, overeenkomstig artikel 15, tweede lid, van de voornoemde wet van 16 maart 1954, de heer Roger Lallemand kan ontslaan worden van de toepassing van de bepalingen van het voornoemd koninklijk besluit van 14 oktober 1937, gelet op zijn uitzonderlijke ervaring vanuit zijn rijke loopbaan alsook vanuit zijn jarenlang lidmaatschap en voorzitterschap van de Raad van Bestuur van de Koninklijke Muntschouwburg;

Op de voordracht van Onze Eerste Minister en op het advies van Onze in Raad vergaderde Ministers, Hebben Wij besloten en besluiten Wij :

Artikel 1.De heer Roger Lallemand wordt ontslaan van de toepassing van de bepalingen van het koninklijk besluit van 14 oktober 1937 houdende vaststelling van een grensleeftijd voor elke persoon bij koninklijk of ministerieel besluit benoemd in de instellingen, organismen of actiënvennootschappen van het moederland of kolonie, die bij wet of koninklijk besluit werden tot stand gebracht of opgericht, of waarin het Rijk of de Kolonie, krachtens de wet, een koninklijk besluit, een concessie, een overeenkomst of de statuten vertegenwoordigd is.

Art. 2.Worden hernieuwd, de mandaten van de volgende leden van de Raad van Bestuur van de Koninklijke Muntschouwburg : 1° behorend tot de Vlaamse Gemeenschap : de heer Lukas Vander Taelen, vanaf 30 juni 2003, voor een termijn van zes jaar; de heer Hans Bracquene, vanaf 30 juni 2003, voor een termijn van zes jaar; 2° behorend tot de Franse Gemeenschap : de heer Roger Lallemand, vanaf 16 januari 2004 tot 30 juni 2009; Mevr. Rita Coulon, vanaf 30 juni 2003, voor een termijn van zes jaar; 3° behorend tot de Duitstalige Gemeenschap : de heer Yves Kreins, vanaf 6 maart 2002 tot 30 juni 2007.

Art. 3.Dit besluit treedt in werking de dag waarop het in het Belgisch Staatsblad wordt bekendgemaakt.

Art. 4.Onze Eerste Minister is belast met de uitvoering van dit besluit.

Gegeven te Brussel, 31 juli 2004, ALBERT Van Koningswege : De Eerste Minister, G. VERHOFSTADT